RECENSIE – Howells in King’s College Cambridge

Herbert Howells. Zijn naam hoorde ik voor het eerst in 1993. Lindenberg Boeken & Muziek uit Rotterdam had in dat jaar St. John’s College Choir naar Nederland gehaald voor een tournee. Ook nam Piet Lindenberg voor zijn LBCD-serie een psalmen-cd met het koor op in de Allemanskerk in Oudkarspel. Daarop stond onder andere Psalm 42, ‘Like as the heart’ van Herbert Howells.

Text Example

advertentie



Ik kon er niet aan wennen, die grillige muziek. De hele cd vond ik prachtig, maar Howells vond ik een miskleun. Ik beklaagde me erover toen ik weer eens in de winkel aan de Slaak kwam. ‘Je went er wel aan. En dan ga je het heel erg mooi vinden. Word eerst maar eens wat ouder’, zei Lindenberg.

Hij kreeg gelijk.

Herbert Howells (1892-1983) staat nu al jaren hoog op mijn lijstje favoriete Engelse componisten. Wat is zo mooi aan zijn muziek vindt? De muziek is laatromantisch of vroegmodern, eigenlijk nog tonaal. Het is diep geworteld in de Engelse traditie van Stanford, Parry en Wood, zijn leermeesters in Londen. Onmiskenbaar in de invloed van het gregoriaans, wat zich te horen is in de lange lijnen die hij componeert. Hij had een patent op mysterieuze stemmenweefsels, die je in bijna al zijn composities terug hoort. Zijn muziek is onaards en groots. En af. Helemaal af.

Hoewel Howells nooit echt een positie als kathedraalorganist bekleedde – hij was een paar maanden assistent organist in Salisbury – schreef hij veel kerkmuziek, vrijwel altijd in opdracht een van de vele cathedral choirs in Groot-Brittannië.

In 1935 overleed onverwacht zijn negenjarige zoon Michael aan polio. Howells heeft daarover de rest van zijn leven gerouwd, maar op advies van zijn dochter Ursula heeft hij zijn verdriet verwerkt in zijn muziek. En dat is naast de hartstocht die je altijd in zijn muziek hoort, een duidelijk element in zijn muziek: pijn!

En toch. En toch. Al zijn muziek roept bij mij een gevoel van groot geluk op. Groots en onaards.

Het voorval met de Lindenberg-cd schoot me te binnen bij het beluisteren van de nieuwe dubbel-cd die dirigent Stephen Cleobury maakte met The Choir of King’s College Cambridge, de King’s Voices en het orkest Britten Sinfonia. Op cd 1 staat An English Mass voor koor, orkest en orgel. Ik kende het werk niet en de eerste kennismaking viel niet mee. Wat een ondoorgrondelijke en vervreemdende muziek! Wat een pijn! Muziek zonder geluk. En slechts hier en daar een luide flard orgel.

Dat dacht ik. Na herhaald luisteren en het meermaals lezen van de toelichting in het boekje stel ik mijn mening bij. Howells, geboren en getogen in een baptistengezin, stapte over naar de anglicanen toen de grootheid van zijn muzikaal talent bleek. Na het overlijden van zijn zoon bleef hij componeren voor de anglicaanse liturgie, maar geloven kon hij niet meer. Toch was hij niet ongevoelig geworden. Het lijkt erop dat hij in zijn hopeloosheid alle teksten van de mis ter discussie stelt, schrijft Paul Spicer in het boekje. Dat voel ik mee. Toch zijn er soms momenten, flarden, waar ik toch geluk ervaar. In die korte orgelmomenten bijvoorbeeld. Ik begin deze mass al in mijn hart te sluiten.

Lezers van ORGELNIEUWS zijn uiteraard benieuwd naar het aandeel van hun geliefde instrument op deze dubbel-cd. Voor hen die Howells’ muziek voor koor en orgel kennen, zijn het Te Deum en het Magnificat (beide Collegium Regale, gecomponeerd in 1944) een verrassing. In beide werken klinkt namelijk niet het orgel – het instrument waarvoor Howells deze muziek schreef, maar speelt het orkest.De orkestratie van het Te Deum is van Howells zelf, gemaakt in 1977. De bekende Engelse componist John Rutter maakte recent de transcriptie van het Magnificat – de uitvoering op deze cd is de eerste geluidsopname ervan.

Als je deze muziek zo hoort, wat is een orgel dan eigenlijk maar een onhandig luchtverplaatsingsapparaat dat slecht in staat is om met de voortgebrachte geluiden gevoelens te vertolken. Wat een dynamiek heeft het orkest! De expressie komt met bakken uit je luidsprekers. Voorbeelden: Bij He has shown strength with his arm klinken pauken! En de inzet van het Gloria is onvoorstelbaar groots: orkest, vol orgel, koor zingt uit volle borst. World without end, amen, klinkt hoopvol. Aan het slot van het Te Deum (Let me never be confounded) gebeurt iets soortgelijks. Alsof vader Herbert erop hoopt dat hij toch ooit zijn zoon Michael zal weerzien.

Opvallend is dat deze kerkmuzikale werken met het orkest erbij opeens niet meer echt als kerkmuziek klinken, maar meer als concertmuziek. Dat komt ook doordat de zangers met wat meer vibrato zingen dan tijdens evensongs en eucharists.

Op cd 2 horen we – na een intrigerend celloconcert met solist Guy Johnston – dirigent Stephen Cleobury als organist. Dat is dan op de valreep, want hij gaat deze zomer met pensioen en vertrekt uit Cambridge. In een kort voorwoord vertelt Cleobury dat hij ‘kortgeleden’ voorzitter is geworden van de Herbert Howells Society, als opvolger van Sir David Willcocks (1919-2015).

In de orgelwerken Paean, en de in Engeland veel gespeelde werken Master Tallis’s Testament en de Rhapsody No 3 laat Cleobury horen dat hij veel affiniteit heeft met het oeuvre van Howells en dat het gerestaureerde Harrison & Harrison-orgel van King’s zeer geschikt is voor het uitvoeren van deze muziek. Wie Cleobury alleen maar kent als een wat afstandelijke muziekman, treft hier opeens een gepassioneerd mens aan.

De opname van het eigen label King’s College Recordings is onberispelijk. Het boekje verdient een eervolle vermelding (al staan de gezongen teksten er niet in, maar die kent toch iedereen), niet alleen vanwege de instructieve teksten, maar ook vanwege de prachtige foto’s die zijn genomen tijdens de opnamesessies. Ik kan ernaar blijven kijken. Op een ervan zie je de ante-chapel vol muzikanten en koorleden, allemaal casual gekleed te midden van een woud hoge microfoonstandaards. Alleen Stephen Cleobury draagt een pak. Een donker pak.

 


Howells – Cello Concerto / An English Mass

The Choir of King’s College Cambridge
Guy Johnston | Britten Sinfonia | Stephen Cleobury | Christopher Seaman

Te Deum (Collegium Regale); An English Mass; Magnificat (Collegium Regale, orch. John Rutter); Cello Concerto; Paean; Master Tallis’s Testament; Rhapsody No. 3 in C sharp minor

King’s College Recordings – KGS003, 2SACD hybrid, TT 103’37, booklet 28 p. EN, prijs £ 10,83 | kingscollegerecordings.com

of hier Klassiek.nl