Text Example

advertentie

Het Orgel Als Orkest

Volume 3 Meditations Symphonique

Improvisaties en koralen Geneefs Psalter

Wouter van den Broek, orgel

Organ Classics OC.2450506-1 en OC.2450506-2

Speelduur 68:13 (CD 1) en 70:58 (CD 2)

Booklet 24 pagina’s (N, E)

In het begin van het cd-tijdperk kwam een reeks cd’s van het label Fidelio uit met opnamen van onder andere Wim van Beek (Martinikerk, Groningen), Stoffel van Viegen (Domkerk, Utrecht), Kees van Houten (Helmond), Leo van Doeselaar (Alkmaar) en Wouter van den Broek (Nijmegen, Breda). Veel bekende namen, maar een bleef tamelijk onbekend: Wouter van den Broek. Enkele jaren geleden kwam hij weer in beeld met een cd met Frans-romantische orgelmuziek, opgenomen in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. En vorig jaar verschenen drie dubbelcd’s tegelijk, met als titel ‘Het Orgel Als Orkest’.

Klik hier om dit artikel te bestellen

Twee van de drie boxen zijn gevuld met Frans-romantisch repertoire (Franck – Trois Pièces, Six Pièces, Trois Chorals, alsmede enkele losse werken – en Eugène Gigout – Dix Pièces). De onderhavige derde box heeft als titel ‘Meditations Symphonique. Improvisaties en koralen [uit het] Geneefs Psalter’. Van den Broek schrijft dat deze improvisaties zonder voorbereiding éénmalig in de opgenomen volgorde zijn gespeeld. Het zijn geen voorbedachte composities, en dat is o.a. te horen in de registratiewisselingen (zonder registratieassistent) die ook op het moment zelf moesten worden bedacht.

De opnamen zijn gemaakt in de St.-Remigiuskerk te Viersen (Duitsland, nabij Venlo), waar een interessant orgel van Gerald Woehl uit 1984 staat. Het orgel bevat zowel Frans-klassieke als Frans-symfonische elementen. Woehl liet zich enerzijds inspireren door Dom Bedos en anderzijds door Cavaillé-Coll. Het resultaat is een zeer opmerkelijk en kleurrijk vierklaviers orgel, compleet met chamades waarmee je heerlijk improviserend kunt schilderen. De warme grondstemmen van het Grand Orgue, de enorme power van het Bombarde, het rijk bezette Récit, in een zeer effectieve zwelkast geplaatst, het direct klinkende Positif en het stevige Pédale blijven inspireren.

De melodieën van het Geneefs psalter lenen zich goed voor improvisaties in een symfonisch idioom. Het is de kunst om daarbij de vorm vast te houden en creatief te blijven. En vooral om niet te verzanden in een al te simpel gebruik van melodie, harmonie en ritme. Helaas kan ik na het beluisteren van de twee improvisatie-cd’s niet veel anders constateren dat Van den Broek weliswaar over de nodige flair beschikt, maar op deze vlakken toch tekort schiet. Sommige improvisaties beginnen veelbelovend (zoals Psalm 88, nummer 1 van de eerste cd), maar ontwikkelen zich voorspelbaar en eindigen dan in een effectvol – of effectbejagend? – tutti . Van den Broek is op z’n best in meditatieve momenten, waarin hij op het Récit prachtig schildert met de fraai versmeltende grondstemmen. Maar zelfs dat begint na een keer of drie voorspelbaar te worden. Je moet wel een grote fan zijn van Geneefse Psalmen om zo’n cd helemaal af te luisteren. Die fans zullen er echter vast wel zijn.

Het begeleidende boekje bevat een uitvoerige toelichting van Wouter van den Broek bij het idee dat aan de drie cdboxen ten grondslag ligt, de gebruikte registraties in de eerste twee boxen, achtergronden en dispositie van het Woehlorgel en een levensbeschrijving van de uitvoerder. De lay-out is erg rommelig en weinig doordacht. De enige foto van het Woehlorgel geeft geen goede indruk van de vormgeving in relatie tot de kerk en is bovendien matig van kwaliteit.

Jammer dat dit deel van deze productie net niet wat meer kwaliteit heeft. Ik acht Van den Broek daartoe zeer goed in staat en het boeiende orgel verdient het. [ERIK VAN DER HEIJDEN]