RECENSIE Jae-Hyuck Cho bespeelt het orgel van La Madeleine

De Decca-platen met de foto van de Parijse neoklassieke tempel die sierlijk getooid is met de naam La Madeleine, gelardeerd met Peugeots 403 en dergelijke: Jeanne Demessieux met Franck Oeuvres pour Orgue … welke orgelliefhebber kent ze niet?

Text Example

advertentie



Sommige orgels zijn vermaard geworden vanwege een roemruchte bespeler. Feike Asma heeft glans gegeven aan het orgel van de Oude Kerk van Amsterdam. La Madeleine is ongetwijfeld mede bekend geworden door Jeanne Demessieux, lange tijd de protegé van Marcel Dupré.

Cavaillé-Coll

La Madeleine herbergt een prachtige Cavaillé-Coll … hoewel … Vader Dominique en zijn geniale zoon Aristide hebben eraan gewerkt en zij voltooiden het instrument in 1846. Na het nog altijd indrukwekkende instrument van de Saint-Dénis sloeg men in La Madeleine nieuwe artistieke wegen in.

Bekende organisten en componisten hebben de orgeltribune bezet: Lefébure-Wély, Saint-Saëns, Dubois (ja, de man van die Toccata), Dallier, Mignan, Demessieux dus, de onlangs overleden Odile Pierre en sinds 1979 Houbart.

Wensenlijstjes

Belangrijker dan de bespelers lijkt te zijn wie er aan het instrument hebben gewerkt, hoewel het helaas vaak de bespelers waren die een wensenlijstje hadden en om herzieningen en uitbreidingen hebben gevraagd.

In 1927 werkte Mutin aan het orgel, in 1957 Roethinger-Boisseau (die mixturen plaatste die door Jeanne Demessieux in haar Franck-integrale dan ook enthousiast werden ingezet!), in 1971 Danion-Gonzalez, in 1983 Gonzalez en in 1988 en 2002 Dargassies, die het orgel verarmde met heuse chamades. Nee, niet ‘verrijkte’; meer en luider is niet altijd beter.

Voor mij is het onbegrijpelijk dat instrumenten van het genie Aristide Cavaillé-Coll zonder hoofdbrekens of gewetenskwellingen mogen worden verminkt. Mixturen, chamades, hogere winddruk, 32-voets registers die buiten het oorspronkelijke concept vallen; het kan allemaal gebeuren.

Sainte-Clotilde

Ik heb nog opnamen van Francks orgel in de Sainte-Clotilde van vóór 1933 (een recital door Charles Tournemire!) en je kunt dan horen wat een fantastisch instrument het moet zijn geweest. Eerlijk gezegd heeft in 2005 wel enig herstel plaatsgevonden van dit instrument, maar tegelijkertijd ook weer een uitbreiding tot 71 registers.

‘Ze moeten alleen maar schoonmaken en stemmen, en verder overal afblijven!’

Het argument ‘die hoef je toch niet allemaal te gebruiken’ blijkt in de muzikale praktijk vaak niet te werken – zeker niet als je ook nog eens een showspeeltafel beneden zet. Ook wordt wel gesteld dat Cavaillé-Coll voor deze uitbreidingen toch al plaats in zijn originele concept had ingeruimd, maar organiseer dan nu een séance waarbij hij deze uitbreidingen zelf kan (af)keuren.

Het is echter vast beter om hem èn zijn kunstwerken maar met rust te laten. Ooit zei Henk Klop tegen mij: ‘Ze moeten alleen maar schoonmaken en stemmen, en verder overal afblijven!’

Jae-Hyuck Cho

De Zuid-Koreaan Jae-Hyuck Cho is vanaf zijn jonge jaren al gebiologeerd door het orgel van La Madeleine. Ondanks mijn hierboven geplaatste kanttekeningen is dat nog altijd wel begrijpelijk. Het blijft een prachtig instrument.

Het programma van Jae-Hyuck Cho is helaas niet echt, of beter gezegd, echt niet origineel. Bachs Toccata in d, Liszts Ad nos, Widors Toccata … Jammer.

Het werk van Texu Kim is een première. De compositie is opgedragen aan Jae-Hyuck Cho en verbeeldt de zuid-oostkust van Zuid-Korea: bergen en zee. Een aangename, onderhoudende en wat voorkabbelende Tonmalerei.

Fraai

De gehele productie is keurig verzorgd, maar er staan wat veel foto’s in van Jae-Hyuck Cho en helaas wat weinig van het door Jae-Hyuck Cho zo bewonderde instrument. Ook wordt verder noch over het orgel, noch over La Madeleine of de gespeelde werken gerept. De opname is fraai, maar op een aantal plaatsen zijn de tongwerken wel ontstemd, bijvoorbeeld in het grootse slotakkoord van Liszts indrukwekkende Ad nos.

Ik sluit me aan bij de recensent van Gramophone, die stelde dat het levendige en boeiende spel wel de sleetsheid van het programma compenseert. Jae-Hyuck Cho speelt werkelijk fraai, met een wervelende techniek en in grote gebaren.

Zo beluisterd zijn het wel prachtige uitvoeringen van monumentale werken op een monumentaal instrument, dat niet eens zo vaak is opgenomen en waarvoor hopelijk nog eens waarachtig monumentenzorg geregeld wordt.

Bach Liszt Widor

Jeae-Hyuck Cho at the Great Organ at La Madeleine

Bach: Toccata and Fugue in D minor BWV 565 Widor: Sicilienne from Bach’s Memento; Toccata from Organ Symphony no. 5, op. 42 no. 1 Liszt: Fantasy and Fugue on the theme BACH; Texu Kim: Pahdo (commissioned work) Liszt: Fantasy and Fugue on the Choral ‘Ad no, ad salutarem undam’, S 259

Evidence – EVCD058, TT 72’27, opname 08/2018, prijs € 15,00 | evidenceclassics.com