Proper-orgel Sint-Annakapel Kampen gerestaureerd

Het Proper-orgel uit 1897 in de Sint-Annakapel te Kampen | © foto Herman Kamp

Het Proper-orgel uit 1897 in Sint-Annakapel te Kampen is vorig jaar gerestaureerd. Het tweeklaviers instrument werd door de firma Nijsse te Oud-Sabbinge technisch hersteld en teruggebracht naar de vrijwel oorspronkelijke dispositie.

Text Example

advertentie



De Sint-Annakapel aan de Broederweg werd gebouwd als kloosterkapel voor de Cellezusters. Na de Reformatie werd de kapel door de Waalse gemeente gebruikt tot aan haar opheffing in 1818. Vijf jaar daarna kwam de kapel in handen van de Doopsgezinde Gemeente. Zij gaf de Kamper orgelmaker Jan Proper opdracht tot de bouw van het huidige orgel dat in 1897 in gebruik werd genomen. Het Proper-orgel verving een instrument uit 1684 van een onbekende bouwer, wat terechtkwam in de Hervormde Kerk te Bovensmilde.

Het Proper-orgel kreeg tien stemmen op Hoofdwerk en Bovenwerk; het pedaal werd aangehangen aan het Hoofdwerk. De oorspronkelijke dispositie was:

Hoofdwerk C-f3 – Prestant 8, Bourdon bas 16, Bourdon discant 16, Holpijp 8, Octaaf 4, Openfluit 2
Bovenwerk C-f3 – Salicionaal 4, Fluit dolce 8, Viola di Gamba 8, Voix Celeste discant 8, Speelfluit 4
Pedaal C-b (niet genoemd in het bestek)
Manuaalkoppel (uitgevoerd als trede)

Bij de ingebruikname in het voorjaar van 1897 bespeelde Proper zelf het orgel. De organist van de kerk, de heer J.W. Zwolle, begeleidde het koor dat bij deze gelegenheid optrad.

In 1925 werd het orgel bij een grote onderhoudsbeurt voorzien van een windmotor. Het orgel bleef verder ongewijzigd tot 1937.

Front van het Proper-orgel uit 1897 in de Sint-Annakapel te Kampen | © foto Herman Kamp

 

Wijziging 1936-1937
In 1936 werd de Nederlandse Klokken- en Orgelraad (NKO) gevraagd een restauratieplan op te stellen. Daaruit vloeide in november 1936 een plan wat behalve technisch herstel vooral voorzag in wijziging van de dispositie om een helderder klankbeeld te krijgen. Orgelmaker Th. Strunk kreeg de opdracht. Al op 25 februari 1937 werd het orgel ingespeeld door mr. A. Bouman die ook de eindkeuring namens de NKO verzorgde.

Strunk werkte de Bourdon 16 om tot Quintadena 16 door de opsneden te verlagen. De Openfluit 2 van het Hoofdwerk wisselde als Gemshoorn 2 van plaats met de Salicionaal 4 van het Bovenwerk, die werd ingekort tot Octaaf 2. Op het Bovenwerk werd de Voix Celeste ingekort tot Terts 1 3/5; de Fluit dolce 8 werd door opsnedeverlaging gewijzigd in een Nachthoorngedekt. De lege plaats op het Hoofdwerk werd ingevuld met een Mixtuur IV-VI. Volgens het NKO-rapport zou er ook sprake zijn van een tremulant.

Van 1952 tot en met 2006
In 1952 werd door J.C. Sanders aan het orgel gewerkt, waarbij een nieuwe tremulant werd aangebracht. Verder werd het orgel tegen houtworm behandeld. Voorstellen voor dispositiewijziging en uitbreiding met een zelfstandig pedaal werden niet uitgevoerd.

De firma Fonteijn te Kampen voerde in 1977 groot onderhoud uit. De windladen werden toen voorzien van hechthouten dekplaten, de pijpstokken van telescoophulzen als sleepafdichting. Daarnaast werd de speel- en registermechaniek gemoderniseerd, waarbij de winkelbalken zwevend zijn gemaakt. Verder werden westaflex conducten aangebracht. Ook werden de binnenpijpen van de Prestant 8 vervangen door nieuwe.

In 1979 werd de samenstelling van de Mixtuur door Maarten Oranje teruggebracht tot II-III-IV. Verder werd de mechaniek nagezien en werden winkelhaken vervangen. Oranje hield het orgel in onderhoud tot eind 2006 toen de Doopgezinde Gemeente haar laatste dienst in de kapel belegde. Daarna kwam de Annakapel in bezit van pianist Jan Vayne.

Nieuwe bestemming
In 2017 werd de kapel aangekocht door de Stichting Annakapel Kampen die het gebouw in 2018 liet restaureren. De stichting wil het gebouw exploiteren als ruimte voor trouw- en rouwdiensten, concerten en andere evenementen. Omdat daarin ook het Proper-orgel een rol is toebedeeld werd het instrument tegelijk met de kapel gerestaureerd.

Restauratie
Vanaf 2006 was het orgel niet meer onderhouden. Ook bleek de plaatsing van de windmotor in de aangrenzende kosterswoning tot ongewenste fluctuaties in temperatuur en luchtvochtigheid in het orgel te leiden. Het houtwerk bleek op verschillende plaatsen aangetast door houtworm en beschadigd door de invloed van een heteluchtkachel in de borstwering. Een groot aantal pijpvoeten was door loodcorrosie aangetast.

Restauratie bleek noodzakelijk. Daartoe werd een rapport opgesteld door Herman Kamp die samen met Harry Hamer als adviseur optrad. Het werk werd na offertevergelijking gegund aan de firma Nijsse te Oud-Sabbinge.

De werkzaamheden die in 2018 werden uitgevoerd omvatten niet alleen herstel van de eerdergenoemde problemen, ook de magazijnbalg werd gerestaureerd en op nieuw beleerd. Een nieuwe windmotor kreeg een plaats op de orgelgalerij. De wijzigingen die in 1977 in de mechaniek werden aangebracht bleven gehandhaafd, de telescoophulzen in de windladen werden vervangen door liegelindringen.

Dispositieherstel
De dispositie van 1897 werd hersteld door het ingekorte pijpwerk weer op de originele lengte te brengen en terug te plaatsen zijn oorspronkelijke plaats. De verlaagde opsneden van de Bourdon en Fluit dolce werden verhoogd. De later aangebracht Mixtuur bleef gehandhaafd, zij het in een gewijzigde samenstelling die meer aansluit bij de Proper-klank.

 

De klaviatuur van het Proper-orgel | © foto Herman Kamp

 


Dispositie

Hoofdwerk(I) C-f3

Prestant 8

C-Cis gecombineerd met Holpijp; D-fis1, 1897, front 1897;  g1 1897, op lade; gis1-f3 1977, op lade, zonder expressions

Bourdon 16 bas

1897, grenen, gedekt, afgevoerd van de lade. Scheiding bas/discant tussen d0 en dis0.

Bourdon 16 disc.

1897; op lade; dis-b grenen, gedekt; c1-f3 metaal, gedekt.

Holpijp 8

1897; C-H grenen, gedekt, afgevoerd van lade;  c1-f3 metaal, op lade.

Octaaf 4

Metaal;  C 1952, afgevoerd op eigen klos; Cis-f3 1897, op de lade; C-h2 met expressions, c3-f3 op lengte afgesneden.

Openfluit 2

1897, metaal, conisch, in 2018 teruggeplaatst vanaf het Bovenwerk.

Mixtuur

1936/2018, metaal, 3-4 sterk, samenstelling:
C:  2 – 1 1/3 – 1
c0: 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
c1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3
c2: 5 1/3 – 4 – 2 2/3 – 2

 

Bovenwerk(II) C-f3

Salicionaal 4

1897; grootste pijpen afgevoerd van de lade, rest op de lade; pijpwerk in 2018  verlengd tot oorspronkelijke lengte.

Fluit dolce 8

1897; C-h grenen, gedekt, afgevoerd van de lade; c-f3 metaal, gedekt, op de lade.

Viola di Gamba 8

1897; C-H gecombineerd met Fluit dolce, c-f3 op de lade.

Voix Celeste 8 disc.

In 1936 ingekort tot Terts 1 3/5 met enkele verschuivingen; e1-f3 1897, in 2018 naar oorspronkelijke voetmaat verlengd; c1-dis1 in 2018 bijgemaakt. Mensuur iets wijder dan Viola di Gamba.

Speelfluit 4

1897; C-G metaal, gedekt; Gis-f3 open, cilindrisch; c1-f3 overblazend.

 

Pedaal C-b

Aangehangen

 

Werktuiglijke registers

Manuaalkoppeling

Uitgevoerd als voettrede  

Tremulant

Pneumatische enkelslagtremulant, vermoedelijk 1977, functioneert in mindere mate ook op het Hoofdwerk.

 

Toonhoogte: a1 = ca. 440 Hz

Winddruk: 69 mm wk

 

Gegevens met dank aan Herman Kamp.