
Als Nederlanders zitten we muzikaal een beetje ingeklemd tussen de Duitsers, Engelsen en Fransen. Wanneer het om het orgel zelf gaat, zijn we bovendien weer wat conservatief ingesteld. Daar is op zich niks mis mee, maar af en toe kan het geen kwaad om eens wat verder over de grenzen te kijken. Steek de Noordzee over en ontdek een heel andere wereld!
De presentatie van het Eule-orgel in Magdalen College, Oxford, vormt een uitstekende aanleiding voor zo’n ontdekkingstocht. De orgelbouwer uit Bautzen kreeg hier de kans om in een typisch Engelse college chapel een instrument te bouwen waarin de 19e-eeuwse klankidealen van zijn Oost-Duitse Heimat centraal mochten staan.
Speelvreugde
Om de speelvreugde verder te veraangenamen werd het orgel niet alleen voorzien van de nodige transmissies, maar vooral ook een keur aan koppelingen. Omdat Eule zich ook enigszins aan de Engelse traditie moest aanpassen, kreeg het instrument onder meer een Tuba op een eigen lade, waardoor deze op elk manuaal bespeelbaar is.
Een andere bijzonderheid die in de 19e eeuw geregeld toegepast door Walcker is de Physharmonica (een register met doorslaande tongen), waarmee Oxford er als het ware een harmonium bij heeft gekregen.
Saksen en Angelsaksen
Op zo’n instrument ligt het voor de hand dat de laatromantiek muzikaal het zwaartepunt vormt. Een fraaie afwisseling van orgelwerken en transcripties komt in deze opname voorbij, met het Oost-Duitse Saksen als hoofdmoot. Een origineel programma, waarin vooral de Sonate van Carl Reinecke een aangename kennismaking bleek, een ideaal werk om helemaal in de Duits romantische sferen te komen.
De Engelse componister Ethel Smyth studeerde nog een jaar bij Reinecke, maar vond het zo’n hork dat ze het al snel voor gezien hield. Desondanks nam ze toch een serieuze dosis Saksen mee naar huis. Ook dat komt in dit programma aan bod. Voor de echte Engelse sound zorgen onder andere de Folk-Song Preludes van Warlock, terwijl de meer eigentijdse klanken van Frederic Austin het programma besluiten. Daarmee toont het Eule-orgel zich ook meer van zijn heldere kant.
Kleurrijk
De titularis van de Chapel, Alexander Pott, is niet alleen een vaardig organist, maar ook een academicus. Hij promoveerde op het oeuvre van Frederick Delius; uiteraard komt deze muziek ook aan bod.
Potts intellectuele benadering verklaart het verrassende, niet-alledaagse programma. Zijn spel mist echter bij tijd en wijle de broodnodige expressie om je echt op het puntje van je stoel te krijgen, al maakt zijn kleurrijke registratie veel goed.
Brug
Hoe dan ook: met dit orgel en dit programma verbreden we onze horizon. Alexander Pott toont een ontzettend gaaf instrument dat letterlijk én figuurlijk de brug slaat tussen Oost en West – precies de plek waar wij Nederlanders ons muzikaal zo vaak bevinden.
Alexander Pott – The Eule Organ Magdalen College Oxford
Liszt: Funérailles (Harmonies poétiques et religieuses); Richard Wagner: Pilgrims’ Chorus from Tannhäuser, arr. Franz Liszt; Carl Reinecke: Organ Sonata in G minor, Op. 284; Dame Ethel Smyth: Prelude and Fugue on ‘O Traurigkeit, O Herzeleid’; Sigfrid Karg-Elert: The Reed-grown Waters (Seven Pastels from the Lake of Constance, Op. 96, No.4); Frederick Delius: On Hearing the First Cuckoo in Spring arr. Eric Fenby; Percy Whitlock: Carol (Four Extemporisations, No. 1); Percy Grainger: The Immovable Do; Peter Warlock: Folk-Song Preludes, arr. Alexander Pott; Frederic Austin: Organ Sonata in G major
Alexander Pott – Eule-organ (2023), Magdalen College, Oxford
Convivium Records – CR109, TT 88’16, opname 12/2024, booklet 17 pp EN, cd/mp3/ALAC/FLAC | £ 5,99 – £ 13,99 | conviviumrecords.co.uk