COLUMN RE: gister [ 42 ]

re: gister peter sneep

In de column ‘RE: gister’ deelt organist, componist, cantorijlid en journalist Peter Sneep op in zijn ervaringen vanaf de orgelbank (en soms de pianokruk). De wederwaardigheden van de afgelopen zondag van de begeleider in drie Amersfoortse kerken zullen dan veelal het onderwerp zijn van deze column. Als het even kan wekelijks op maandag. Deel 42 – Hangmat.

Text Example

advertentie



 

Psychologiedocent Max Hoekzema leerde ons op de gereformeerde Pedagogische Academie in Zwolle veel interessante dingen. Onder andere dit: inzicht ontstaat in een flits. Je kunt lang ergens over tobben en een oplossing zoeken. Maar het lukt niet en het lukt niet. Pas als je er niet meer over nadenkt en al lang met iets anders bezig bent komt opeens de oplossing. Zomaar: zonneklaar, duidelijk. Of, zoals de meeste mensen zeggen: helder. Kortom, het inzicht kwam in een flits.

 

Afgelopen donderdag had ik zo’n flits-ervaring. Met de orgelkennissen Hans van Leeuwen en chauffeur Ies van den Akker ben ik donderdagavond naar de Martinikerk in Doesburg geweest. Daar gaf jonge hond Sander van den Houten een concert op de drie orgels in de kerk. Terzijde: de man van Stidomu (Stichting Doesburgse Muziekcultuur) die hem en de ongeveer zestig luisteraars om 20.00 uur welkom heette, sloeg stelselmatig het ‘den’ in Sanders achternaam over. Net zoals Gerben Mourik vaak een extra ‘van’ in zijn achternaam krijgt. Wat is dat toch?

 

Iedereen zal het wel hebben, denk ik, maar ik heb het in ieder geval: dat je onder het luisteren naar orgelmuziek ondertussen aan van alles denkt. En ondertussen hoor je ook nog elke noot die wordt gespeeld. Sander van den Houten begon zijn programma op het Freytag-orgeltje met zes stukjes voor beginnelingen die Johann Sebastian Bach voor zijn leerlingen schreef – ‘misschien wel tijdens de les’ zei de concertgever vooraf in zijn toelichting. Ondertussen zag ik Freytag aan het werk, toegewijd en vakbekwaam. Met liefde intoneerde hij de pijpen, stuk voor stuk. Zodat Sander eeuwen later de schoonheid kan laten horen.

 

Daarna een triosonate van Bach op het Flentrop-orgel. Als je in het koor van de kerk zit, hoor je het Freytag-orgeltje op z’n best. De Flentrop klinkt daarna toch een beetje grofstoffelijk, hoezeer het orgel ook is revisited in 2001. Ik zou graag verder weg zijn gaan zitten. Maar ja, de organist was al begonnen met spelen en lopen tijdens een concert stoort de andere luisteraars. Daarom ben ik maar op m’n plek blijven zitten.

 

Het voordeel van het te dichtbij luisteren naar deze Flentrop is dat je daarna hoort hoe mooi het Walcker-orgel is. Het contrast valt extra op. Want als je mij in mijn hart kijkt, hoef ik de Flentrop niet te horen tijdens een concert. Freytag mag, mits bespeeld zoals Sander van den Houten dat afgelopen donderdag deed.

 

Op de Walcker alweer Bach, Praeludium und Fugue in g-moll (BWV 535), om de prestanten en mixturen in Silbermann-factuur te laten horen. Gelukkig deed Van den Houten er ook een zestienvoets tongwerk bij voor de broodnodige Gravität. Geen dag zonder Bach, zeggen ze, maar dan moet de Walcker in Doesburg snel worden uitgeroepen tot Bachvrije zone.

 

Mendelsohns Andante in D-dur gedijt goed op de veelheid van achtvoets labialen in Doesburg. Choral III van César Franck veranderde van nationaliteit. Walcker is geen Cavaillé-Coll en Van den Houten maakte duidelijk dat dat niks geeft. Het werd een Duits stuk met een Franse tongval. De Trompet van het Fernwerk bleek zeer geschikt voor dit stuk. De wispelturige vuurvliegjes (Feux Follets) van Louis Vierne die daarna op het programma stonden, zijn dwaallichten die je steeds op het verkeerde been zetten. En het Clair de Lune duurt te kort. Het voelt als twee minuten, terwijl het er bijna tien zijn.

 

Flits!

 

Daar is het inzicht. Ik zie mezelf zitten op zo’n knopstoel met rieten zitting. Best fijn, beter dan een kerkbank. Maar waarom moet ik kaarsrechtop een stoel zitten tijdens een orgelconcert? Als ik thuis een mooie cd met orgelmuziek opzet en ik wil de muziek goed in me opnemen, ga ik op de bank liggen. Waarom kan ik dan bij een goed orgelconcert nergens liggen? Ik kijk om me heen. En jawel. Iedereen zit op een stoel, net als ik. Maar wat zou ik ontzettend graag liggen. Op een bank, op de grond, op een sofa. Het maakt niet uit. Mijn hoofd wordt te zwaar om rechtop te houden. Deze muziek confronteert me met ongewenste zwaartekracht.

 

Het is eigenlijk helemaal geen gek idee om in de kerk te gaan liggen. Er zijn in allerlei ziekenhuizen diensten, waar patiënten met bed en al naar binnen worden gereden. In de kerk van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Renkum is ieder jaar op een dag in de maand mei een ziekenbedevaart. Daar zijn mooie foto’s van: een kerk vol bedden. En in de vluchtkerken in Den Haag en Amsterdam sliepen grote groepen medemensen in de kerk.

 

Het moet dus kunnen.

 

Als er nog kerkbanken in de kerk hadden gestaan, was liggen al gemakkelijker te realiseren geweest. Jammer eigenlijk dat in veel kerken de banken zijn opgeofferd aan de multifunctionaliteit.

 

Er staat trouwens al één bank in de Doesburgse kerk, in de nieuwe koffiehoek. Die koffiehoek is trouwens een enorme verbetering. Voor en na de concerten is er nu koffie en thee (en zo) te verkrijgen. Dat nodigt uit tot napraten met de concertgever en met orgelvrienden die vaak van heinde en verre komen. Voorheen was het zo dat de koster van de kerk na het concert bezoekers begon aan te manen tot kerkverlating. De pluchen bank van de koffiehoek was afgelopen donderdag al wel in gebruik. De medewerkers van de koffiehoek zaten erop gedurende het concert. Maar zeg nou zelf, zo’n bank is er eigenlijk om op te liggen.

 

Het lijkt me een mooie uitdaging voor Stidomu en andere organisatoren van (orgel)concerten om sofa’s, bedden, banken, loveseats, fauteuils in de kerk te zetten voor het optimale luistercomfort tijdens orgelconcerten. En natuurlijk hangmatten tussen gotische pilaren. Hoe leuk zou dat zijn als op donderdag 3 september Gijs van Schoonhoven in de Doesburgse Martini gaat improviseren bij de film The Phantom of the Opera uit 1925? Lekker bankhangen, schaaltje chips of zak popcorn, wijntje! Als het hen niet lukt, dan neem ik een stretcher mee naar de Doesburg.

 

 


Peter Sneep (1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Hij is radiopresentator bij de Reformatorische Omroep. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (3) en Manuel (1).

6 Comments

  1. Peter, Vaak is er achter het koorhek genoeg ruimte om zelfs ongezien op de grond te gaan liggen. Als je dat in een kerk als de Grote Kerk in Naarden doet, dan kun je ook nog eens genieten van de prachtige plafondschilderingen. Overigens: tijdens muziekles op de middelbare school moesten we van de docent altijd gaan liggen als er muziek van langspeelplaat of cassette werd beluisterd. Zet de stoelen maar aan de kant! Haal de televisie weg uit de slaapkamer en zet daar de stereo neer. Het werkt echt!

    • Hallo Gerben,
      Dank voor je bericht. Ik heb lang naar de foto gekeken. Weet je ook of je ook bij de orgelconcerten in de Grote Kerk van Weesp kunt liggen?
      Hartelijke groet,
      Peter

    • Dag Kees,
      Wat leuk! Ik lees in een bericht op internet dat er in de pauze koffie was (om niet in slaap te vallen) en een rondleiding over de gewelven. Ze verkeer je lang in hoger sferen.
      Hartelijke groet, Peter

      • Ik was er niet bij in Appingedam. Als ik liggend maar muziek luister val ik doorgaans in slaap. Vooral als ik naar opnames van mezelf luister trouwens: je kunt dan helemaal meedenken met het verloop van de muziek en ongemerkt zweef je dan in een mum van tijd weg van deze aarde…

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.