KERNSTEEK [7]

Text Example

advertentie



Een kernsteek levert al eeuwenlang een discussie op. Volgens de een helemaal okay, voor de ander volstrekt fout. Dat verklaart dus waarom de schrijver m/v van de nieuwe column op Orgelnieuws tegendraads kan zijn. Soms zelfs in het geheel niet objectief. Maar wel altijd betrokken op de orgelwereld. De teksten ingeleverd via een vage server in Verweggistan, tast zelfs de redactie in het duister wie ‘Kernsteek’ is.

We waren nog amper bekomen van een geslaagde haringparty op het Binnenhof en onze beroepshalve gewenste aanwezigheid op het huwelijk van Yolanthe en Wesley, toen we in onze strooptocht naar glamour en glitter meenden op Hollandsche bodem een internationaal jetsetpodium gevonden te hebben bij The International Organ Improvisation Contest in Harlem. Nu hebben wij niet de illusie dat het Holland Heineken House hier ooit zijn tent zal opslaan, al nodigde het broeierige weer hier absoluut toe uit.

Het was weer een gezellig samenzijn! Uit alle windstreken togen orgelliefhebbers – en zij die het nog niet waren en ook nooit meer zouden worden – naar de vele terrassen rond de oude Bavokerk, wetend dat er binnen in de kerk vooraf niets te drinken laat staan te happen viel. Stylist Maik de Boer kwam ogen te kort: “Meid, wat een ééénige sandalen hebben al die organisten van de gestampte pot, misschien een volgende keer wat meer de voeten harsen.” Het gala kreeg nog extra glamour door het inschakelen van presentatrice (v/h musicologe) Cynthia Wilson. Zij was, zo meldde zij bescheiden, net ingevlogen vanuit Kaapstad. Vermoedelijk was zij dus die laatste Bavaria-babe die daar nog vast zat. Bij deelnemers, organisatie, presentatrice en juryleden was de dresscode zwart, ongetwijfeld omdat deze kleur de zonnewarmte zo goed weerkaatst. Alleen jurylid Jos van der Kooy, vanuit zijn stacaravan halsoverkop naar Haarlem afgereisd om de zieke Lionel Rogg te vervangen, meende het hele concours te kunnen trotseren in een campingblauw overhemd. Bij de prijsuitreiking ging daar gauw voor de vorm nog een bruin colbert overheen. Couturier Mart Visser maakte er gehakt van: “Dit kan echt niet, dit is zóóó Bolsward 1974!”

Het was weer amusant om te zien hoeveel toeristen uit binnen- en buitenland op het event waren afgekomen om argeloos te genieten van de klanken van één van ’s wereld beroemdste orgels. Alsof dat de bedoeling was van deze avond! Na de thema’s c.q. struikelblokken van Klaas de Vries en hun metamorfose door de eerste deelnemer aangehoord te hebben, vluchtten zij al snel richting zuiderportaal. Dit herhaalde zich nog twee maal. Toen waren we gelukkig weer ‘onder ons’: een select clubje zeer goed notenlezende, kritische en belezen (maar vaak niet ongecompliceerd genietende) incrowd. Cynthia Wilson kon slechts instemmend knikken, in gedachten nog bij de speerpunten die zij zelf formuleerde op het VNPO-Orgelsymposium in 2006 in de Rotterdamse Doelen, waar zij abusievelijk stelde: ” Spreek je toeristen aan! In het buitenland hoorde ik toeristen over de Hollandse orgels spreken, niet alleen over tulpen en molens.”, “Betrek het orgel in een feestgebeuren!”, “Leer je publiek kennen.” en “Analyseer wie er komt, en waarom.”

De deelnemers wrongen zich weer in de raarste bochten om te overleven, soms “The Cochereau Way”, anders wel op een wijze waar Pepping, Genzmer of Schroeder zich niet voor hadden geschaamd. Na de laatste deelnemer kon dan eindelijk gebeuren waar we voor waren gekomen: spotten en gespot worden, de tweejaarlijkse ‘meet and greet’ van het Nederlandse orgelwereldje! Weliswaar was de pauze bedoeld om te luisteren naar spreekstalmeesteres Wilson die de deelnemers interviewde (die hadden liever een grote pils gepakt, zo bekenden minstens twee deelnemers uw reporter), maar gelukkig waren zij in de kerk niet te verstaan en dus kon er buiten lekker op een terrasje gezeten worden, gerookt of kon er binnen gekletst worden. Uiteraard was daar weer, onder geestelijke begeleiding, dat sympathieke organistenpaar uit het Hoge Noorden, we zagen zowaar enkele oud-deelnemers, waarvan er twee zelfs de eerste ronde bijwoonden en natuurlijk ook onze kersverse orgelprofessor. Het element ‘vrouwelijk schoon’ werd vooral vertegenwoordigd door enkele te vroeg aangekomen buitenlandse deelnemers aan de Zomeracademie. Organisten uit het Brabantse of Limburgse waren thuis gebleven, wetende dat zij boven de grote rivieren toch simpelweg, maar onterecht, worden vergeten. Albert de Klerk zou dat misschien hebben voorkomen, maar die moest nu, ondanks de ijver van de naar hem en Andriessen genoemde stichting, postuum genoegen nemen met een klein formicatafeltje.

Wat leuk dat er toch nog een heel klein beetje aan het publiek was gedacht: de publieksprijs mocht bepaald worden. Pak een velletje met vier namen van een stapeltje (of neem het hele stapeltje mee, toch niemand die dat controleert), schrijf de naam van je favoriet op en lever het dan… ja waar? In het offerblok? In de grote houten kist bij de uitgang? Niemand die het wist. Nadat het paniekerig door elkaar heen lopen van het publiek kon worden afgedaan als een rampenoefening, liep de organisator (wie kent hem blijkbaar niet?) door de mensenmassa om de stembriefjes in ontvangst te nemen. Daar wij tijdens de finale niets anders hadden gedaan dan op alle 94 meegejatte briefjes de naam van onze favoriet in te vullen, kwam het niet meer als een verrassing dat de publieksprijs naar Sebastian Bartman ging. De juryprijs was voor Samuel Liégeon. De prijs voor het onritmisch spelen van de thema’s ging naar alle kandidaten. Stichtingsvoorzitter Hans Koenders had er weinig woorden voor nodig, voor de Oscaruitreiking zal hij dan ook nooit worden gevraagd. Dame Wilson bedankte iedereen nog eens, vooral ene meneer Samaraia …eh… Santamaria… eh… Bij navraag en een rood hoofd later bleek het hier te gaan om jurylid Szigmond Szathmáry.

Eindelijk kon er, maar alleen via vooraf gekochte consumptiebonnen in diverse kekke kleuren, genoten worden van sinaasappelsap, rode en witte wijn. De twee franse finalisten stonden er wat eenzaam bij, totdat een oud-deelnemer ze uit hun lijden verloste en er alsnog een geanimeerd gesprek volgde in hun eigen taal, die sinds het heengaan van Ewald Kooiman niemand in Haarlem blijkbaar meer beheerst. De oude Don Pietro liep oplettend door de beuken van zijn vroegere kerk en zag dat het goed was. [KERNSTEEK]

Wilt u reageren? Mail ons dan via

info@orgelnieuws.nl

 

Via Facebook zijn diverse reacties binnengekomen

En wederom gaat Kernsteek met scherpe pen de soms intense lulligheid van de Nederlandse orgelwereld te lijf. Maar gaat Kernsteek niet een beetje op de allerkleinste dingen zitten? Ironie tot op de millimeter gaat ook een keer vervelen! Gerwin Hoekstra, Winsum

En alweer een kernsteek die de aandacht zal trekken, en scherp analyseert. Millimeter gedoe houdt een column interessant, we wachten alweer op de volgende…. Frans van der Grijn, Den Haag

© 2010 www.orgelnieuws.nl