Vollebregt/Gradussen-orgel Elshout gerestaureerd

Op zondag 19 mei is het gerestaureerde orgel van de parochiekerk St.-Jan Evangelist te Elshout in gebruik genomen met een concert door Jos Laus.

Text Example

advertentie



In 1858 maakte J.J. Vollebregt & Zoon uit ’s-Hertogenbosch een nieuw orgel voor de schuurkerk van de parochie te Elshout. Dit orgel had een hoofdwerk, een onderpositief en een aangehangen pedaal. In 1880 werd het orgel in de nieuwe neogotische kerk geplaatst.

De Gebroeders Gradussen uit Winssen wijzigden het orgel ingrijpend in 1898. De klaviatuur en de windvoorziening werden vernieuwd. Om meer ruimte op de balustrade te verkrijgen, werd het orgel naar achteren verplaatst. Het Positief werd haaks achter het orgel in de torennis geplaatst op een nieuwe chromatische windlade. De klaviatuur, die zich oorspronkelijk aan de zijkant bevond, werd onder de hoofdwerklade aangebracht op de plaats van het Positief.

De Gebroeders Gradussen wijzigden ook de dispositie. De Salicet 8 werd vervangen door een Prestant 4, de Octaaf 4 maakte plaats voor een Cello 8 en de Quint 3 voor een Salicionaal 8. Op het Positief plaatsten de Gebroeders Gradussen de Salicet van het Hoofdwerk als Céleste 8 (vanaf c0) en werd de Viola di Gambe vervangen door een nieuw exemplaar. Tenslotte werd een Subbas 16 op het Pedaal geplaatst. De toonhoogte werd met een halve toon verhoogd door het aanpassen van het bestaande pijpwerk.

De firma L. Verschueren uit Heythuysen voerde in 1951 een restauratie uit. De klaviatuur en de complete speelmechaniek werden vervangen. De dispositie werd aangepast. Op het Hoofdwerk werd de Cello 8 van Gradussen vervangen door een Sesquialter en werd de Prestant 4 deels vernieuwd. Op het Positief moest de Céleste het veld ruimen ten gunste van een Cimbel. De pedaalomvang werd met vier tonen uitgebreid, waardoor de Subbas moest worden aangevuld.

In 1968 werd het instrument schoongemaakt door de firma Verschueren. Bij deze gelegenheid werden de windladen voorzien van telescoophulzen.

Aan het eind van de jaren negentig was het orgel door lekkage en slijtage nauwelijks bespeelbaar. Jos Laus schreef als adviseur namens de KKOR een rapport. Vervolgens werden verwoede pogingen gedaan om zowel de kerk als het orgel een monumentale status te laten verkrijgen, waardoor een restauratie subsidiabel zou zijn. Helaas strandden de pogingen daartoe.

Dit voorjaar voltooide de firma Pels & Van Leeuwen uit ’s-Hertogenbosch een restauratie, waarbij de situatie van 1898/1951 als uitgangspunt diende. Een restauratie naar de toestand van 1858 werd wel overwogen, maar bleek om meerdere redenen niet wenselijk. De kas werd opnieuw geschilderd in een gebroken witte kleur. De tinnen frontpijpen, die ooit met aluminiumbrons waren beschilderd, werden schoongemaakt en gepolijst.

De magazijnbalg van Gradussen werd opnieuw beleerd en er werd een nieuwe windmotor geplaatst. De windladen werden grondig gerestaureerd; de telescoophulzen werden verwijderd. De gehele mechaniek werd hersteld. De klaviatuur uit 1951 bleef gehandhaafd en is qua uitvoering een detonerend element in de verder klassieke opzet van het orgel.

De dispositie werd opnieuw aangepast. Het Hoofdwerk werd in de staat van Vollebregt teruggebracht. De Salicet, door Gradussen als Céleste op het Positief geplaatst, keerde terug naar zijn oorspronkelijke plaats, het groot octaaf werd aangevuld met pijpwerk uit de voorraad van Pels & Van Leeuwen. De Sesquialter uit 1951 werd vervangen door een Quint 3, waarbij een deel van het pijpwerk van de Sesquialter werd benut. Het Positief werd in de staat van 1898 teruggebracht. De Cimbel uit 1951 maakte plaats voor een Céleste 8, waarvan het pijpwerk afkomstig is uit de voorraad van de orgelmaker.

 

Dispositie

Manuaal (Hoofdwerk) C-f3
Prestant 8
Bourdon 8
Salicet 8 (C-H, 19e-eeuws uit voorraad Pels & Van Leeuwen)
Octaaf 4 (C-H 1951)
Roerfluit 4
Quint 3 (C-h0 2006, vanaf c1 1951)
Octaaf 2
Cornet 3 sterk discant (2 2/3 – 2 – 1 3/5)
Basson-Hautbois 8

Positief C-f3
Holpijp 8
Viola di Gamba 8 (1898)
Céleste 8 (19e-eeuws, uit voorraad Pels & Van Leeuwen)
Fluit 4
Gemshoorn 2

Pedaal C-f1
Subbas 16 (1898/1951)

Koppelingen (treden)
Man I + Man II
Ped. + Man I

Toonhoogte: a1 = 440 Hz

Naar aanleiding van de ingebruikneming verscheen een brochure, waarin Jos Laus de wederwaardigheden van het orgel beschrijft. Bovenstaande gegevens zijn deels ontleend aan deze brochure. Aanvullende informatie werd verstrekt door Jan Bambacht (Pels & Van Leeuwen) en Jos Laus.

[ERIK VAN DER HEIJDEN]