Ingebruikname gerestaureerd orgel Dorpskerk Pijnacker

orgel dorpskerk pijnacker

Op donderdag 25 oktober wordt het orgel in de Dorpskerk te Pijnacker opnieuw in gebruik genomen. Het Knipscheer/Kam & Van der Meulen-orgel werd gerestaureerd door Consultare / Orglarstvo Škrabl.

Text Example

advertentie



Het orgel in de protestantse Dorpskerk vindt zijn oorsprong in 1830 toen de firma Knipscheer en Zoon te Amsterdam een orgel van veertien stemmen op Hoofdwerk en Bovenwerk plaatste.

Kam & Van der Meulen
Het instrument werd in 1851 omgebouwd door de firma Kam & Van der Meulen te Dordrecht. De orgelkas ontleent zijn huidige omvang en aanzien aan deze ombouw. Delen van het Knipscheer-front werden hiervoor hergebruikt, zo werd bij de recente restauratie vastgesteld.

Het orgel werd uitgebreid met een Bourdon 16 en een Trompet 8 op het Hoofdwerk. Verder werd de klaviatuur nieuw gemaakt. De drie balgen van Knipscheer bleven naar alle waarschijnlijkheid gehandhaafd. Het orgel had daarna de volgende dispositie (volgens Hess):

Manuaal
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur, Cornet, Echotrompet 8

Bovenclavier
Holpijp 8, Viola di Gamba, Quintadeen, Open fluit 4, Fluit 2

Overplaatsing
In 1893 werd het orgel door de firma Van Oeckelen geplaatst in het huidige kerkgebouw dat in 1892 verrees op de plaats van de oude kerk. Waarschijnlijk werd daarbij een nieuwe windvoorziening aangelegd.

Op een later moment werd de Fluit 2 van het Bovenwerk vervangen door een Voix Céleste 8, de Viola di Gamba 8 door een nieuw exemplaar. Ook werd een tremulant toegevoegd en de Echotrompet 8 voorzien van nieuwe zinken bekers.

Na de uitbreiding van de kerk met twee zijbeuken, werd het orgel in 1932 van de oostzijde naar zijn huidige positie aan de westzijde verplaatst door de firma Van der Kleij. De bazuinblazende engelen op de zijtorens vervingen door andere bazuinblazende figuren. Het orgel werd tevens voorzien van een elektrische windmotor.

Het orgel staat sinds 1933 op zijn huidige plaats aan de westzijde van de kerk

Van der Linden
In 1967 onderging het orgel een ingrijpende ombouw en uitbreiding door Jac. van der Linden te Leiderdorp. Windvoorziening, mechanieken en klaviatuur werden geheel vernieuwd. De windladen werden ingrijpend verbouwd en op nieuw stalen stellingwerk geplaatst. Het orgel kreeg een zelfstandig pedaal (de omvang uitgebreid tot f1) met gebruik van de Bourdon 16 van Kam & Van der Meulen, geplaatst in de verdiepte orgelkas aan de achterzijde. De dispositie werd sterk gewijzigd in neobarokke trant: (* = nieuw):

Hoofdwerk
Bourdon 16 D, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-III, Sesquialter II D *, Trompet 8 *

Bovenwerk
Holpijp 8, Quintadena 8, Prestant 4 *, Open fluit 4, Gemshoorn 2 *, Quint 1 1/3 *, Dulciaan 8 *, Tremulant

Pedaal
Subbas 16, Prestant 8 *, Octaaf 4 *

In 1975 werd het orgel opnieuw door Van der Linden gewijzigd. De Mixtuur werd vervangen door een nieuwe, vijf sterke mixtuur in neobarokke factuur. Het pedaal kreeg een uitbreiding met een fors gemensureerde Bazuin 16 op een tweede, nieuwe pedaallade.

Van Heyningen
Ook In 1984 werd het orgel uitgebreid, nu door Van der Lindens opvolger Van Heyningen. Het orgel kreeg een Zwelwerk van acht stemmen, opgesteld in een verdiepte orgelkas tussen de overige manualen en de pedaallade. Het werk werd bespeelbaar vanaf een derde manuaal.

Zwelwerk
Baarpijp 8, Gamba 8, Céleste 8, Gemshoorn 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Cymbel III-IV, Hobo 8, Tremulant

Ook het pedaal kreeg een uitbreiding: een Gedekt 8 op een kantsleep.

De laatste uitbreiding zorgde door een gecompliceerde aanleg voor een moeizame speelaard. Ook de krappe opstelling van het pijpwerk droeg niet bij aan een goede uitspraak en bereikbaarheid voor stem- en onderhoudswerk.

Restauratie
Uit een in de afgelopen jaren uitgevoerde inspectie kwam naar voren dat de gegroeide situatie ‘niet houdbaar was, niet in technische zin en niet in klanktechnische zin’. Onder advies van Aart Bergwerff werd ervoor gekozen het orgel opnieuw op te bouwen. Het negentiende-eeuwse materiaal werd daarvoor als uitgangspunt genomen. Wel bleef het concept van een drieklaviers instrument met zelfstandig pedaal, zwelwerk en zijkantbespeling bestaan.

De opdracht voor de uitvoering van de restauratie werd gegund aan Consultare Orgelbouw en Adviesbureau in samenwerking met de Sloveense orgelmaker Škrabl. Het werk ging in 2017 van start.

Orgelkas
De orgelkas werd geheel hersteld en teruggebracht tot de proporties van 1851 en voorzien van een nieuwe achterwand. Het pedaal kreeg een nieuwe, vrijstaande kas achter de hoofdkas, gescheiden door een stemgang. Schilderwerk werd hersteld en nieuw bladgoud aangebracht.

De herstelde orgelkas met nieuwe klaviatuur en achterwand. Rechts op de foto een deel van de nieuwe pedaalkas |© beeld Consultare

Windvoorziening
De windvoorziening werd hersteld en gereorganiseerd. Voor Hoofd- en Bovenwerk werd een nieuwe dubbelvouws magazijnbalg gemaakt. De bestaande hoofdbalg voorziet nu in wind voor het Pedaal en het Zwelwerk. Kanalisatie, metalen conducten, motorkist met regulatie en Bovenwerktremulant werden nieuw vervaardigd.

Windladen
De windladen van het Hoofdwerk en het Bovenwerk werden geheel hersteld, waarbij onder meer slepen, dammen, stokken en roosters zijn vernieuwd. Voor het Pedaal werd een nieuwe windlade gemaakt. Voor het Zwelwerk zijn de speeltechnische voorziening wel aangebracht, maar de lade, kas en pijpwerk zijn gereserveerd.

Klaviatuur en mechaniek
De klaviatuur is geheel nieuw vervaardigd. Het Kam-orgel in de Nieuwe Kerk te Zierikzee heeft hiervoor model gestaan. Het is hier uitgevoerd in drieklaviers variant, met enkele kleine ergonomische aanpassingen. De manualen zijn uitgevoerd als balansklavier. De nieuwe orgelbank is in hoogte verstelbaar.

Voor de nieuwe mechaniek is niet teruggegrepen op negentiende-eeuwse voorbeelden. Vanwege de opstelling van de klaviatuur in combinatie met de ladenopstelling is voor een moderne aanleg gekozen.

Nieuwe klaviatuur naar voorbeeld van Kam

Pijpwerk
Met uitzondering van twee pedaalstemmen keerde alle pijpwerk van ná 1851 niet meer terug in het huidige orgel. De registers van Knipscheer en Kam & Van der Meulen werd geheel gerestaureerd. Nieuw pijpwerk werd gemaakt naar voorbeeld van Kam.

Op het Hoofdwerk werden Mixtuur, Cornet en Trompet nieuw gemaakt, op het Bovenwerk de Viool de Gambe 8, Woudfluit 2, Flageolet 1 en Dulciaan 8. De voormalige Subbas 16 van het Pedaal is op het Hoofdwerk weer verenigd met de discant van Kam, daarom werd een nieuwe Subbas gemaakt. Ook de Basson 16 is nieuw. Voor het nog te plaatsen Zwelwerk zullen dispositie en maatvoering ook op het werk van Kam aansluiten.

Ingebruikname
Het orgel wordt donderdag 26 oktober 2018 officieel weer in gebruik genomen. Adviseur Aart Bergwerff zal het orgel dan bespelen in werk van onder meer Bach, Händel, Mendelssohn en Rheinberger.  Jan Bambacht van Consultare Orgelbouw en Adviesbureau zal het orgel overdragen aan de kerkrentmeesters. De bijeenkomst begint om 20.00 uur, de kerk is open om 19.30 uur. Na afloop is er een receptie.

Zaterdag 27 oktober is er vanaf 14.00 uur een open middag met uitleg over het orgel en gelegenheid om te spelen. Er wordt om 17.00 uur afgesloten met een concert door Aart Bergwerff.

De kerkelijke ingebruikname is op zondag 28 oktober tijdens een kerkdienst die om 10.00 uur begint. De organisten van de Dorpskerk zullen het orgel dan voor het eerst in de eredienst bespelen.

 


Dispositie

Hoofdwerk C-f3
Prestant 8 – 1851, open, metaal; C-h front
Bourdon 16 – 1851/2018; C-h gedekt, grenen, c1-f3, gedekt, metaal
Holpijp 8 – 1830/1851; C-cis2 gedekt, grenen; d2-f3 halfgedekt, grenen
Octaaf 4 – 1830/1851, open, metaal
Quint 3 – 1830/1851, open, metaal
Fluit 4 – 1830; C-cis2 gedekt, grenen; d2-f3 halfgedekt, grenen
Octaaf 2 – 1830/1851, open, metaal
Mixtuur III-IV – 2018, open, metaal
Cornet IV discant – 2018, open, metaal, op verhoogde stok
Trompet 8 – 2018, stevels mahonie, bekers metaal, tongen en kelen messing

Bovenwerk C-f3
Holpijp 8 – 1830/1851; C-cis2 gedekt, grenen; d2-f3 halfgedekt, grenen
Quintadena 8 –1851, gedekt, metaal
Viool de Gambe – 2018, c-f3, open, metaal
Open Fluit 4 – 1830, open, grenen
Woudfluit 2 – 2018, open, cilindrisch, metaal
Flageolet 1 – 2018, open, metaal
Dulciaan 8 – 2018, stevels mahonie, bekers metaal, tongen en kelen messing, kelen C-h1 beleerd

Zwelwerk C-f3 – gereserveerd
Baarpijp 8
Viola di Gamba 8
Salicet 4
Fluit 4
Nasard 2 2/3
Gemshoorn 2
Carillon III
Echotrompet 8

Pedaal C-f1
Subbas 16 – 2018, gedekt, eiken
Gedekt 8 – 1984, gedekt, metaal
Octaaf 4 – 1984, open, metaal
Basson 16 – 2018, stevels mahonie, bekers metaal, tongen en kelen messing, kelen C-f beleerd

Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk – Bovenwerk
Koppeling Pedaal – Hoofdwerk
Koppeling Pedaal – Bovenwerk
Tremulant Bovenwerk

Samenstelling vulstemmen

Mixtuur III-IV
C : 2 – 1 1/3 – 1
G : 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
a1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
h1: 5 1/3 – 4 – 2 2/3 – 2
cis3: 8 – 5 1/3 – 4 – 2 2/3

Cornet IV discant
c1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 3/5

 

Toonhoogte: a1 = 440 Hz bij 20° C
Stemming: evenredig zwevend
Winddruk: 79 mm wk

 

Bron: Programma voor de overdracht en ingebruikname van het gerestaureerde orgel in de Dorpskerk te Pijnacker, donderdag 25 oktober 2018