
Op zondag 22 juni klonk het Gerstenhauer/Hillebrand-orgel in de protestantse kerk De Burght in Den Burg voor het eerst weer na omvangrijke werkzaamheden, uitgevoerd door Mense Ruiter & Van Rossum Orgelmakers.
De uitgevoerde werkzaamheden combineerden groot onderhoud met restauratie van diverse onderdelen en de reconstructie van de windvoorziening, waaronder de plaatsing van twee nieuwe spaanbalgen.
Historie
De bouw van het orgel werd in eerste instantie begonnen door Johann Michael Gerstenhauer en na diens overlijden voltooid door Jan Adolf Hillebrand. Hoewel het rijzige twaalfvoets front een aanzienlijk groter instrument doet vermoeden, telt het orgel slechts elf registers, verdeeld over één manuaal met aangehangen pedaal. Alleen de torens en de onderste velden van het hoofdfront zijn sprekend; de overige frontpijpen zijn vervaardigd uit hout.
Eerdere restauraties
In 1953 werd het orgel gerestaureerd door de firma Gebr. Van Vulpen. Daarbij werden de oorspronkelijke spaanbalgen vervangen door magazijnbalgen, het pedaalklavier vernieuwd en het pijpwerk geherintoneerd. Hierbij werden onder meer de kernen vernieuwd, nieuwe steminrichtingen aangebracht en de voetopeningen verruimd.
Na restauratie van de kerk voerde de firma Spanjaard in 1964 nog herstelwerk uit.

In 1991 werd het orgel opnieuw gerestaureerd, ditmaal uitgevoerd door Mense Ruiter. De orgelkas werd voor een deel van nieuwe panelen voorzien en de frontpijpen en ornamenten werden opnieuw verguld. Het instrument werd opnieuw geïntoneerd op een hogere winddruk. De magazijnbalg van Van Vulpen bleef gehandhaafd.
Recente werkzaamheden
In een offetetraject onder advies van Theo Jellema viel de keuze op de firma Mense Ruiter & Van Rossum voor de uitvoering van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan het orgel. Het werk omvatte:
- Schoonmaak van het gehele instrument
- Volledige restauratie van de windlade, waarbij het raamwerk met scheien intact bleef; sponsels zijn waar mogelijk vervangen, cancellekkages verholpen, ventielen opnieuw beleerd, pulpeten vernieuwd en draadwerk deels vervangen
- Restauratie van het manuaalklavier
- Vervanging van geleide- en dempingsstoffen en afstelling van de veren van het pedaalklavier
- Herstel van het walsbord, waarbij de voering is verwijderd; de gaten zijn gevuld en opnieuw geboord zonder voering
- Reiniging van mechaniekdelen, het verhelpen van overmatige speling en het grafiteren van draaiende delen
- Reconstructie van de windvoorziening: de magazijnbalg werd vervangen door twee nieuwe, treedbare spaanbalgen, geplaatst in een nieuwe balgkas; tevens werd de windmotor verplaatst en nieuwe kanalisatie aangelegd tot in het orgel
- Herstel van het pijpwerk, waar nodig; aanvullingen van papieren pakkingen bij de gedekten, opronding van trompetpijpen en verbetering van hun bevestiging in de hangers
- Correctie van de klankgeving, met name in de Prestant 8’, waar een aanzienlijke verbetering werd bereikt
- Aanpassing van de stemming, in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gewijzigd van evenredig zwevend naar 1/6 komma

Uitbreiding
Al sinds de jaren negentig bestaan er plannen (onder andere gemaakt door Jan Jongepier) om het orgel uit te breiden met een tweede klavier en een vrij pedaal. Het Texelse College van Kerkrentmeesters heeft hiervoor toestemming gegeven. Voor realisatie is men echter nog op zoek naar aanvullende externe financiering. Bij de bouw van de nieuwe balgkas is al rekening gehouden met de mogelijke plaatsing van een pedaalkas.
Dispositie
Manuaal C-f3
Bourdon 16 – vanaf c0
Prestant 8
Holpijp 8
Fluittravers 8 discant
Octaaf 4
Fluit d’amour 4
Quint 3
Superoctaaf 2
Mixtuur I-III
Sesquialter II discant
Trompet 8
Pedaal C-f1
Aangehangen
Werktuiglijk register
Tremulant
Samenstelling Mixtuur
C | 1 | ||
c | 1 1/3 | 1 | |
c1 | 2 | 1 1/3 | 1 |
Bronnen:
- Jongepier, Jan (eindred.). Het historische orgel in Nederland 1790–1818. Amsterdam: Stichting NIvO, 1999. (Encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland; dl. 4)
- Sander Booij (Mense Ruiter & Van Rossum Orgelmakers), mededeling aan de redactie, 8 juni 2025