Text Example

advertentie

Op vrijdag 1 juni werd in Puiflijk het Saamhorigheidsorgel in gebruik genomen met een concert door de Parijse organist Daniel Roth. Het nieuw gebouwde Frans-romantische instrument staat opgesteld in de moderne orgelzaal ten huize van Jurjen en Tineke de Vries.

Van 2003 tot 2007 hebben Jurjen de Vries en Hermen Meijer gebouwd aan het nieuwe 23 stemmen tellende orgel. Daarin werden zij bijgestaan door Verschueren Orgelbouw uit Heythuysen. Wim Janssen, intonateur bij Verschueren, verzorgde de intonatie van het orgel. Aan deze vruchtbare samenwerking dankt het orgel ook zijn naam: Saamhorigheidsorgel

De kiem voor het Saamhorigheidsorgel werd gelegd in 1988 toen Jurjen de Vries een huisorgel kocht dat in eerste aanleg door Cees van Wijk uit Zetten was gebouwd. Samen met Hermen Meijer werd het orgel gewijzigd en met gebruikt materiaal uit onder andere het Flentrop-orgel (1934) van de Landbouwhogeschool te Wageningen ontstond een Frans-romantisch geïnspireerd mechanisch orgel (18/II/P + koppelklavier). Opgesteld in een soort schaapskooi werden vele huisconcerten op het orgel gegeven.

De plannen die tussen 1997 en 2000 ontstonden voor de bouw van een grotere ruimte konden uiteindelijk verwezenlijkt worden. Onder architectuur van Otto van Dijk werden de oude gebouwen geïntegreerd in c.q. uitgebreid met twee nieuwe vleugels: een woongedeelte en een orgelzaal met 42 zitplaatsen. Het oude huisorgel zou in gewijzigde vorm een plaats moeten krijgen in de nieuwe zaal. Toch werd besloten om een nieuw instrument te bouwen, dat geheel afgestemd kon worden op de nieuwe, modern vormgegeven ruimte: het Saamhorigheidsorgel.

Het orgel is gebouwd in Frans-symfonische stijl, waarbij zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij het werk van Cavaillé-Coll, zonder een slaafse kopie te willen maken. De dispostie verraadt ook invloeden van Mutin.

Het orgel staat in een kas van Frans eiken, die wat vormgeving betreft is afgeleid van het Verschueren-orgel (1998) in Gotenburg. De vrijstaande speeltafel en terrasse staat midden voor het orgel opgesteld en is eveneens uitgevoerd in Frans eiken met palissander voor de bakkstukken, de klavierplank en de registerknoppen. De registerschildjes zijn van porselein met voor elk werk een gekleurde omranding. De werktuigelijke registers zijn uitgevoerd als voettreden met daaronder een gekleurde nomenclatuurlijst volgens dezelfde kleurcodering als de registerschildjes.

De windladen werden gebouwd door Verschueren. De G.O.-lade is geplaatst achter het middenfront, daarachter het Récit (in zwelkast), aan weerszijde zijn de beide pedaalladen geplaatst. Het pijpwerk werd voor een groot deel nieuw gemaakt door de firma Stinkens in een mensurering volgens de tabellen van Cavaillé-Coll. Het grotere binnenpijpwerk bestaat uit passend ouder materiaal.

• Meer gedetailleerde informatie over het Saamhorigheidsorgel en de architectuur van de orgelzaal is te lezen op de website www.huisorgel.nl

• De uitgebreide versie van een impressie van de ingebruikname en een vraaggesprek met Jurjen de Vries door Wim Eradus is HIER te lezen.

Dispositie

Grand Orgue C-g3

Bourdon 16

Montre 8

Bourdon 8

Flûte harmonique 8

Prestant 4

Flûte douce 4

Doublette 2

Cornet IV

Plein Jeu II-V

Récit C-g3

Cor de Nuit

Salicional 8

Gamba 8

Voix Celeste 8

Flûte Octaviante 4

Nazard 2 2/3

Octavin 2

Plein Jeu II-III

Trompette 8

Basson Hautbois 8

Pédale C-f1

Soubasse 16

Flûte 8

Basson 16

Trompette 8

Voettreden van links naar rechts

Appèl/Renvoi Bass. 16’ (Pédale)

Appèl/Renvoi Tr. 8’ (Pédale)

Appèl/Renvoi Tr. 8’ (Récit)

Tirasse Réc.

Tirasse G.O.

Expression Réc.

Copula G.O. – Réc.

Copula Rec. – G.O.

Tremolo Réc.

Tremolo G.O.

Appèl/Renvoi Oct. Grav. Réc. (ook als registertrekker)

Speel- en registertractuur: mechanisch