Gereformeerde Kerk Hasselt neemt Holthuis-orgel in gebruik

orgel ichthuskerk (het bolwerk) hasselt

In de Gereformeerde Kerk “Bolwerk” te Hasselt (Ov.) is op vrijdag 28 augustus een nieuw orgel in gebruik genomen. Het instrument werd in twee en een half jaar tijd gebouwd door veertien vrijwilligers van de kerk naar ontwerp en onder leiding van gemeentelid en orgelmaker Jan Holthuis.
Het huidige kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk te Hasselt werd in 1959 in gebruik genomen. Tot 1988 werd gebruik gemaakt van een ouder pneumatisch orgel. In dat jaar werd het aan het einde van zijn levensduur gekomen orgel vervangen door een elektronisch instrument.

Text Example

advertentie



Jan Holthuis, lid van de Gereformeerde Kerk Hasselt en als orgelmaker werkzaam bij de Orgelmakerij Reil te Heerde, nam het initiatief om het elektronische orgel te vervangen door een pijporgel. Wat verkenningen op de markt voor tweedehands orgels leverden geen zicht op een bevredigend resultaat. Zo ontstond de idee om met een beperkt budget een speciaal voor deze kerk ontworpen orgel te realiseren door de bouw daarvan zelf ter hand te nemen. In overleg met Orgelmakerij Reil bleek het mogelijk om kwalitatief goed materiaal (pijpwerk, windladen en kasdelen) uit hun voorraad over te nemen en op basis daarvan het ontwerp en de bouw in eigen beheer uit te laten voeren door Jan Holthuis.

Inmiddels had Holthuis een ploeg van dertien enthousiaste vrijwilligers uit de kerkelijke gemeente om zich heen verzameld. Zij konden in 2007 van start gaan met de bouw van het orgel, ontworpen in een laat-achttiende- / vroeg-negentiende-eeuwse stijl zoals die is aan te treffen in Noord-Nederland. Vrijwel alle onderdelen werd onder leiding van Jan Holthuis in eigen beheer gerestaureerd of gemaakt in een belangeloos ter beschikking gestelde werkplaats op de jachthaven “De Molenwaard” in Hasselt. Voor de vervaardiging van de frontpijpen en het nieuw gemaakte binnenpijpwerk en de intonatie (Jan Koelewijn) kon worden teruggevallen op Orgelmakerij Reil.

Het Holthuis-orgel is geplaatst op een galerij aan de torenzijde van het kerkgebouw. Het Hoofdwerk, zonder achterwand in de hoofdkas, staat samen met het pedaal in één ruimte opgesteld die is ontstaan door het aanbrengen van een zwart geschilderde afscheidingswand ter hoogte van de toog tussen toren en kerkzaal. Het Pedaal staat, gescheiden door een stemgang, achter het Hoofdwerk. Schuin daarboven bevindt zich in de toren een kamer waarin opgesteld de windvoorziening, bestaande uit twee nieuwe spaanbalgen en een windmotor die de lucht vanuit de kerk aanzuigt. De installatie is als een open systeem aangelegd waarbij het pedaal een eigen kanaal vanaf de balgen heeft. De balgen en de grote kanalen zijn gemaakt van grenen c.q. vuren; de kleine kanalen naar de windladen zijn van eiken.

De toetstractuur is gemaakt met eiken wellen en welarmen. Alleen de welhouders zijn voorzien van een dunne kernlaken voering. Abstracten en stekers voor het rugpositief zijn gemaakt van grenen. De manuaaltoetsen zijn uit eiken, de ondertoetsen belegd met been, de boventoetsen uit ebben. Bakstukken, lijsten en registerknoppen zijn van een klassieke profilering voorzien en gemaakt van ebbenhout. De registermechaniek is gemaakt met stalen wellen en welarmen, en eiken trekkers.

Voor de kappen van het torens van de hoofdkas werd gebruik gemaakt van een in 1954 door Reil geplaatste en in 1992 weer verwijderde rugwerkkas bij het Scheuer-orgel in de Hervormde Kerk te Hardenberg. De kappen vormden het uitgangspunt voor het ontwerp. De kas is geschilderd in een houtimitatie, het blinderingswerk en accenten in het overige lofwerk werden voorzien van bladgoud. De lijst aan de onderzijde van de balustrade werd geschilderd in een marmerimitatie. Dit alles ook in eigen beheer.

Op vrijdag 28 augustus is het orgel overgedragen tijdens een besloten bijeenkomst voor de kerkelijke gemeente en direct betrokkenen. Ook werd een boek gepresenteerd over de totstandkoming van het orgel. Tijdens een open dag op zaterdag 29 augustus kon de ‘buitenwereld’ kennismaken met het nieuwe orgel.

 


Dispositie

Hoofdwerk I – C-f3
Prestant 8 – nieuw; C-F# in Holpijp
Holpijp 8 – C-H eiken, nieuw; af c0 metaal, oud
Viola di gamba 8 – nieuw, C-H in Holpijp
Octaaf 4 – nieuw
Gemshoorn 4 – oud
Octaaf 2 – oud
Cornet disc. III – oud
Mixtuur III-IV – oud
Trompet 8 – nieuw, eiken koppen en stevels

Rugpositief II – C-f3
Prestant 4 – nieuw
Fluit doux 8 – nieuw, grenen
Blokfluit 4 – nieuw, grenen/eiken/noten
Nasard 3 – af c, oud
Woudfluit 2 – oud
Sesquialter disc. II – oud
Kromhoorn 8 – nieuw, eiken koppen in eiken stevelblok, kortbekerig

Pedaal – C-d1
Subbas 16 – oud, grenen
Octaaf 8 – nieuw, grenen
Fagot 16 – nieuw, eiken koppen en stevels, grenen bekers
Trompet 8 – nieuw, eiken koppen en stevels

Werktuiglijke registers
Pedaalkoppel Hoofdwerk
Manuaalkoppel (schuifkoppel)
Tremulant hele orgel (opliggend)
Tremulant Rugpositief (inliggend)

Toonhoogte: 440 Hz bij 18 graden C
Stemming: Bach/Barnes
Winddruk: 60 mm wk.

 

De bouwploeg met v.l.n.r. Jan Holthuis, Eppo Schmidt, Peter Bos, Henk Bruins, Jan Koelewijn (intonateur), Joop van Ruiten, Jan Pluimers (website), Kees Jansen, Klaas Stoter, Arie de Lange, Egbert Harink, Thom Rebel, Jarig Groenveld, Jan Snijder, Gerard Broekroelofs, Albert Wup. Fotografie: PKN Hasselt.

 

Link

www.pknhasselt.nl

Eerder op orgelnieuws

 

© 2009 fotografie www.gerardvanbetlehem.nl