l‘École du Nord

In 1984 voltooide de orgelbouwer Marc Garnier in de Sint-Janskerk in Belfort (F) een instrument in de stijl van de Noord-Duitse barok. Ter gelegenheid van het dertigjarig jubileum bracht Jean-Charles Ablitzer een cd uit met werken uit ‘de school van het Noorden’. Een cd die in meerdere opzichten een voltreffer is.

Text Example

advertentie



 

In de eerste plaats om het Garnier-orgel. Het kan wellicht verbazing oproepen dat er in Frankrijk een Noord-Duits barokorgel gebouwd is. Hoewel, drie jaar eerder presteerde Jürgen Ahrend hetzelfde in Toulouse. Waarom men in Toulouse voor een dergelijk instrument gekozen heeft, is mij niet bekend. De redenen in Belfort waren in elk geval plausibel. Niet alleen was het orgel bestemd voor de Lutherse eredienst, maar ook zou het een waardevolle aanvulling kunnen vormen op de andere orgels in Belfort, waaronder een Waltrin/Callinet-orgel in de kathedraal. Het project in Belfort werd destijds gesteund door Ton Koopman, Harald Vogel en Klaas Bolt. De keuze viel op de orgelbouwer Garnier, die niet alleen afkomstig was uit Belfort, maar ook zich tijdens zijn studie bij Rudolf von Beckerath in Hamburg verdiept had in de Noord-Duitse orgelbouw.

 

Garnier wilde geen reconstructie maken van een bestaande instrument, maar een ‘reconceptie’ van een nieuw instrument naar oude principes. Daarbij paste hij springladen toe, naar het voorbeeld van de orgels in Langwarden en Stade. Garnier, die ook moderne orgelfronten ontworpen heeft, koos in Belfort voor een historiserende vormgeving. Denk je het rugwerk weg, dan herinnert Belfort aan Steinkirchen. Denk je de pedaaltorens weg, dan herinnert Belfort aan hoofd- en rugwerk in Norden. Het geheel doet in de verte denken aan het orgel in de St. Pankratius in Hamburg-Neuenfelde, met dit verschil dat de pedaaltorens daar niet vrijstaan en bovendien forser zijn. Deze voorbeelden maken duidelijk dat het Garnier-orgel eruit ziet als een Schnitger-orgel, zonder een kopie van een Schnitger-orgel te zijn.

 

Maar het is niet alleen lust voor het oog, maar ook een lust voor het oor. Het boekje zegt geen woord teveel als het spreekt van de ‘stralende rijpheid’ van de jubilaris. Het is een overtuigend Noord-Duits barokorgel geworden, met een schitterende klank. De enige kanttekening die ik na het beluisteren van de cd zou kunnen maken is dat de hoofdwerktrompet in de discant wat dunner van klank wordt, waardoor het karakterverschil met de Kromhoorn van het rugwerk wat kleiner wordt. Maar afgezien daarvan, alleen al om het Garnier-orgel kan ik deze cd van harte aanbevelen.

 

De tweede reden is het gespeelde repertoire. De organist heeft een prachtig programma samengesteld, van Sweelinck en (Hieronymus) Praetorius tot Buxtehude en Böhm, dat het instrument volledig tot zijn recht laat komen.

 

Het spel van Jean-Charles Ablitzer geeft geen reden de cd niet aan te schaffen. Ik druk me wat voorzichtig uit. Want ook al articuleert Ablitzer zorgvuldig, met name in de Toccata van Sweelinck staan er mij nog teveel noten onder één legatoboog. Jammer genoeg houdt Ablitzer zijn tempi niet altijd vast. Zo neemt het tempo in het tweede vers van Weckmanns ‘Ach wir armen Sünder’ hoorbaar af, waardoor het wat moeizaam klinkt. In het derde vers schiet het tempo echter ineens omhoog, zodra de cantus firmus inzet. Ik kreeg de indruk dat hier twee fragmenten aan elkaar gelast zijn waarvan de tempi niet gelijk waren. Helaas daalt het tempo weer naarmate het vers vordert.

 

De zettingen die Ablitzer aan de verschillende koraalbewerkingen vooraf laat gaan zijn echter een regelrechte misser. Niet alleen omdat ze overbodig zijn (vooral bij ‘Jesu, wollst uns weisen’ van Scheidemann), maar ook en vooral omdat er hoorbaar harmonisatiefouten in zitten. Zo komt er in Ablitzers zetting van ‘Herzlich lieb hab ik dich, o Herr’ tot twee keer toe een kwintparallel tussen sopraan en bas voor.

 

Dat laat onverlet dat er op deze cd veel moois te beluisteren valt. Vooral van Ablitzers uitvoering van ‘Christe qui lux es et dies’ van Hieronymus Praetorius heb ik bijzonder genoten. Ook zijn Tunder-vertolkingen mogen er zijn.

 

Kortom: schitterend orgel, prachtig repertoire, redelijk tot goed orgelspel.

 

l’École du Nord

Jean-Charles Ablitzer
orgue Garnier du Temple Saint-Jean de Belfort

 

Toccata in a (Sweelinck); Christe qui lux es et dies, 4 versets (Praetorius); Praeambulum in d; In dich hab ich gehoffet Herr; Jesu wolltest du uns weisen; Herzlich lieb hab ich dich, o Herr (Scheidemann); Ach mich armen Sünder (Weckmann); Praeludium in g – Canzona; Jesus Christus unser Heiland (Tunder); In dulci jubilo BuxWV 197 (Buxtehude); Praeludium in g BuxWV 149 (Buxtehude); Vom Himmel hoch da komm ich her; Praeludium in d; Partita sur le choral Ach wie nichtig, ach wie flüchtig (Böhm)

 

Label: Ligia Digital
Nummer:  CD Lidi 0109265-14
Speelduur: 75’23
Booklet:  32 pagina’s (FR/EN)
Prijs: € 17,50

 

[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” title=”BESTELSERVICE”][/button]