Leeflang-orgel Pniëlkerk Urk hersteld en uitgebreid

Leeflang-orgel Pniëlkerk Urk | © beeld fa. A Nijsse & Zoon

Op zaterdag 6 maart is het groot onderhoud aan het Leeflang-orgel van de Pniëlkerk op Urk afgerond. Het werk werd uitgevoerd door orgelmakerij A. Nijsse & Zoon die het instrument tevens heeft uitgebreid met een Cornet.

Text Example

advertentie



Orgelmakerij Ernst Leeflang te Apeldoorn bouwde het orgel in 1983 voor de Gereformeerde Petrakerk in Den Haag-Loosduinen. Daarbij werd gebruik gemaakt van pijpwerk uit het vorige orgel van dezelfde bouwer uit 1953. Aad van der Hoeven trad samen met de organist van de kerk, A. Bötticher, op als adviseur.

Het Leeflang-orgel (1983) in de Petrakerk te Den Haag-Loosduinen | beeld fa. Leeflang

Na sluiting van de Petrakerk, medio 2000, werd het orgel door B.A.G. Orgelmakers ongewijzigd overgeplaatst naar de Christelijke Gereformeerde Pniëlkerk van Urk. Het orgel werd op 11 mei 2002 in gebruik genomen.

Uitbreiding

Rond 2010 heeft Klaas Kapitein het orgel uitgebreid met een Gamba 8 en een Celeste 8, beiden vanaf klein c. Hiervoor werd een nieuwe windlade gemaakt met magneten, elektrisch aangestuurd vanaf het Onderpositief.

Op enig moment – waarschijnlijk bij de overplaatsing – is de Trompet 8 van het Pedaal weggenomen vanwege beperkte ruimte.

Het Leeflang-orgel zoals dat sinds 2002 in de Pniëlkerk op Urk staat | © beeld fa. A. Nijsse & Zoon.
Groot onderhoud 2020/2021

Inmiddels was groot onderhoud noodzakelijk geworden, onder meer door voortdurende problemen met de mechanieken en de elektrische aansturing van de Gamba en Celeste. Daarnaast vond men dat het klankbeeld niet voldeed voor de begeleiding van de stevige Urker gemeentezang.

De firma Nijsse te Oud-Sabbinge kreeg de opdracht voor de werkzaamheden die in oktober 2020 van start zijn gegaan:

  • Om een minder starre windvoorziening te realiseren zijn de schwimmerbalgen vervangen door twee nieuwe magazijnbalgen met elk een eigen windmachine. Een balg voor de gecombineerde Hoofdwerk/Pedaal-lade en een balg voor het Onderpositief. De nieuw windvoorziening is geplaatst onder het podium waarop het orgel op de galerij is geplaatst.
  • Toevoeging tremulant Hoofdwerk.
  • Herstel van de tractuur.
  • Verwijderen kunststofslepen en telescoophulzen, aanbrengen nieuwe eiken slepen met Liegelind-ringen.
  • Dispositiewijziging Onderpositief: Octaaf 2 opgeschoven naar Fluit 2, Quint 1 1/3 gewijzigd in Flageolet 1.
  • Toevoeging Cornet 5 sterk discant op nieuwe, eiken, elektrische aangestuurde lade (MIDI). De Cornet is op beide manualen inzetbaar.
  • Het orgel is geheel opnieuw geïntoneerd.

De presentatie van het herstelde instrument vond zaterdagmorgen 6 maart plaats in een bijeenkomst met de orgelmaker, de orgelcommissie, de organisten en enkele belangstellenden.

Dispositie

Hoofdwerk C-g3
Bourdon 16
Prestant 8
Roerfluit 8
Octaaf 4
Fluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2
Mixtuur IV
Trompet 8
•• Cornet V discant

Onderpositief C-g3
Holpijp 8
Quintadeen 8
Prestant 4
Roerfluit 4
Nasard 2 2/3
Fluit 2
Terts 1 3/5
Flageolet 1
Scherp II-III
Kromhoorn 8
• Gamba 8
• Celeste 8
•• Cornet V discant

Pedaal C-f1
Subbas 16
Prestant 8 – transmissie Hoofdwerk
Gedekt 8
Octaaf 4
Mixtuur III
Bazuin 16
Trompet 8 – niet aanwezig

Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
Pedaal – Hoofdwerk – trede
Pedaal – Onderpositief – trede
Tremulant Hoofdwerk
Tremulant Onderpositief

• vanaf c0, op elektrische lade
•• op elektrische lade, op beide manualen speelbaar

Winddruk Onderpositief: 84 mm
Winddruk Hoofdwerk en Pedaal: 88 mm
Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a = 440 Hz

Gegevens met dank aan René Nijsse