Moderne orgels van Ladegast [RECENSIE]

Text Example

advertentie



Klangdokumentation F. Ladegast Orgeln, Vol. 2.

Die Orgel der St Johanniskirche zu Wernigerode (1885)

Label: Orgelfachverlag Fagott en Reinhardt Menger

Nummer: F-3903-6

Opnamejaar: 1992

Opnamestudio: Bauer Studios, Ludwigsburg

Speelduur: 65’07

Boeklet: 36 pagina’s (D, E)

Prijs: €21,00

Muzikale interpretatie * * * * *

Programmakeuze * * * * *

Keuze van het instrument * * * * *

Kwaliteit van de opname * * * * *

Informatie in het boeklet * * *

Grafische vormgeving (cd en boekje) * * * *

Klik hier om dit artikel te bestellen

Klangdokumentation F. Ladegast Orgeln, Vol. 6.

Die Ladegast-Orgeln in Grabow (1866), Polditz (1868), Hermsdorf(1884) und Parum (1891)

Label: Orgelfachverlag Fagott

Nummer: F-3904-6

Opnamejaar: 2005

Opnamestudio: Productionsstudio Fagott

Speelduur: 74’54

Boeklet: 32 pagina’s (D)

Prijs: € 21,00

Muzikale interpretatie * *

Programmakeuze * * *

Keuze van het instrument * * * * *

Kwaliteit van de opname *

Informatie in het boeklet * * *

Grafische vormgeving (cd en boekje) * * * *


De honderdste sterfdag van de Saksische orgelbouwer Friedrich Ladegast (1818-1905) ging in 2005 niet ongemerkt voorbij. Behalve een kranslegging bij zijn graf in Weissenfels op 30 juni, omlijst met stemmige vioolmuziek en aansluitend een herdenkingssymposium in Merseburg was er de uitgave van het boek “Im Wandel der Zeit. Die Ladegasts und ihre Orgeln” van de Ladegast-specialist Alexander Koschel. Ook zorgde hij voor de jubileumuitgave van 6 cd’s waarop uitsluitend Ladegast-orgels te beluisteren zijn.

Ter recensie werden daarvan toegestuurd Volume 2, met opnamen van het orgel van de Johanniskirche te Wernigerode in de Oost-Harz (33, III/P), dat Ladegast in 1885 opleverde, en Volume 6, met opnamen van een viertal Ladegast-orgels, te Grabow (13, II/P), Polditz (33, III/P), Hermsdorf(13, II/P) en Parum (7, I/P).

Gemeenschappelijk aan beide producties is een uitgebreide beschrijving, veertien leafletpagina’s lang, van leven en werk van de orgelbouwer. Koschel beschouwt, in navolging van Albert Schweizer, Friedrich Ladegast als één van de belangrijkste orgelbouwers uit de tweede helft van de 19de eeuw. In zijn tijd vond een grote cultuuromslag plaats. De muzikale esthetiek bewoog van streng en statisch naar de als modern opgevatte gevoelige dynamische stijl, van kerkelijk naar wereldlijk. De muzikale beleving werd niet langer gevoed vanuit het ratio, maar diende rechtstreeks tot het hart te spreken. Orgelbouwer Friedrich Ladegast begreep die nieuwe muzikale signalen heel goed. Hoewel hij dacht en werkte vanuit de Saksische Silbermann-traditie, wilde hij zijn instrumenten bewust een soepele, romantische klank meegeven en voorzien van een rijk palet aan poëtische expressiemogelijkheden. Zo werd Ladegast pionier van het zogeheten moderne orgel, het orgeltype dat later met de instrumenten van met name Wilhelm Sauer en Oscar Walcker de Duitse orgelcultuur rond 1900 zou bepalen.

Alexander Koschel beschrijft een groot aantal door Ladegast gebouwde instrumenten, waaronder de grote orgels die Ladegast beroemd maakten, zoals die in Merseburg (Dom, 1855; het orgel dat Franz Liszt aanzette tot het schrijven van orgelmuziek), Schwerin (Dom, 1871) en in Leipzig (Nikolaikirche,1862). Koschel weet te melden, dat Ladegast zich voor dit laatste orgel, tijdens een studiereis, op de hoogte stelde van de orgelbouwkunst van Cavaillé Coll.

Verschillend zijn de klinkende resultaten bij beide cd’s. Erg veel genoegen beleefde ik bij het beluisteren van de in 1992 gemaakte opname van het orgel van de Johanneskirche te Wernigerode (Volume 2), bespeeld door Prof. Dr. Reinhardt Menger. Hij opent met Prelude für Orgel van Fanny Hensel-Mendelssohn. Het was de bedoeling dat dit werk door haar broer Felix zou worden gecomponeerd ter opluistering van haar huwelijkssluiting met de schilder Hensel. Omdat Felix door een ongeval de bruiloftsmuziek niet op tijd klaar kon krijgen, maakte Fanny het zelf maar af. In brede akkoorden klinkt het vocale volle werk, ondersteund door een krachtig pedaal, waarin de Posaune 16’, uitgevoerd als doorslaand tongwerk, zorgt een wat mysterieuze totaalklank. Zeer afwisselende registraties bieden daarna de 12 Variaties über “Heil Dir im Siegerkranz” van Christian Heinrich Rinck, in 1818 uitgegeven als laatste deel van zijn “Praktische Orgelschule”. Warm en rond is de prestantklank, teer en soms ook wat triest het fluitenensemble en de strijkers. De doorslaande Clarinette 8’ liet het orgel als een drukwindharmonium klinken. Muzikaal voorgedragen en ontspannen klinkt de Füge über den Namen Bach van Gustav Adolf Merkel en impressionistisch een drietal Choralvorspiele van Johannes Brahms. Vredig klinkende klankvariaties, om bij te gaan mijmeren. Maar met de Sonate in H-moll van Johann Gottlob Töpfer schudt Prof. Menger je plotseling weer wakker. En het orgel zelf ook. De orgeltheoreticus, adviseur, leraar, organist en ook componist Töpfer schreef dit werk juist om de kwaliteit van een orgel te testen. De aanspraak van de pijpen en vooral ook de windvoorziening werden zwaar op de proef gesteld. Maar zo te horen doorstaat het Ladegast-orgel in Wernigerode deze vuurproef glansrijk!

Het leaflet geeft helaas geen enkele toelichting geeft over de gespeelde werken, ook de gebruikte registraties worden niet vermeld bij deze als klankdocument gepresenteerde cd. Maar het muzikale niveau en de hoogstaande kwaliteit van de opname compenseren dit bezwaar ruimschoots. Daarom: hartelijk aanbevolen als boeiende kennismaking met de klankwereld van Ladegast.

Vol verwachting legde ik de andere schijf, Volume 6, met opnamen van een viertal Ladegast-orgels, in de lade van de CD-speler. Groot blijkt het verschil, en daarmee ook de teleurstelling. Om de baslijnen te horen moest ik het laag met zeker 10 dB opschroeven, maar ook de frisheid en het open stereobeeld van de vorige productie waren ver te zoeken. Alexander Koschel mag dan de 19de eeuwse Fantasieën en Preludia van onbekende componisten als Eduard Ignace Andauer, Johan Gustav Emil Stehle, August C. Hein en Friedrich Silcher aan de vergetelheid willen ontrukken, maar bijster aantrekkelijk klinkt dit kleinburgerlijke oeuvre niet in mijn oren, ook al niet omdat de muzikale voordracht van Koschel navenant is. Pas aan het eind van de CD wordt het toch nog leuk als de organist op het 13 stemmige Ladegast-orgel te Grabow de frivole Sinfonia col tanto applaudito inno populare van Padre Davide del Begamo, met kennelijk speelplezier, ten gehore brengt. Maar dan is het wel te laat om deze klankimpressie nog enigszins goed te maken.

© 2007 www.orgelnieuws.nl