Bastrombone & orgel: laag koper voor de liefhebbers [RECENSIE]

Text Example

advertentie



Melody

Ben van Dijk – bass trombone

Henry le Comte -organ

onder andere Meditation, Massenet; Vocalise, Rachmaninov; Wigenlied, Brahms; Adagio, Albinoni; Largo, Händel

Label: BVD Music Productions BVD 2006-01

Tijdsduur: 52’32

Boekje: 10 pagina’s

In de goeie ouwe tijd, toen orgeluitzendingen op de radio nog heel normaal waren, had de TROS jarenlang een programma met de titel “Er staat een orgel in…” In elk programma werd het orgel ook gepresenteerd in samenspel met een ander instrument. Door de jaren heen kwamen de meest exotische combinaties aan bod, van mandoline tot bastuba.

Bij het beluisteren van de cd “Melody” waande ik me weer even terug in de tijd. Orgel met bastrombone, in een programma vol evergreens uit het licht-klassieke repertoire: hoe verzin je het? Het idee blijkt te zijn geboren in het brein van Henk de Graaf, soloklarinettist van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Zelf maakte De Graaf al eens een vergelijkbare CD onder de naam “Gradagio”, nu schakelde hij z’n collega uit het RPhO, bastrombonist Ben van Dijk, in voor een volgende productie met easy listening classics. Onder het pseudoniem “Henry le Comte” verzorgde klarinettist De Graaf zelf de orgelbegeleiding, op het Maarschalkerweerd-orgel van de St. Antoniuskerk in Kortenhoef.

Solo-bastrombonist van een toporkest word je niet zomaar. Ben van Dijk beheerst zijn instrument tot in de finesses en weet z’n toon vaak heel subtiel te kleuren. Omdat het klankspectrum relatief beperkt is, ontstaat bij het beluisteren van deze CD na verloop van tijd toch een gevoel van verzadiging, van eenvormigheid. Smeuïge melodietjes met een bescheiden orgelbegeleiding: da’s even leuk, maar niet te lang. Misschien is dàt dus de aangewezen manier om deze CD te consumeren: in kleine porties verdeeld.

In negentien tracks komen heel wat klassieke tophits voorbij: “het” Adagio van Albinoni, “het” Largo van Händel, “de” Air van Bach, de zwaan van Saint-Saëns en de Vocalise van Rachmaninov, bijvoorbeeld. Een enkele keer komt de zuiverheid even in het gedrang, maar dat zijn uitzonderingen. Klarinettist De Graaf stelt zich als orgelbegeleider bescheiden op. Het Maarschalkerweerd-orgel in Kortenhoef leent zich prima voor deze muziek. Erg fraai is de Prélude op. 28 no. 4 van Chopin, waarin de solist een smaakvol gedoseerd vibrato toepast. In “De Winter” van Vivaldi bezorgden de lage tonen van de bastrombone me associaties met kouwe voeten…

Over winter gesproken: de doorgewinterde liefhebber van laag koper zal ongetwijfeld veel plezier beleven aan deze verzameling bonbons. Ik kan me echter voorstellen dat de gemiddelde muziekliefhebber verlangt naar een minder eenvormig klankbeeld. [DICK SANDERMAN]

© 2006 www.orgelnieuws.nl