Het bureauorgel uit 1786 van H.H. Hess in de Hervormd Kerk van Kapelle is gerestaureerd door Wimmenhove Orgelmaker te Hoogeveen. Op zaterdag 27 september 2025 werd het instrument opnieuw in gebruik genomen.
Het orgel kwam in 1898 tijdens een openbare veiling in het bezit van Pieter Joziasse (1858-1951), winkelier en fruitteler te Serooskerke. In de jaren daarvoor was het ononderbroken in Walchers privébezit. In 2012 schonk kleinzoon P.A.C. Joziasse het instrument aan de Hervormde Kerk van Kapelle.
In 2023 werd het orgel overgedragen aan de Stichting Bätz-Witte Concerts Kapelle, die het liet restaureren. Adviseur was Dirk Bakker. De werkzaamheden werden uitgevoerd door Rini Wimmenhove (Wimmenhove Orgelmaker) te Hoogeveen.
Zorgelijke toestand
Het orgel verkeerde in zorgwekkende staat, mede als gevolg van de inundatie van Walcheren in 1944. De inwerking van zout water op hout, leer en ijzeren onderdelen had tamelijk desastreuze gevolgen.
Goedbedoelde, maar allerminst vakkundige herstelpogingen in de jaren daarna hebben het orgel meer kwaad dan goed gedaan. Uiteindelijk bleek er nauwelijk een onderdeel dat niet gerestaureerd moest worden.
Gierveld
Aanvankelijk werd nog gedacht dat het orgel in Het Nederlandse huisorgel van dr. A.J. Gierveld onder (catalogus-)nummer 117 was beschreven. Later bleek dat niet het geval te zijn, al had Gierveld het orgel wel heeft gedocumenteerd. Dit laatste werd door Wimmenhove ontdekt in Giervelds manuscripten, bewaard in het Utrechts Orgelarchief.
Historische aanpassingen
Tijdens de restauratie bleek dat in het begin van de negentiende eeuw de oorspronkelijke Gemshoorn 1 voet bas was vervangen door een gedekt tweevoetsregister van naaldhout. De benaming ‘Gemshoorn’ bleef daarbij ongewijzigd. Ook werd bij die gelegenheid een piano/forte-trede toegevoegd. Vergelijkend onderzoek wees op het werk van de Middelburgse orgelmaker Frederik van der Weele (1752-1840).
Restauratie
De windvoorziening en windlade zijn geheel gerestaureerd. Het al te sterk aangetaste windkanaaltje werd vervangen met gebruikmaking van oud eikenhout, afkomstig van het vervangen balgmiddenblad. Er is een nieuw gesmede voettrede aangebracht die in het midden aangrijpt, zoals bij Hess gebruikelijk. De mechaniek van de tremulant is gereconstrueerd. Het tremulantkastje was ruim genoeg om aan de achterzijde een regelgordijn voor de windmotor aan te leggen.
De oude (dubbele) piano/forte-sleep was dermate gehavend, dat ervoor is gekozen om deze te vernieuwen. In de bodem van de ventielkast was nog het gat zichtbaar van het oorspronkelijke ontlaatventiel; dit is nu weer aangebracht en met een touwtje en klein tuimelaartje verbonden aan het knopje van de rechter schijnlade.
Klavier
Alle ontbrekende delen van het klavier zijn bijgemaakt. De toetsen scharnieren nu weer op perkament, zoals in 1786. De (Cuba-)mahonie registerknoppen zijn ontdaan van later aangebrachte verf en in lijnolie gezet. Niet-originele stiften zijn vervangen.
De aangetroffen registerplaatjes waren dermate beschadigd dat ze opnieuw zijn vervaardigd van orgelmetaal en gekalligrafeerd door Jaline Schaak-Wimmenhove te Zuidwolde (Dr.)
Meubel
De achterwand van de onderkas is deels nog aanwezig, deels aangevuld. De knopjes van de schijnlaadjes en de windwijzer zijn gereconstrueerd. De kandelaars van messing zijn nog origineel.
Het snijwerk is gestoken uit lindehout en is omgeven door een zwart gepolitoerde rand, deels verguld en geschilderd door Rob de Klark te Hardenberg. De achterzijde is bespannen met zwart doek.
De klavierlat en de bakstukken zijn hersteld en opnieuw zwart gepolitoerd. Op verzoek is een orgelklep in stijl bijgemaakt (met extra slot) naar voorbeeld van een vergelijkbaar Hess-bureau-orgel te Meppel. De achterwand en het orgelbankje zijn nieuw vervaardigd, conform de kleur van de orgelkas.
Pijpwerk
Het pijpwerk is grondig nagezien, stemschade is hersteld, deuken zijn verwijderd en waar nodig zijn pijpen verlengd. Ondanks alle beschadigingen bleken er toch voldoende pijpen te zijn waarvan de originele lengte – en dus toonhoogte – kon worden vastgesteld.
Eén metalen pijpje van de Quint en zeventien houten pijpen van de Gemshoorn zijn nieuw gemaakt, geheel naar voorbeeld respectievelijk Hess en Van der Weele. Deze pijpen vervangen allerhande afwijkend materiaal, dat provisorisch op de lade was gezet.
Ingebruikname
Bij de ingebruikname op zaterdag 27 september werd het orgel bespeeld door Mark Christiaanse en Wouter van der Wilt. Medewerking verleenden Vocaal Ensemble AMUSE en het Panorama String Quartet.
Dispositie
Manuaal C-f3
Holpijp 8 voet bas en discant
Gemaakt van kwartiers eiken, aan bovenzijde op de naden voorzien van perkamentstroken, vanaf c rondom, met toonnotaties in inkt. C-Dis staan geheel rechts achter in de kas; C-dis spreken aan de opengewerkte achterzijde.
Prestant 8 voet discant
Metaal; c1-e1 met geritste labia, rest met gewreven labia.
Fluit 4 voet bas en discant
Bas eiken, gedekt, met perkamentstroken en toonnotaties. Discant metaal, conisch open, wijde mensuur.
Quint 3 voet discant
Metaal, open cilindrisch, prestantmensuur. c1 nieuw; gewreven labia.
Octaaf 2 voet bas en discant
Metaal; C-E met geritste-, rest met gewreven labia.
Gemshoorn (2 voet) bas
C-F fijnnervig vurenhout, gedekt. Jonger dan 1786, vermoedelijk F. van der Weele; Fis-h nieuw; c-h met doorboorde stoppen.
Tremulant – inliggend
Piano/forte-trede – werkt via een dubbele sleep op de Octaaf 2 voet bas/discant en Quint 3 voet discant
Windvoorziening: magazijnbalg met enkele vouw en rechts opgaande schepbalg met windwijzer en voetbediening.
Winddruk: 48 mm WK
Toonhoogte: a1 443.5 Hz bij 18oC
Stemming: Neidhardt 1724








