Bader/Timpe-orgel Walburgiskerk Zutphen na restauratie weer in gebruik

Orgel Walburgiskerk zutphen

Op woensdag 25 juni wordt het gerestaureerde Bader/Timpe-orgel van de Walburgiskerk in Zutphen opnieuw in gebruik genomen. Dertig jaar na de vorige restauratie door Orgelmakerij Reil was herstel van het orgel dringend nodig. Loodcorrosie maakte ondermeer dat er veel werk aan het metalen pijpwerk moest worden uitgevoerd.

Text Example

advertentie



Het hoofdorgel van de Grote of Sint-Walburgiskerk werd in de jaren 1637-1643 in twee fasen gebouwd door de Westfaalse orgelmaker Hans Henrich Bader. Het instrument telde vermoedelijk 25 stemmen, verdeeld over twee manualen en vrij pedaal.

Geplaatst aan de noordwand boven het Mariaportaal bleef het tot 1659 bij Bader in onderhoud. Jan Spoltman volgde hem op en leverde in 1677 een nieuwe Vox Humana. In de achttiende eeuw verrichtten onder anderen Joost Derck Jalinck en Gustav Schilling werkzaamheden, zonder dat het in aanleg wezenlijk veranderde.

Timpe

In 1813-1815 verbouwde Johannes Wilhelmus Timpe het orgel. Hij plaatste het instrument in het koor, vernieuwde de windladen en voegde een Bovenwerk toe. Voor het front gebruikte hij frontpijpen van het hoofdwerk van Bader. De claviatuur werd vervangen en de mechanieken grotendeels vernieuwd. Ook wijzigde hij de dispositie van Hoofdwerk, Rugpositief en Pedaal.

Bij de kerkrestauratie onder leiding van Pierre Cuypers in 1906 verplaatsten J.C. Sanders en G. Spit het orgel naar de westzijde. Daarbij werden onder meer de tongwerken vervangen.

Restauratie Reil 1993-1996

Na een lange periode van voorbereiding begon in 1993 een ingrijpende restauratie door Orgelmakerij Reil die in 1996 werd afgerond. De door Timpe verdiepte hoofdkas werd minder diep gemaakt, met de diepte van de Bovenwerklade als maatgevend. Het Hoofdwerk kreeg nieuwe windladen, en de mechanieken werden deels vernieuwd. Het Timpe-pijpwerk van de manualen verhuisde grotendeels naar het Bovenwerk. Het resultaat was een optimalisatie van het concept-Timpe.

Het front van het Bovenwerk is het oorspronkelijke hoofdwerkfront van Bader, ook de pedaaltorens en het rugpositief zijn van Bader. | © beeld Orgelnieuws

Het pijpwerk van Hoofdwerk en Rugpositief is grotendeels van Bader, in totaal circa 870 pijpen (waaronder enkele oude pijpen van onbekende herkomst). Het Pedaal bevat pijpwerk van Bader in de Prestant 16, Octaaf 8 en Octaaf 4. De Subbas 16 en Gedekt 8 van Timpe; de tongwerken van Reil. In het Bovenwerk is de Prestant 8 van Bader; overige registers zijn van Timpe, met uitzondering van de Fluit travers, delen van het Carillon en de Vox Humana (eveneens van Reil). In totaal telt het orgel circa 1.000 Baderpijpen: het grootste ensemble in Nederland.

Loodcorrosie

Na bijna dertig jaar verkeerde het orgel opnieuw op enkele belangrijke punten in slechte staat. Vooral de conducten en het oudste pijpwerk waren aangetast. De loden conducten vertoonden gaten door loodwit. Ook bij het Bader-pijpwerk, vooral in het Hoofdwerk, was loodcorrosie ernstig. In de loop der tijd waren al verschillende voetpunten vervangen, in 2012 waren nog eens 35 pijpvoeten deels vervangen. B

Bij de huidige restauratie is de staat van alle oude pijpvoeten onderzocht. De zwaarst aangetaste voeten zijn vervangen. Lichtere beschadigingen blijven voorlopig gehandhaafd in afwachting van onderzoeksresultaten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Uit analyse bleek dat alle Baderpijpen uit ca. 99% lood bestaan, net als de in 1996 bijgemaakte pijpen. Deze tonen nog geen aantasting. Op basis daarvan is besloten de nieuw te maken (delen van) pijpvoeten van resterend materiaal uit 1996 te maken.

Groot onderhoud

Omdat voor de vervanging van de conducten en pijpvoeten het binnenpijpwerk toch moest worden verwijderd, is van de gelegenheid gebruikgemaakt om groot onderhoud uit te voeren. De orgelkassen zijn gecontroleerd op houtworm, schimmel en scheurvorming, gereinigd en waar nodig hersteld. Hang- en sluitwerk is nagezien. Frontpijpen zijn (voor zover nodig voor stabiele toonvorming) indien nodig ter plaatse hersteld.

De windvoorziening is nagezien en waar nodig gerepareerd en de tremulant vervangen. Alle 132 conducten zijn vernieuwd in een legering van 12% tin. Klaviatuur en mechanieken zijn gereinigd, hersteld, afgeregeld en op ‘trek’ gezet. De pedaalmechaniek en het pedaalklavier zijn volledig gerestaureerd. Windladen, pijpstokken en roosters zijn gereinigd en hersteld; geweven ringen op de laden en onder de stokken aangebracht; alle pulpeten vervangen.

Pijpwerkherstel

Alle pijpen zijn gereinigd en waar nodig hersteld. Bij de tongwerken werd bijzondere aandacht besteed aan de ophanging van de grotere bekers en de intonatie. Houten pijpen zijn nagezien op opgesprongen naden en gangbaarheid van de stoppen. Bij de metalen labialen zijn 89 pijpvoeten in het Hoofdwerk en 1 in het Bovenwerk vernieuwd (99% lood). Daarnaast zijn 23 voeten van Carillonpijpen (Timpe) vervangen wegens brosheid.

Ten slotte zijn alle onderdelen gemonteerd, pijpen herplaatst en is het gehele orgel opnieuw gestemd. De stemming, winddruk en toonhoogte zijn daarbij gehandhaafd.

Betrokkenen

De Stichting Gelderse Kerken, sinds 2016 eigenaar van de Walburgiskerk, gaf opdracht voor de restauratie. De uitvoering was in handen van Orgelmakerij Reil, onder begeleiding van Rogér van Dijk en Wim Diepenhorst. Het project werd mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de provincie Gelderland, de Stichting Henrick Baderorgel, de gemeente Zutphen, de Stichting Behoud Walburgiskerk, de Stichting Orgelfonds Mooy, het Cultuurfonds, de Protestantse Gemeente Zutphen, de Stichting tot Behoud van het Nederlandse Orgel en vele donateurs.

Bader-orgel Walburgiskerk Zutphen met rechts het Ahrend-orgel | © foto Orgelnieuws

Ingebruikname

De ingebruiknameavond begint om 19.30 uur met een vraaggesprek met orgelbouwer en restaurateur Hans Reil. Aansluitend laat Klaas Stok de klankrijkdom van het orgel horen in een concert van circa drie kwartier. Na afloop is er gelegenheid tot napraten met een drankje.

Dispositie 1Gebaseerd op de website van de Stichting Henrick Bader-orgel alsmede Fred Matter (red.), Herschapen schoonheid. Het Bader-orgel in de St. Walburgiskerk te Zutphen. Zutphen, 1997.

Rugpositief C-f3
Prestant Dd 4
Holpijp 8
Quintadeen 8
Fluit 4
Quint 3
Octaaf Dd 2
Quinfluit 1 1/2
Terts 1 3/5
Mixtuur IV-V
Kromhoorn 8

Hoofdwerk C-f3
Prestant Dd 8
Quintadeen 16
Holpijp 8
Octaaf 4
Gemshoorn 4
Quintfluit 3
Octaaf 2
Mixtuur IV-VI
Fagot 16
Trompet 8 B/D

Bovenwerk C-f3
Prestant 8
Roerfluit 8
Baarpijp 8
Fluit travers 8 D
Octaaf 4
Fluit d’amour 4
Woudfluit 2
Flageolet 1
Carillon III D
Vox Humana 8

Pedaal C-d1
Prestant 16
Subbas 16
Octaaf 8
Gedekt 8
Octaaf 4
Bazuin 16
Trompet 8
Trompet 4

Koppelingen
Hoofdwerk – Bovenwerk
Hoofdwerk – Rugpositief
Rugpostief – Hoofdwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Rugpositief
Pedaal – Bovenwerk

Werktuigelijk registers
Tremulant gehele werk
Tremulant Bovenwerk
Vier afsluiters
Ventiel

Samenstelling mixturen

Mixtuur Rugpositief

C112/31/2
cis21 1/3112/3
fis12 2/321 1/311
fis242 2/321 1/31 1/3

Mixtuur Hoofdwerk

C21 1/312/3
cis2 2/3221 1/31
fis142 2/3221 1/31 1/3
fis2442 2/32 2/322

Toonhoogte: a1 = 443 Hz bij 15°C
Stemming: ongelijkzwevend naar Hinsz-Freytag
Winddruk: 75 mm/wk

Op de website van Stichting Henrick Baderorgel zijn foto’s van de restauratiewerkzaamheden te zien.

Gegevens met dank aan Rogér van Dijk