Op deze productie is het complete oeuvre voor orgel solo van de Letse componist Rihards Dubra te horen, gespeeld op het beroemde Walcker-orgel van de kathedraal in Riga.
Dubra (1964) werd in 1990 op ‘onverwachte wijze’ kerkorganist. Veel van zijn werken zijn voor kerkelijke doeleinden geschreven. Op deze dubbel-cd vinden we, naast werken voor één speler, ook een Petite symphonie voor orgel quatre mains.
Invloeden
Het is altijd interessant om te analyseren welke elementen een componist maken tot wie hij of zij is. Enerzijds geven klassieke titels als Ostinato, Fuga e quasi une Toccata en Fantasia and Fugue blijk van een traditionele inslag. Anderzijds zijn er titels te vinden als The Divine Rose en The touch of the Gaze of Our Lady die meer een mystieke wereld schetsen. Stilistisch horen we een mengeling van invloeden: neoklassiek in de fuga’s, minimalistisch à la Arvo Pärt in de toccata’s en vrijere werken.
Blokstructuren
Harmonisch wisselt Dubra tussen duidelijk tonale passages en minimalistische blokstructuren die, door veelvuldige herhaling, een meditatieve (minimal music) sfeer oproepen. Deze werken zijn geschreven tussen 1996 en 2023. Hoewel sommige componisten in zo’n lange tijdsspanne van 25 jaar kiezen voor het verwerken van diverse vormen en stijlen, is daar bij deze componist geen sprake van.
Dat hoeft op zichzelf geen waardeoordeel in te houden; een componist als Pepping werkte zijn hele leven in dezelfde stijl en vormen. Het wordt wél lastig als veel stukken op elkaar gaan lijken doordat sjablonen worden gebruikt in plaats van dat er wordt gewerkt vanuit het materiaal.
Een illustratief voorbeeld is de Litany for the Forgiving Light: het werk opent met tweestemmig contrapunt à la Tournemire, maar al na twee minuten treedt stilstand op en introduceert Dubra nieuwe elementen vanuit statische samenklanken. Vervolgens klinkt een korte clarinet-solo zoals als aan het begin, waarna een variatie met snelle omspelingen volgt die te veel op het begin lijkt.
Perfecte instrument
Het Walcker-orgel is zondermeer het perfecte instrument voor deze muziek: van zeer poëtisch tot ontroerend en overdonderend; het instrument heeft het allemaal. Het spel van de beide organisten, Aigards Reinis en Ilze Reine, is technisch perfect en muzikaal, met prachtige registraties.
De opname is een van de mooiste die ik van dit orgel ken. Het booklet biedt geen toelichting bij de afzonderlijke werken, maar schetst wel de algemene stilistische kenmerken van de componist
Conclusie
Kortom: voor luisteraars die houden van niet al te heftige, meanderende composities – zij het zonder niveau van een Arvo Pärt – en voor liefhebbers van composities met in korte blokken opgebouwde structuren, is dit een productie die zeker de moeite van het beluisteren waard is.
Rihards Dubra: Music for Organ
Ostinato, fuga e quasi una toccata; Mūžīgo pakalnu ilgošanās (The Longing of Eternal Hills); Toccata e fuga; Dīviškō Rūze (The Divine Rose); Toccata; Fantāzija un fūga (Fantasia and Fugue); Dievmātes Skatiena Pieskāriens (The Touch of the Gaze of Our Lady); Piedodošās Gaismas Litānija (Litany of the Forgiving Light); Meditācija Mistiskās Rozes Gaismā (Meditation in the Light of the Mystic Rose); Petite symphonie pour orgue à quatre mains
Aigars Reinis & Ilze Reine, Walcker-orgel, Dom, Riga
SKANI – LMIC 168, 2CD, TT 102′, opname 2024 | lmic.lv

