‘Fransen weten hier blindelings de weg’

Text Example

advertentie



“Sjoen!”, roept Johan Luijmes naar boven tegen Daniël Jansen. Jansen, werknemer van Verschueren Orgelbouw in het Midden-Limburgse Heythuysen en ook vakorganist, heeft net een paar delen van de Parijse componist César Franck gespeeld op het gloednieuwe orgel van het Orgelpark in Amsterdam.

Luijmes, artistiek leider van het Orgelpark, heeft staan luisteren en heeft de Limburger in zijn eigen dialect een compliment gegeven. “Heel mooi. Een volle open klank.” En dat is volgens hem precies de bedoeling van het 41 registers tellende orgel. “Sjoen! Heel erg mooi.”

Het Orgelpark, een voormalig kerkgebouw aan de rand van het Vondelpark in Amsterdam, heeft al drie tweeklaviers orgels. Het Duits-romantische Sauer-orgel uit 1922 staat al vanaf de bouw in de kerk. Twee jaar geleden, toen de Parkkerk Orgelpark werd, kwamen daar een neobarok Van Leeuwen-orgel uit 1954 en een salonorgel van Molzer uit ongeveer 1910 bij.

Volgende week zaterdag neemt het Orgelpark zijn vierde orgel in gebruik. Het is een instrument van een Nederlandse bouwer, maar het klinkt zoals de Parijse orgelmaker Aristide Cavaillé-Coll in de negentiende eeuw bouwde. Voor kenners: een orgel van het Frans-romantische type. Zo’n orgel hadden ze nog niet in het Orgelpark.

“We hadden alleen maar tweeklaviers orgels en nog geen drieklaviers orgel”, zegt Luijmes. “Het klinkt een beetje gek, maar dat is een van de redenen geweest om voor dit orgeltype te kiezen. Er zijn wel meer van dit soort orgels in Amsterdam maar die worden niet of nauwelijks gebruikt. Op het Maarschalkerweerd-orgel in het Concertgebouw bijvoorbeeld, is geloof ik maar één concert per jaar. In de stad staan al geweldige instrumenten uit de barok, zoals de orgels van de Oude Kerk en de Nieuwe Kerk. Er wordt genoeg muziek van Bach gespeeld. Daarmee zouden we ons niet kunnen onderscheiden. Datzelfde geldt voor Nederlandse instrumenten uit de negentiende eeuw. Het Orgelpark wil graag een aanvulling zijn op de bestaande orgelcultuur en wil impulsen geven aan componisten om nieuwe muziek voor orgel te componeren. Reken maar dat dit orgel echt gebruikt gaat worden.”

Ongebruikelijk

Hoe meer orgels in het Orgelpark staan, hoe minder ze bespeeld kunnen worden, omdat je meestal maar op één instrument tegelijk kunt spelen. “Dat is inderdaad een luxeprobleem”, erkent Luijmes. “Met een orgel erbij, beperk je jezelf ook. Maar het biedt ook enorme mogelijkheden. Je kunt Duitse muziek op het Franse orgel spelen en Franse muziek op het Duitse. De speler moet dan een vertaalslag maken naar het orgeltype. De Duitse romantiek gaat om kleurschakeringen en is naar binnen gericht. De Franse romantiek is meer uiterlijk. Die verschillen kun je hier in één ruimte ervaren.”

De keus om Verschueren het nieuwe instrument te laten bouwen, was tamelijk logisch, zegt Luijmes. “Ze hebben grote naam gemaakt met orgels die ze bouwden in Frans-romantische stijl. Denk maar aan het orgel in de Sint Servaas in Maastricht en vooral het orgel in de Universiteit van Gotenburg. Dat Zweedse orgel heeft een kas waaraan je de stijl van Cavaillé-Coll herkent. Dat is in het Orgelpark niet zo.Bas van Hille, de architect die de Parkkerk verbouwde tot Orgelpark, heeft het front ontworpen. Hij heeft een opmerkelijk en open front ontworpen. De grootste frontpijpen, die van de zestienvoets Contrebasse, hebben ook de langste pijpvoeten. Dat zie je op geen enkel ander orgel”, zegt Luijmes. Hij vindt het niet erg dat het orgel een ongebruikelijk front heeft. “Ik kom hier zo vaak, ik zie het al niet eens meer.”

Handicap

Die open opstelling bezorgde de intonateurs hoofdbrekens, zegt medewerker Jan Timmerman van Verschueren. “Gewoonlijk staat een orgel in een houten kas. Daarin vormt zich het geluid voordat het de kerk in gaat. Dat is hier niet zo. Hier ketst de klank tegen het ronde gewelf oven het orgel. Daardoor loop je het risico dat het orgel hard klinkt. In zo’n situatie is het een uitdaging voor de intonateurs er iets moois van de maken.”

“Daarin zijn ze geslaagd”, zegt Johan Luijmes. “Het klinkt echt Frans. En dat is bijzonder, want orgels van Cavaillé-Coll staan gewoonlijk in kathedralen met een royale akoestiek. In het Orgelpark heb je een nagalm van hooguit drie seconden. Voor een kerk in Nederland is dat heel wat, maar voor een orgel als dit is het erg weinig. Toch kan de klank zich volledig ontplooien en bij het loslaten van de toetsen mooi uitklinken. Ik ben daar heel erg blij mee”, zegt de artistiek leider. “Ook de Rijksdienst voor monumentenzorg was zeer lovend. De Rijksdienst heeft overigens geen taak in het project, omdat het orgel nieuw is, vertelt Luijmes. “Ze zijn hier geweest in het kader van kennisuitwisseling, want dit is natuurlijk wel een bijzonder project.”

Terwijl Luijmes nog enigszins onwennig het orgel bespeelt (“voor mij is het ook helemaal nieuw”) met een deel uit een groot werk van César Franck, geeft Jan Timmermans een rondleiding door het inwendige van het orgel. “In het midden van het orgel staat het ‘positif expressif ’ in een zwelkast. Bij een zwelkast staan de pijpen in een afgesloten ruimte. Door deurtjes open en dicht te doen, kan de organist het geluid hard en zacht maken. Om een groot dynamisch verschil te kunnen maken, hebben de deuren dubbele wanden, met gipsplaat ertussen”, vertelt Timmermans. Aan weerskanten van het ‘Positif’ staan in twee helften het ‘Grand Orgue’, het ‘Récit expressief’(ook in zwelkast) en het ‘Pédale’. In het ‘Récit expressif’ staan de pijpen van het register met de naam Voix céleste (hemelse stem) een stuk hoger dan de ander pijpen. “Het register wordt altijd gebruikt samen met de Viole de gambe. Dat geeft een heel mooi zwevend effect. Als je beide registers naast vlak elkaar zet, zitten ze elkaars klankontplooiing in de weg. Daarom zetten we, net als Cavaillé-Coll, de pijpen van de ‘Voix céleste’ hoger.”

Ondertussen zit Luijmes nog steeds te genieten van het nieuwe orgel. Lastig vindt hij het bedienen van de enorme rij voettreden boven de pedaaltoetsen. Ze zijn voor het koppelen van de klavieren en het in- en uitschakelen van groepen registers. “Ik ben nogal lang, dat is een extra handicap bij het bedienen ervan. Maar het is helemaal standaard. In Frankrijk hebben alle orgels van dit type dit. Dus wacht maar tot hier Franse organisten komen spelen. Die weten hier blindelings de weg.” [PETER SNEEP]

Zaterdag 28 maart om 20.15 uur vindt de officiële ingebruikname plaats. Organist Ben van Oosten speelt Franse symfonische muziek van Vierne, Franck en Guilmant. Jan Hage speelt het nieuwe werk Cavaler Col van Peter-Jan Wagemans. Jan Hage, Una Cintina, Dorien Schouten en Geerten van de Wetering spelen de nieuwe compositie voor vier orgels van componist Klaas de Vries.

Donderdag 2 april om 20.00 uur geeft Olivier Latry, organist van de Notre Dame in Parijs, een concert met werken van Saint-Saëns, Franck, Vierne, Messiaen, Escaich, Guillou. Hij gaat ook improviseren.

Kaarten en bereikbaarheid: www.orgelpark.nl

Met toestemming overgenomen uit het Nederlands Dagblad

Zie ook: Nieuw Frans-symfonisch orgel in het Orgelpark

© 2009 www.orgelnieuws.nl

© 2009 fotografie Sonja Duimel, Orgelpark