EINDEJAARSCOLUMN Bert Rebergen: Uren, dagen, maanden, jaren

Van Gogh meets Rembrandt Noorderkerk Amsterdam
Noorderkerk Amsterdam: Van Gogh meets Rembrandt | The Untold Story | © foto Bo van Betlehem

Slechts zelden belandt een kerklied in het programma van een cabaretier. Wim Kan maakte tijdens zijn Oudejaarsconferences wel gebruik van een beroemd kerklied: ‘Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen’, van Rhijnvis Feith.

Text Example

advertentie



Terwijl de pianist de melodie speelde, snikte de vrouw van Kan en troostte hij haar – Toe nou, Mien! –  uiteindelijk met een grappige opmerking.

Ivo de Wijs maakte destijds deze variant:

Uren, dagen, maanden, jaren
Vliegen als een schaduw heen.
Zij die eens gelukkig waren
Wonen nu in Amstelveen.

De populariteit van kerkliederen vliegt dikwijls als een schaduw heen. Er zijn tijden dat je als organist bij de mis en de kerk-, rouw- en trouwdiensten een bepaald lied steeds in de liturgie ziet verschijnen, totdat een andere ‘hit’ het lied de vergetelheid indrukt. Er zijn liederen die niet stuk te krijgen zijn, maar er zijn er ook die een langzame dood sterven.

Feith

In heel wat Oudejaarsdiensten werd het Nieuwjaarslied (!) van Feith gespeeld en/of gezongen. Dat gebeurt nu nog zelden. De taal spreekt minder aan en er zijn her en der ook theologische bezwaren aangaande dit beroemde lied. In het Liedboek voor de Kerken en het Nieuwe Liedboek werd het niet opgenomen.

Orgeljaar 2022

Niet om er de draak mee te steken, maar dankbaar gebruik makend van de melodie, besloot ik dit keer het orgeljaar eens in liedvorm te beschouwen. Kun en wil je nog zingen? Zing dan mee! 
Iedere opname, bevattende een goede uitvoering van dit lied (het liefst in wisselzang, zonder bovenstem) is uiteraard welkom bij de redactie.

Weer een orgeljaar passeerde

Hernhutterse melodie, 18e eeuw

WEER een orgeljaar passeerde
vol concerten en cd’s.
Menig organist trotseerde
orgeltrappen, zonder vrees.
Boeken werden uitgegeven.
Noten strooide men in ’t rond.
’t Kerklied muzikaal omgeven,
luid, of op de achtergrond.

Nieuwe instrumenten kwamen.
Her en der is er nog geld.
Nunspeet moet zich echter schamen.
Vonkendoos werd opgesteld.
’t Binnenwerk geplaatst op Marktplaats.
Speakers bovenop de kast.
Samenzang wordt ondermaats.
Dit snood bedrog is ongepast.

Organisten, moet u weten,
hebben soms een heel groot hart.
Heeft de mens te weinig eten?
Geeft een oorlog grote smart?
Trek dan snel uw beurs vol flappen.
Maar, wat mij helaas bezuurt:
Met de doos vol lieve happen
werd de saté meegestuurd.

’t Bleef niet slechts bij orgelspelen.
Camera’s nam men ter hand.
Mocht je je frequent vervelen …
trek dan door het ganse land!
Foto’s maken in twaalf kerken.
Een kalender! Vangen maar!
Zeven concurrenten merken:
‘Wij zijn niet alleen dit jaar.’

Haarlem had een open einde.
Finalisten zonder prijs.
Wie bij ’t orgelspel meedeinde
Vond de jury zeer onwijs.
Deze zweeg in alle talen.
Kwaliteit, dat werd gemist.
Slechts wat bloemen… dat is balen!
Word dus toch maar pianist.

Ik-boodschappen lees je vaker
In de orgelmedia:
‘Ik vind die cd een kraker!’
‘Ik haat orgelmaffia!’
‘Ik houd niet van tremulanten!’
‘Ik vond Bachs werk net te snel!’
‘Ik weet, meer dan jij, van wanten!’
‘Ik waardeer Guillou dus wel!’

‘Ik voel mij toch zo gezegend’
‘Ik voel mij zo enthousiast!’
‘Ik voel mij – alles afwegend –
min of meer een toffe gast.’
‘Ik voel mij daarom gelukkig
en nostalgisch en dankbaar.’
‘Ik word van collega’s nukkig
Betweters vind IK ze maar.’

In de Dom – dat werd genieten! –
werden keyboards neergezet.
Lekker dissonanten schieten!
Kajem, modern getoonzet?
Het publiek – allicht!- begrijpt het.
Zelfs zo’n vreemde aria.
Op de fiets naar de portiekflat
neurie je dat zo weer na.

Willen wij de jeugd behouden
dan is propaganda goed.
Want nu zingen er slechts ouden.
Piepen moet zo’n jonge snoet!
Daarom Orgelkids opzoeken.
Maak ze maar ‘Stay Tuned!’, meneer.
Vindend in de orgelboeken
orgelkunst en kitsch steeds weer.

Organisten – ach, dat weet u! –
kunnen eigenzinnig zijn.
Ruimte krijgen is een issue,
anders is de kerk te klein.
Creatieve vrijheid blijkt dus
de essentie van de job.
Dan vindt men, gelijk de huismus,
een nieuw huis en zegt: ‘Ik stop!’

‘Is zo’n orgelbank wel veilig?’,
schiet nu zomaar door mijn hoofd.
Kerkrentmeesters…zijn ze heilig?
Doen ze wat je werd beloofd?
Of zijn het van die tirannen,
zoals Arib en Matthijs?
Speelde je nog wel ontspannen?
Of bleef ’t buigen op hun eis?

Covid gooide roet in ’t eten.
Online spelen populair.
Soms in zak en as gezeten.
Armoe troef, dus veel pr.
Desondanks was er een voordeel:
Toen het orgel even zweeg
– och, vergeef mij toch dit oordeel –
men geen Franck te horen kreeg.

Goed, je wilt de man herdenken.
Met hem waren er nog meer.
Al die aandacht blijven schenken.
Het verveelt wel na tien keer.
Een prelude en een fuga,
zuivergoud, maar het blijft brons,
als ik daar alleen mee doorga,
zonder de variation(s).

’t Is ruim veertig jaar geleden
dat mijn broer ‘m had gemaakt.
Hij hield van die aardigheden.
Popmuziek werd niet gelaakt.
Niet als Messiaen aan ’t dromen.
Ritmes in kleur uitgedrukt.
De volumeknop op acht en
van zijn lichtorgel verrukt.

Interesse in historie?
Polifonia weet raad.
Straks staat Hollands orgelglorie.
Voor u digitaal paraat.
Maar, met ijzers werd geslagen.
Voor de pijpen was men wreed.
Ik wil om excuses vragen.
Graag wat aandacht voor dit leed!

Laat ons kosters niet vergeten.
Hedendaagse slavernij.
Komen amper toe aan eten.
Geen decemberavond vrij.
Kerstconcert, ’t is nummer zeven,
deze maand. Steeds heen en weer!
En met Nieuwjaar – wacht eens even –
zijn, na Covid, er drie meer!

Orgelnieuws was er voldoende,
In het afgelopen jaar.
Veel reacties zijn zodoende
te verwachten, da’s niet raar.
‘Niet zo netjes’ vond de ene
‘Dat was top!’ werd ook gezegd.
Nepnieuws is er niet verschenen.
Orgelnieuws is altijd echt!

Lege stoelen bij concerten
krijgen meer de overhand.
Orgel slechts voor upper ten?
Wát is er toch aan de hand?
Orgelnieuws wil u bedanken.
U bezocht ons continu!
Vul dan ook die lege banken!
Kom! Men rekent ook op u!

Dan – tot slot – een vers voor Rhijnvis,
onze dichtende regent.
Hem zijn, ondanks onze scepsis,
heel wat prijzen toegekend.
Ook zijn heden werd verleden.
Nochtans zet dit lied uiteen
in ons orgelland, op heden:
niets bestendigs hier beneên!

Bert Rebergen (*1969) is ruim dertig jaar actief in het onderwijs en treedt op als spreker en verhalenverteller. Orgelmuziek mag zich in zijn belangstelling verheugen. Dit als luisteraar en als bespeler van menig instrument. Hij schrijft sinds 2006 voor ORGELNIEUWS als columnist en recensent.

6 Comments

  1. Prachtig geschreven zoals altijd Bert. Allen de beste wensen voor 2023 toegewenst!

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.