
Er zijn van die opnames die je het liefst live zou willen meemaken – deze cd hoort zonder twijfel in die categorie. Probeer Toulouse maar eens uit je luidsprekers te krijgen. In het gunstigste geval leidt dat tot wat gemopper van huisgenoten of buren, en kom je ergens in de buurt. Maar meestal is het behelpen. En dat is allerminst een pleidooi om deze productie links te laten liggen – integendeel!
Het concept is niet nieuw: Bach bewerken blijft een dankbare bezigheid. Het verveelt nooit. Jean-Baptitste Dupont voegt daar zijn visie aan toe – en dat is voor hem een serieuze zaak, blijkt zowel uit zijn eigen toelichting als het klankresultaat van deze opname. Zijn manier van arrangeren doet aan die van Wilhelm Middelschulte denken: met veel respect voor het origineel, maar ook met een scherp oog voor symfonische mogelijkheden.
Let bijvoorbeeld op de Ouverture van de Suite in C-dur waar beide werelden samenkomen. En passant toont Dupont ook nog eens een hoog staaltje speeltechniek. Het dynamische lijnenspel van Bach is tot in detail hoorbaar zonder de symfonische kant te verliezen.
Proeve
Bijzonder is ook zijn omgang met de complexe Ricercar. Daar kon hij duidelijk niet kiezen: zet ik een strak plenum neer in de lijn van de grote Bach-werken, of benut ik juist de orkestrale klankmogelijkheden? Voor Bach was dit werk in zekere zin een late proeve van bekwaamheid. Dat werd het voor Dupont ook. Daarom hij programmeerde daarom deze Ricercar in beide gedaanten.
Spektakelstuk
En dan weer terug naar Toulouse. Van César Franck kennen we de beroemde uitspraak ‘L’orgue, c’est mon orchestre’. Geen wonder dat je tot zulke woorden komt als je vrijwel je hele orgelleven speelt op een orgel van Cavaillé-Coll. In Toulouse hebben kerk en orgel alles in huis om er een groot symfonisch feest van te maken. In de Chaconne – altijd weer een spektakelstuk – worden al die orkestrale elementen voluit benut. En toch blijft één vraag knagen: waardoor: waarom bewerkte Bach dit nooit zelf voor orkest?
Gezichten
Maar Cavaillé-Coll is meer. Hij weet in één instrument zowel synthese als meerdere gezichten te verenigen. In de twee versies van Ricercar horen we dit treffend terug. In de eerste klinkt de orkestrale visie van de bouwer en van Franck. In de organo pleno-variant klinkt het alsof je midden in de Duitse barok bent beland. Heel bijzonder. Je zou spontaan op zoek willen naar welke geheimen dit instrument nog meer prijs heeft te geven.
Dit is zo’n opname waarbij alles klopt: de visie, de uitvoering en het instrument – vijf sterren.
Bach – Arrangements & Transcriptions
Bach: Ricercar a 6 BWV 1079, Präludium und Fuge b-Moll BWV 867, Sinfonia ‘Wir danken Dir, Gott’ BWV 35, 3 Schübler Choräle BWV 645 (alleen digital), 648 en 650, Chaconne in d-moll BWV 1004, Suite in C-dur BWV 1066, Ricercar a 6 BWV 1079 (organo pleno version).
Jean-Baptiste Dupont, Cavaillé-Coll-orgel, St. Sernin, Toulouse (F)
Audite 97-834, TT 76’50, opname 09/2024, booklet 24 pp DU/EN/FR, prijs 15,99 | audite.de