CD met improvisaties op veler verzoek stelt teleur

Improvisaties

Text Example

advertentie



Frank Kaman

Grote of Martinikerk Doesburg

Ouverture – ‘Geloofd zij God met diep ontzag’ (Psalm 68); Prelude ‘Hallelujah, Lof zij het Lam’; Koraalbewerking – ‘Als ik hem maar kenne’; Prelude alla Mozart – ‘Dankt, dankt nu allen God’; Fantasie – ‘Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden / Gij zijt groot en zeer verheven’ (Psalm 86); Aria – ‘Bewaar mij Heer, mijn toeverlaat zijt Gij’ (Psalm 16); Prelude alla Händel – ‘Heilig, heilig, heilig’; Alla marcia – ‘Ik zal met heel mijn hart, o Heer’ (Psalm 9); Gebed – ‘Abba Vader’; Fantasie – ‘God is getrouw’; Voorspel en koraal – ‘Gij sterft, en laat die troost ons na’; Toccatine – ‘Komt, ziet, hoe goed, hoe lieflijk is ’t als zonen’ (Psalm 133); Fantasie – ‘Alle roem is uitgesloten’; Voorspel en koraal – ‘Halleluja, eeuwig dank en ere’; Toccata – ‘Looft de Heer, uw God alom (Psalm 150); Fantasie – Heer, een hert in dorre streken / Maar de Heer zal uitkomst geven’ (Psalm 42).

Label: Mirasound, MIRA 299404

Tijdsduur: 1:12:55

Inlegvel: 4 blz.

Op veler verzoek, zo schrijft Frank Kaman in het inlegvel, verscheen er een improvisatie-CD van zijn hand. Dit is de tweede compact disc die Kaman vol speelt. Eerder kwam onder de titel ‘Populair Orgelconcert’ al een opname van zijn spel uit. In Nederland verschijnt onder invloed van de protestantse kerkmuzikale traditie het nodige op het gebied van de koraalmuziek. De (amateur-)organisten hebben ruim te kiezen uit een aanbod van koraalboeken en bundels met koraalbewerkingen. Daarnaast verschijnt er met de regelmaat van de klok een nieuwe schijf met koraalbewerkingen en/of koraalimprovisaties. Componisten en improvisatoren gaan hierbij veelal historiserend te werk waardoor er een neo-stijl ontstaat. Het zwaartepunt ligt dan vooral op de 17e en 18e eeuw en dientengevolge op de meer barokke en klassieke vormen- en klanktaal. Niet iedereen draagt deze stijlimitaties een warm hart toe. Het ligt dan ook voor de hand dat velen zich op andere wegen begeven. Eén van die koersen wordt wel aangeduid met de term ‘populair romantisch’. Tot de laatste categorie behoren Kamans improvisaties. Overigens valt er nog een derde school te onderscheiden: zij die componeren en improviseren in een (gematigd) modern idioom. Het valt te betreuren dat de laatst genoemde stijlrichting niet nog nadrukkelijker in de orgelwereld vertegenwoordigd is. We leven immers in de 21e eeuw en juist vanuit deze stijl zouden nieuwe impulsen richting de orgelbouw kunnen uitgaan, want ook deze is in ons kleine land nog sterk historiserend van aard.

Het is overigens nog maar de vraag of het in het geval van Kaman om echte improvisaties gaat. Er ontstaat gemakkelijk verwarring wanneer op de voorkant van het CD-doosje over improvisaties en op de achterkant van hetzelfde doosje over bewerkingen wordt gesproken. Dat zijn toch wezenlijk twee verschillende zaken. Gaat het om uitgeschreven bewerkingen en dus feitelijk om composities, of is er daadwerkelijk sprake van echte improvisaties? Een derde mogelijkheid behelst de door wijlen Klaas Bolt toegepaste vorm van de voorbedachte improvisatie. Hierbij wordt het spontane muzikale proces grondig voorbereid en eventueel door middel van aantekeningen, kort uitgeschreven thema’s en dergelijke ondersteund. Deze spraakverwarring is overigens niet exclusief voor deze opname. Keer op keer hoort men op concerten dezelfde improvisaties, terwijl het eigenlijk om composities gaat die in de loop der tijd improviserenderwijze zijn ontstaan. Het is wel zo eerlijk om als organist geen onduidelijkheden te laten bestaan rondom de ontstaansgeschiedenis van een koraalwerk. Het is immers geen schande toe te geven dat het niet om een improvisatie maar om een compositie gaat. Artistiek verantwoord en inventief componeren is op zich al moeilijk genoeg.

Onafhankelijk van stilistische voorkeuren kunnen we stellen dat Kaman elke koraalmelodie op nagenoeg dezelfde wijze behandelt. Hoewel dit niet altijd direct blijkt uit de vormaanduidingen: de fantasie-toccata en toccatine-vormen, die allen volgens hetzelfde stramien worden opgebouwd, overheersen sterk. Na verloop van tijd wordt in deze bewerkingen flink opgeregistreerd om te eindigen in een plenum- of tutti-registratie waarna het koraal luid tot klinken komt. Helaas maakt in al dit orgelgeweld het spel zo nu en dan een onevenwichtige, rommelige indruk. In de meer verstilde momenten geeft de improvisator de voorkeur aan aria-achtige en meditatieve vormen die de luisteraar maar weinig weten te boeien. Bijna alles wordt met dezelfde muzikale saus overgoten; heb je twee of drie improvisaties gehoord, dan heb je ze eigenlijk allemaal gehoord. Dat is jammer. Er gebeurt niet echt iets. Binnen de improvisaties ontwikkelen zich nauwelijks nieuwe ideeën, het suddert maar wat voort.

Op grond van het curriculum vitae van de organist hadden we meer mogen verwachten. Hij studeerde aan de conservatoria van Zwolle en Enschede en behaalde de diploma’s Docerend en Uitvoerend Musicus. Bovendien sloot hij de opleidingen Kerkelijke Koordirectie en Schoolmuziek met succes af. Kaman studeerde daarnaast aan de Hochschule für Musik ‘Franz Liszt’ te Weimar bij prof. Rainer Böhme. Wim van Beek, Stef Tuinstra en Graham Barber waren diens docenten in diverse workshops.

Het Walcker-orgel met zijn buitengewoon karakteristieke gezicht en die ijzersterke melodieën van onder andere het Geneefs Psalter hadden toch voldoende inspirerend moeten zijn om één en ander tot een beter resultaat te brengen. De Walcker-orgelreus klinkt bepaald niet op zijn voordeligst in deze muziek, er wordt onvoldoende recht gedaan aan het eigene en de specifieke mogelijkheden van dit Duits-romantische instrument.

Het inlegvel bevat de dispositie van het orgel, een uitgebreid curriculum vitae van de organist en een curieus dankwoord dat doorspekt is van modieuze Engelse zinswendingen. Dit woord van dank heeft een enigszins tegenstrijdig karakter omdat na een uitgebreide opleidingsschets van de organist een flink aantal mensen wordt gedankt voor hun inzet en het geheel als volgt eindigt: ‘last but not least: SDG’! Dit lijkt een contradictio in terminis in de gegeven context. Temeer daar Bachs signatuur prijkt tussen de signatuur van Kaman op zowel de cd als op het inlegvel. Binnen het populair romantische segment zijn er voldoende uitgaven te vinden die vele malen interessanter zijn dan hetgeen Kaman hier presteert. [ANDRÉ KRUIJF]