
Het is alweer 150 jaar geleden dat in de Elzas een wonderkind werd geboren. Er zijn maar weinig mensen die zowel om hun theologische als om hun filosofische en wetenschappelijke kennis geroemd worden. Voeg daar een indrukwekkende carrière als tropenarts aan toe en een organistenstatus die grenst aan die van een superstar — en je kunt maar tot één naam komen: Albert Schweitzer.
Bij leven verscheen er al een film over zijn werk in de tropen. Opvallend genoeg opent die niet met een medisch tafereel, maar met Schweitzer vol op het orgel, voordat we met hem de jungle in trekken. Het zegt veel over zijn veelzijdigheid én over de indruk die hij als musicus maakte.
Herdenken
Alle reden dus om hem dit jaar te herdenken. Nou ja, herdenken…. Tot op heden is het nogal karig gesteld met Schweitzer-festiviteiten. Als theoloog en arts lijkt hij wat in de vergetelheid geraakt.
Muzikaal gezien is het kaarsje gelukkig nog niet helemaal gedoofd. Boeiend is het om te merken dat (wetenschappelijke) relevantie in de muziekwetenschap blijkbaar op andere gronden wordt beoordeeld dan in andere vakgebieden.
Treutmann
De Zwitser Daniel Meylan toog voor dit jubileum naar de kloosterkerk van Goslar, waar een indrukwekkend barokorgel van Treutmann staat. Een instrument dat haast vanzelfsprekend thuishoort bij een Bach-integrale en in karakter dicht aanleunt tegen de meer oostelijke orgelbouwers Hildebrandt en Silbermann.
Bloemlezing
Meylan kiest voor een bloemlezing uit vrije werken en vroege koralen – een selectie die Schweitzer zélf ook had kunnen maken. Al had deze laatste een voorliefde voor het Orgelbüchlein. Tegelijkertijd houdt daar de link met Schweitzer wel op. Meylan vertelt vooral zijn eigen Bach-verhaal, en dat is uiteraard zijn goed recht.
Waar Schweitzer stond nog midden in de legato-traditie stond en de grotere werken orkestraal geregistreerde, sluit Meylan meer aan bij de huidige praktijk. Daarbij mist hij soms vooral de vocale aanpak waar Schweitzer zo op stuurde. Vooral in Wir glauben all wordt de cantabile aanpak gemist – zowel in registratie als in tempo. Dat is jammer.
Presentatie
Toch zorgt Meylan voor een mooie presentatie van het Treutmann-orgel door gevarieerd te registreren. Let bijvoorbeeld op de twinkelende klank in het laatste deel van de Pastorale. Helaas laat de mechaniek zich soms nadrukkelijk horen en lijken er her en der wat ontstemmingen te zijn.
Het resultaat is een aangenaam Bach-concert. Maar Meylan weet daarmee niet uit te stijgen niet boven de middenmoot.
Hommage à Albert Schweitzer – Œuvres de J. S. Bach
Bach: Preludium en Fuga C-dur BWV 547, Fantasia en Fuga in g-moll BWV 542, Choralbearbeitungen BWV 721, 727, 734, 733, 738, 740
Daniel Meylan, Treutmann-orgel (1734-1737), Goslar-Grauhof
Hortus – 247, TT 57’33, opname 2025, booklet 16 pp FR/DU); prijs € 19,00 | editionshortus.com