COLUMN RE: gister [ 8 ]

re: gister peter sneep

In de  column ‘RE: gister’ deelt organist, componist, cantorijlid en journalist Peter Sneep op in zijn ervaringen vanaf de orgelbank (en soms de pianokruk). De wederwaardigheden van de afgelopen zondag van de begeleider in drie Amersfoortse kerken zullen dan ook het onderwerp zijn van deze column. Als het even kan wekelijks op maandag. Deel 8 – Ruilen.

Text Example

advertentie



 

‘Dag allemaal, zouden jullie je wensen voor het eerste halfjaar 2015 mij kunnen toesturen, dan kan ik weer een rooster maken. Bedankt alvast, jannes.’

 

Jannes Munneke stuurde afgelopen vrijdag zijn traditionele mailtje. Bescheiden man, z’n naam zonder hoofdletter. Hij stuurt zo’n bericht drie keer per jaar aan de organisten van Kandelaar, Schaapskooi en Martuskerk. Jannes is de roostermaker en smeedt de wensen van zeker tien organisten verdeeld over drie kerken samen tot een rooster. Hondse klus.

 

Zo’n rooster is belangrijk. Je moet er goed op kijken, niet alleen op zondag, maar ook als je met een collega een dienst gaat ruilen. Als je dat niet doet, kan het (bijna) flink fout gaat. Dat bleek deze week, na een paar superingewikkelde ruilingen,

 

Het ging zo.

 

Vroeg in de week belde Jannes al op. Hij is cantor van de Schaapskooi en wilde even de liturgie van zondagmorgen met me doornemen. Ik zou die dienst spelen, maar na enig heen-en-weer-gepraat leek het ons allebei handig dat Jannes de dienst zou overnemen. Dat kwam mij goed uit, want dan kon ik thuisblijven met de kinderen, zodat Petra eindelijk eens een keer rustig in de kerk kon zitten.

 

Zo’n rooster is mooi, maar ook complex. En ruilen gaat niet altijd makkelijk, want veel van de organisten hebben ook nog taken in Protestantse kerken. Harry van Wijk zou volgens het rooster afgelopen zondag twee keer in De Kandelaar spelen. Hij vatte kort na de zomervakantie het plan op om een weekend naar Duitsland te gaan. Dat kwam hem het beste uit op 30 november. Hij zou echter volgens het rooster in de middagdienst de samenzang begeleiden samen met de koperblazersgroep. Hij vond Jannes Munneke bereid die dienst over te nemen.

 

 

Harry had wel geregeld dat hij de sing-in in Nijenstede niet hoefde te spelen. Dat zou ik doen. Maar hij had vergeten een vervanger te vinden voor zondagmorgen in De Kandelaar. Daar belde hij woensdagavond laat nog over. Was ik misschien beschikbaar, want onze vaste vervanger Tom had dienst in de Emmauskerk. Jahaa, maarre, Petra zou rustig naar de kerk. Die zal niet leuk vinden dat dat haar weer wordt ontnomen.

 

Petra streek met haar hand over haar hart. Ik zou de ochtenddienst in De Kandelaar spelen en daartoe overleg plegen met voorganger René Barkema.

 

Lijkt alles geregeld, duikt er nog een probleem op. Elke maand belegt De Kandelaar op zondagavond een sing-in voor bewoners van verzorgingshuis Nijenstede, aanvang 19.45 uur. Ik had die van Harry overgenomen, maar nadere inspectie leert me dat ik op het rooster sta in de Martuskerk, aanvang 19.00 uur. Hoe dom kun je zijn.

 

Maar gelukkig, soms zit het mee. Collega Piet van Eijsden van de Martuskerk is beschikbaar en neemt mijn dienst over.

 

Dominee René Barkema heeft een mooie zinglijst (27 coupletten) in de grondverf staan, met volop adventsliederen. Er vallen me twee dingen op. Het lied ‘Kom tot ons, de wereld wacht’ staat er niet op en de dienst eindigt met het stoere hemelvaartsgezang ‘De dag van onze vorst brak aan’ Gereformeerd Kerkboek, gezang 101). Dat laatste lied vind ik wel erg parmantig voor de eerste advent. Daarom stel ik René voor om dat hemelvaartslied te laten vallen ten gunste van ‘Nun komm, der Heiden Heiland’ (Nieuw Liedboek gezang 433). Maar hij vindt ‘Nun komm’ niet passen bij zijn preek over Jesaja 24. We komen uit bij Gezang 439 uit het nieuwe liedboek, ‘Heft op uw hoofden, poorten wijd’, een parafrase van Psalm 24. Mooi vind ik altijd het gezang dat René na de wetslezing laat zingen: ‘Verwacht de komst des Heren’, dat in het nieuwe liedboek (gezang 439) opeens een prachtig bevindelijk (of liever piëtistisch) vers erbij heeft ten opzichte van het oude liedboek.

 

De dienst begint met een verrassing. Bij de mededelingen – na het inleidend orgelspel over ‘Hoe zal ik u ontvangen’ – vertelt de ouderling van dienst dat er in de afgelopen week een oude vrouw uit de gemeente is overleden. Ik ben al van het orgel naar de piano gelopen, omdat we als votum ‘Als een hert dat verlangt naar water’ (Gereformeerd Kerkboek, gezang 158) zingen. Meestal krijg ik keurig bericht als we bij een overlijdensmededeling iets zingen, maar deze keer niet. Toch geeft de ouderling een lied op. Het is ‘Eens als de bazuinen klinken’ (gezang 300, oude liedboek). Dat wil ik niet op de piano begeleiden en daarom haast ik mij terug naar het orgel.

 

En nu ik dat allemaal opschrijf, maandagmiddag om vijf uur, snap ik opeens waarom ik niet wist dat we gezang 300 zouden zingen. De mededeling daarover is vast en zeker naar Harry gemaild, en Harry en ik hadden geruild.

 

 

 


 

Peter Sneep (•1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Peter Sneep is journalist. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (2) en Manuel (0).