RECENSIE Zsigmond Szathmáry: Orgelwerke

‘Op weg naar het muzikaal onbestemde, niet gehinderd door ideologische oogkleppen.’ Het is, vrij vertaald, het levensmotto van Zsigmond Szathmáry. De Hongaarse organist en componist vierde recent zijn tachtigste verjaardag en naar aanleiding daarvan bracht het Duitse pionierslabel Cybele – in samenwerking met de jubilaris – een dubbel-cd uit met een selectie van Szathmáry’s orgelwerken.

Text Example

advertentie



Szathmáry kreeg zijn eerste compositielessen van Kodály-leerling Ferenc Szabó. De jonge Zsigmond werd met name gegrepen door de muziek van Béla Bartók, die, zo schrijft de componist in het lijvige booklet, voor hem ontegenzeggelijk het startpunt van zijn compositorische leven vormt.

Na zijn emigratie naar Duitsland raakte hij, vooral door de lessen van Karlheinz Stockhausen en de beroemde zomercursussen in Darmstadt, geboeid door avant-gardetechnieken. Hij verwerkte die, net als zijn Hongaarse roots en andere inspiratiebronnen, op geheel eigen wijze in zijn muzikale taal – een stijlepigoon is Szathmáry nooit geweest. In deze periode groeide hij tevens uit tot een van de leidende interpreten van eigentijdse orgelmuziek.

Essentieel voor Szathmáry’s klankideaal zijn de klank- en kleurenrijkdom van zowel de grote barokorgels als de ‘neobarok’-orgels uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Te denken valt aan het Bosch-orgel van de St.-Martin in Kassel, het Schuke-orgel van de Lutherkirche in Hamburg-Wellingsbüttel, de Peter-orgels van de St.-Peter in Keulen en … het Müller-orgel van de oude Haarlemse Bavo. Dat orgel ligt hem zeer na aan het hart; vele jaren was Szathmáry tijdens ‘Haarlem’ actief als docent, jurylid en vertolker van nieuwe muziek.

Voor deze bloemlezing selecteerde organist Martin Schmeding drie iconische orgels: het Rieger-orgel (1969-1970) van de Abtei Marienstatt, het Walcker-orgel (1911) en het Klais-orgel (1979) van de Lutherkirche in Wiesbaden. In het booklet gaat Schmeding uitvoerig en overtuigend in op de keuze voor uitgerekend deze instrumenten.

En dan het programma. Van de tien werken is ‘slechts’ de helft voor orgel solo. In de overige werken krijgt het orgel gezelschap van de viool (bespeeld door de dochter van de componist), slagwerk en elektronica; in één stuk klinken twee orgels. Daarmee onderstreept Szathmáry dat het hem niet uitmaakt op welke wijze hij het klankbeeld verkrijgt dat hij voor ogen heeft.

Hoewel geen sprake is van ‘programmamuziek’ en titels van werken veelal achteraf werden bedacht, hebben twee van de tien werken een bijzonder persoonlijk karakter. Dies irae – Tage des Zorns is een verklanking van Szathmáry’s herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Aangrijpend en soms huiveringwekkend is het geluid van huilende sirenes, ratelende geweren, vallende bommen. Zó klinkt angst. In zekere zin is dit werk dubbel persoonlijk, want Szathmáry’s in 2016 overleden echtgenote Ai heeft de verschrikkingen van de oorlog in haar geboorteland Japan eveneens aan den lijve meegemaakt.

Mors et vita, thematisch gebaseerd op een deel van de paassequens Victimae paschali laudes, is een hommage aan Ai, die bijna een halve eeuw de steun, toeverlaat en inspiratiebron van Szathmáry was. De componist speelt het stuk zelf, wat dit eerbetoon nog persoonlijker maakt.

Het booklet is, zoals gezegd, lijvig: bijna honderd pagina’s tekst en foto’s. Martin Schmeding zorgde voor rake en leesbare toelichtingen op de gespeelde werken; een handige om niet te zeggen onmisbare gids bij de complexe muziek van Szathmáry, muziek die haar geheimen zeker niet zomaar prijsgeeft.

 


Zsigmond Szathmáry: Orgelwerke

Martin Schmeding (orgel), Wolfgang Kogert (orgel), Zsigmond Szathmáry (orgel), Anikó Katharina Szathmáry (viool), Olaf Tzschoppe (slagwerk)

Rieger-orgel, Abtei Marienstatt
Walcker-orgel & Klais-orgel, Lutherkirche Wiesbaden

Cadenza con ostinati (1994) für Violine und Orgel; B-A-C-H ‘Hommage à …’ (1994) für große Orgel; Dies irae – Tage des Zorns (2015) für Orgel und Schlagzeug; Feuertaufe (2004) für Orgel; Bremer-Dom-Musik (2013) für zwei Orgeln; Strophen (1988/2001) für Orgel und Tonband; Sonido Iberico (2014) für eine spanische Orgel; Sense of Rhythm (2011) für Orgel und Schlagzeug; Moving Colours (2006) für Orgel; Mors et Vita (2015) für große Orgel

Cybele Records – 2SACD 601807, SACD, TT 56’44+54’12, booklet 91 p. DU/EN, prijs € 25,90 | cybele.de