RECENSIE A Legend Reborn: The Voice of King’s

Het Harrison & Harrison-orgel in King’s College Chapel in Cambridge staat er weer glorieus bij. Over de jongste restauratie van vijf jaar geleden is nu een dvd verschenen met een reportage en een concert door oud-organ scholars van King’s. 

Text Example

advertentie



De restauratie van het vier klavieren tellende instrument in 2015-2016 was in vele opzichten een monsterklus. Het orgel uit 1934 is vergroeid met het ritme van de dagelijkse diensten van de chapel. Die diensten – evensongs en eucharists – worden al eeuwen verzorgd door het beroemde King’s College Choir. En omdat daar dus veel mensen op afkomen, kan het koor eigenlijk geen dag zonder orgel.

Tot op de draad versleten

Maar toch moest het, want het orgel was tot de draad versleten. Bovendien wordt het elke dag gebruikt voor lessen en repetities, en zijn er zeer regelmatig concerten, cd-opnamen en radio en tv-uitzendingen in de chapel. Steeds wordt daarbij het orgel gebruikt.

Om het instrument aan de praat te houden, reisde er om de andere week een werknemer van Harrison & Harrison vanuit Durham naar Cambridge om te stemmen en reparaties uit te voeren. Afstand 351 kilometer, reistijd minstens vier uur. Geen wonder dat King’s organist en dirigent Stephen Cleobury (1948-2019) in de documentaire constateert dat de restauratie van het orgel niet alleen veel geld kost, maar ook veel geld bespaart.

Strakke planning

Orgelmaker Harrison & Harrison uit Durham maakte samen met King’s een plan om de restauratie zo kort mogelijk te laten duren. Gewoonlijk neemt een restauratie van een orgel van zo’n omvang en ouderdom twee jaar in beslag. Door een zeer strakke planning zou het moeten lukken om de hele klus in negen maanden te klaren, vertelt toenmalig directeur Chris Batchelor van Harrison & Harrison.

Omdat het orgel in ieder geval met Kerst in bedrijf moet zijn, werd het orgel begin januari 2016 uit de kerk gehaald, terwijl er in de werkplaats voorbereidende werkzaamheden al in volle gang waren, zoals het maken van nieuwe zwelkasten en de pijpen voor twee nieuwe registers.

Volgepropt

Het instrument in de kapel is eigenlijk een kathedraalorgel, 77 stemmen groot, waarvan 14 transmissies. De ruimte waarin pijpen en balgen staan, is klein. De orgelkas, het deel van het instrument dat bovenop het doxaal staat, is volgepropt met Great, Swell en Choir. Pedal en Solo staan in het doxaal. Ik mocht ooit een keer mee naar boven en was verbaasd dat je tussen de pijpen door een trap opgaat naar de klaviatuur. 

Een van de doelen van de restauratie was om de pijpen van het Solo beter bereikbaar te maken voor stemmen en onderhoud. Ook zouden de zweldeuren meer richting de kerkkruimte open en dicht gaan. Sinds 1934 gingen de shutters in de richting van de vloeren open, waardoor het geluid van het Solo altijd omfloerst klonk. Besloten werd om een deel van de pedaalregisters die voorheen om het Solo heen stonden, een plek te geven op het doxaal. Op die plek kinnen ze beter uitklinken.

De orgelmakers van Harrison & Harrison noemden de ruimte waarin solo en pedaal stonden trouwens ‘the pit’: de put, de diepte. Laat nou tijdens de restauratie ook nog juist daar asbest worden gevonden, gebruikt om de wanden van de solozwelkast geluiddicht te maken. Wat een ellende!

Documentaire

Het camerateam van oud-BBC-televisieproducent Steven Benson heeft de restauratie van het legendarische orgel op de voet gevolgd. De dvd daarvan is nu klaar en is erg leuk om te bekijken. In de twee uur durende documentaire krijg je veel te zien en te horen over de aanpak van de restauratie. De presentator is niemand minder dan David Briggs, die van 1981 tot 1984 organ scholar was in King’s.

Een van de eerste dingen die hij zegt is dat de akoestiek van de kapel het belangrijkste orgelregister is. Dat mag dan misschien een open deur zijn, het geeft wel aan dat de Harrisons bij de bouw de wind mee hadden. Later in de film proberen geluidstechnici het orgel te laten horen zonder akoestiek – door de pijpen van zeer dichtbij op te nemen – en ja, dan hoor je inderdaad een duf geluid.

Leuk om te zien is de werknemers van Harrison door de chapel en langs het beroemde grasveld te zien lopen met de gekropte pijpen van de Double Ophicleide 32′, hoe de oude bedrading wordt weggeknipt, hoe kilometers nieuwe bedrading worden aangelegd, hoe fragiel de eeuwenoude frontpijpen zijn geworden. ‘Leuk’ om te horen is hoe het orgel klinkt als er geen enkele van de zojuist teruggeplaatste pijpen nog is gestemd.

Uitstapjes

De dvd over de restauratie duurt twee uur en maakt een paar leuke uitstapjes door persoonlijke portretten van werknemers van Harrison & Harrison, die soms al generatie op generatie bij het bedrijf werken en die nu in het orgel van Cambridge zaken tegenkomen die door hun vader, oom of opa zijn aangebracht. Zo leer je de werknemers van Harrison & Harrison kennen. Dat is leuk, want de laatste weken circuleren er op internet filmpjes van de restauratie van het orgel in York Minster en dan zie je diezelfde mannen weer aan het werk.

Ik heb genoten van de dvd, maar op sommige momenten dacht ik: als je nu toch bezig bent, laat dan nog wat meer zien. David Briggs laat de in zijn oren mooiste geluiden van het orgel horen. Ik denk dan: laat zien welke registers worden gebruikt. Er komt ook geen antwoord op de vraag waarom nu precies de originele houten driehoekige Wald Flute 4’ van het Great moest worden vervangen door een metalen roerfluit 4′, evenals op het pedaal de achtvoets strijker door een Principal 8′. Stephen Cleobury zegt dat de nieuwe registers beter in het concept passen, maar waarom dan? Ik had de klank van die driehoeksfluit wel even willen horen, naast die van de nieuwe fluit. Dat had best gekund, omdat de ontmanteling van het orgel gedetailleerd is gefilmd.

Organ Scholars

Het bijna twee uur durende recital door de organ scholars (meegeleverd op twee cd’s) is mooi. De spelers zijn zeven oud-organ scholars van King’s College. Een organ scholar is een jonge kerkmusicus, die met een beurs in een kathedraal of kerk ervaring kan opdoen met koorbegeleiding, dirigeren en organiseren. Scholars van King’s krijgen een aanstelling van drie jaar en elk jaar wordt er een nieuwe benoemd. Dat betekent dat er altijd drie tegelijk in dienst zijn. De meesten van deze zeven spelers op deze cd hebben ondertussen bekendheid en mooie posities verworven binnen en buiten de anglicaanse muziekwereld. 

Alle zeven leveren topkwaliteit met een gelukkig weinig voorspelbaar programma, of het moest het schijnbaar onvermijdelijke maar kapot gespeelde Rhosymedre van Vaughan Williams zijn (ik wil het nu nooit meer horen!). Je krijgt alle hoeken van het orgel te horen, van fluisterzacht tot orkaankracht. Genoten heb ik van de bezonken manier waarop Robert Quinny (scholar van 1995 tot 1998) Bachs Passacaglia BWV 582 speelt, romantisch met barokke elementen. Eerder had Tom Winpenny (scholar van 2003 tot 2006) al Bach laten horen in een vooral barokke interpretatie van Prelude and Fugue in G (BWV 550). Ook bij hem veel rust in het spel. De jachtigheid waarmee veel Engelse organisten Bach speelden, is hiermee hopelijk voorgoed voorbij. 

Kippenvel

Leuk dat het concert begint met subtiele moderne klanken van Judith Binghams Incarnation with Shepherds Dancing. Het concert sluit af met een ruim zeventien minuten durende improvisatie, waarin David Briggs (scholar van 1981 tot 1984) het orgel omtovert tot een Frans instrument. Voorafgaand aan de impro speelt hij Regers Toccata and Fugue in D minor/major. Kip-pen-vel!

Ik kan niet wachten tot tante Corona is vertrokken, want dan kunnen we het orgel in levende lijve horen en zien.

A Legend Reborn: The Voice of King’s

Documentaire: A Legend Reborn: The Voice of King’s

Bingham: Incarnation with Shepherds Dancing; Dupré: Deux Esquisses: No. 2 in B-flat minor; Cortège et Litanie; Bridge: Adagio in E; Vierne: Toccata from Pièces de Fantaisie; Carillon de Westminster; Alain: Deuxième Fantaisie; Messiaen: Transports de Joie; Murrill: Carillon; Howells: Rhapsody No. 1 in D-flat; Bach: Prelude and Fugue in G BWV 550; Passacaglia and Fugue BWV 582; Mendelssohn: Prelude and Fugue in B-flat (arr. Quinney); Vaughan-Williams: Prelude on Rhosymedre; Reger: Toccata and Fugue in D minor/major; Briggs: Improvised Variations and Toccata on the Great Advent Antiphons (O Sapientia)

[bonusfilms: Demonstratie van het orgel in King’s College door Daniel Moult; Percy Whitlock: Fantasie Choral no. 2 gespeeld door Daniel Moult]

Dónal McCann, Henry Websdale, Richard Gowers, Tom Winpenny, Ashley Grote, Robert Quinney & David Briggs, Harrison & Harrison-orgel, King’s College Chapel, Cambridge

Fuge State Films – FSFDVD013, 2 DVD TT 120’00 / 2 CD – booklet 20 p. EN, prijs € 44,00 | fugestatefilms.co.uk