‘Een platenzaak zou jaloers zijn op zoveel cd’s’

Text Example

advertentie



Het Orgelmuseum in Elburg houdt morgen een verkoopdag. Duizenden cd’s, deels met orgelmuziek zijn er voor een habbekrats te koop. De cd’s zijn afkomstig van een overleden orgelliefhebber uit Zwolle.

Maarten Seijbel (69) van het Orgelmuseum in Elburg maakt het regelmatig mee dat mensen met een doos orgel-cd’s, langspeelplaten en bladmuziek bij het museum komen. “Ik hoor vaak dezelfde verhalen: mijn vader is overleden, pa heeft een andere hobby, we zijn kleiner gaan wonen en hebben er geen ruimte voor. Ik zeg nooit nee tegen mensen die ons iets aanbieden. Je weet nooit wat ertussen zit. En wat waardeloos is, gaat meteen de vuilcontainer in.”

Vorig jaar kreeg Seijbel een telefoontje van een man, die vertelde dat zijn broer, een orgelliefhebber uit Zwolle, was overleden. De orgelliefhebber had tijdens zijn leven al laten weten dat zijn cd-collectie naar het Orgelmuseum moest als hij zou overlijden. “Ik kende de Zwollenaar al jaren”, vertelt Seijbel. “Ik organiseer al heel lang orgelreizen naar het buitenland. De man uit Zwolle ging vaak mee. Overal waar we kwamen, kocht hij veel cd’s. Soms kwam hij na een week met dertig of veertig stuks terug. Hij kocht alles wat los en vast zat, niet alleen orgelmuziek, maar ook cd’s met klassieke muziek. Reisgenoten zeiden er wel eens wat van, omdat ze vonden dat hij er zoveel geld aan uitgaf. ‘Ach’, zei hij dan, ‘ik kan het me veroorloven en ik doe er niemand kwaad mee’,” herinnert Seijbel zich. De man had al eerder zijn hele collectie lp’s aan het museum gegeven.

De broer van de Zwollenaar vertelde dat inderdaad in het testament stond dat de cd’s voor het Orgelmuseum waren. “Ik ben erheen gegaan. Het lukte me niet de cd’s in een keer me te nemen. Ik heb zes keer heen en weer moeten rijden en elke keer had ik mijn auto tot de nok toe vol. Cd’s zijn erg zwaar. Ik was bang dat mijn auto door zijn as zou zakken”, vertelt Seijbel.

Verkoopdagen

Het museum organiseert zo nu en dan verkoopdagen, om overtollig materiaal kwijt te raken. “We krijgen veel aangeboden, maar we hoeven van elk boek over orgels maar één exemplaar te hebben. Aan dubbele hebben we niets. Wat dubbel is, gaat in de verkoop, of het nu gaat om boeken, bladmuziek, cd’s, cassettebandjes of langspeelplaten.”, zegt Seijbel. Belangwekkende cd’s gaan in het documentatiecentrum.

De verkoopdagen zijn een succes, is Seijbels ervaring. “Mensen komen uit het hele land, onder wie vaste klanten uit Rotterdam en Maassluis. Kijk maar niet naar de rommel”, zegt hij verontschuldigend, kijkend naar stapels bladmuziek die de bovenverdieping van het museum bovenop op de vitrines liggen uitgestald. In een zijruimte liggen boeken en brochures over orgels en dozen vol langspeelplaten. Op zo’n verkoopdag komen ook altijd mensen af, die lp’s en cd’s komen brengen. “Misschien hebt u hier nog wat aan, zeggen ze dan”, lacht de museumbeheerder.

De duizenden geluidsdragers – “een platenzaak zou jaloers zijn op zo’n collectie” – van de Zwolse orgelliefhebber pasten met geen mogelijkheid in het museum aan de Rozemarijnsteeg in de oude centrum van Elburg. Daarom heeft het museum vlakbij een leegstaand ateliertje gehuurd. “Omdat de orgelliefhebber zoveel kocht, zijn de meeste cd’s slechts één keer gedraaid. Kijk maar, ze zien er nog als nieuw uit”, zegt Seijbel terwijl hij een cd uit een doos plukt. Sommigen zijn nooit beluisterd, want ze zitten nog in pastic. Bij hem thuis stonden de cd’s drie rijen dik in een kast. “Overduidelijk wist hij zelf niet wat hij had, want bij het sorteren kwamen we soms drie keer dezelfde cd tegen.” De man had een brede interesse. “Hij hield van muziek tot aan componist Max Reger. De muziek die daarna werd gecomponeerd vond hij herrie. Oude muziek had zijn voorliefde.”

Allemaal tegelijk

Morgen worden de duizenden cd’s verkocht voor vijf euro per stuk. De verkoopdag duurt van ’s morgens tien tot ’s middags vijf uur. Ongeveer een kwart van de cd’s bevat orgelmuziek, de rest is voornamelijk instrumentale muziek, vooral uit de barok.

De opbrengst komt helemaal ten goede aan het orgelmuseum. “Daar kunnen we weer leuke dingen van doen.” Bang dat de bezoekers niet allemaal tegelijk kunnen rondsnuffelen is Seijbel niet. “Wie er niet in kan, gaat maar een biertje drinken in de winkelstraat.”[PETER SNEEP]

Mét toestemming overgenomen uit het Nederlands Dagblad

© 2008 www.orgelnieuws.nl

© 2008 fotografie ww.gerardvanbetlehem.nl