Naar aanleiding van het interview met de heer Edskes op orgelnieuws.nl moet mij toch iets van het hart. Op de vraag ‘Maar er zijn toch ook goede orgels uit de negentiende eeuw?’ geeft hij als antwoord ‘De vroege orgels van Walcker en Cavaillé-Coll zijn goede, klassiek-romantische orgels. Hun latere orgels zijn echter zo gecompliceerd en in het het geval van Walcker vaak onnodig groot, dat je niet meer van een ambachtelijk vervaardigd muziekinstrument kunt spreken’.
Wat een regelrechte onzin! Mag ik als voorbeeld Cavaillé-Colls laatste grote bouwproject nemen: het orgel in de St. Ouen te Rouen (1890). Zou dit geen ambachtelijk gebouwd instrument zijn? Mijns inziens is het een kwalitatief zeer goed orgel wat inmiddels 115 jaar functioneert met een minimum aan onderhoud en waar men in de rij staat om opnames te maken.
advertentie
Trouwens, Aristide Cavaillé-Coll stond erom bekend dat hij, indien mogelijk, bij nieuwbouw van een orgel de goede onderdelen uit een vorig instrument weer graag gebruikte! Voorbeeld hiervan is het grote orgel uit de St. Sulpice waar ongeveer 40% van het huidige pijpwerk nog van de vorige bouwer, Cliquot, is.
Ik vind deze uitspraak van Edskes een oprechte belediging van een van de grootste orgelbouwers uit de geschiedenis.
Zaterdag jongstleden sprak Edskes in Dordrecht bij ‘zijn’ nieuwe orgel aldaar. Een goed orgel moet volgens hem voldoen aan drie voorwaarden: gravität, brilliance en het moet poetisch kunnen zijn. Welnu, daar voldoen ‘Sulpice’ en ‘Rouen’ naar mijn idee in ruime mate aan!!
Albert van Helden, Hendrik-Ido-Ambacht
Klik hier om een reactie in te sturen voor de rubriek SCHERP
