Herboren Duitse romantiek aan de Friese Waddenkust

Op 19 maart 2011 wordt het Bakker & Timmenga-orgel in de Sixtuskerk te Sexbierum opnieuw in gebruik genomen. Het Duits-romantische georiënteerde Bakker & Timmenga-orgel uit 1924 in de historische Hinsz-kas werd gerestaureerd en uitgebreid door Mense Ruiter Orgelmakers en Hans Kirchner Orgelbau.

Text Example

advertentie




Het hoofdorgel in de Sixtuskerk kent een lange en bewogen geschiedenis. Albertus Anthonie Hinsz bouwde in 1766-’76 een orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal voor de Sixtuskerk. Dit instrument kreeg 20 stemmen. Gedurende de negentiende eeuw bleef het orgel redelijk goed bewaard; Van Dam veranderde drie stemmen naar de toen heersende smaak.

In 1922-’23 was het orgel aan een restauratie toe. De toenmalige organist van de Sixtuskerk wilde eigenlijk wel een nieuw orgel in de toen erg in de mode zijnde moderne Duits-romantische stijl. Orgelmakerij Bakker & Timmenga uit Leeuwarden, die het oude orgel in onderhoud had, kreeg de opdracht een nieuw orgel volgens de Duits-romantische principes te maken in de oude hoofdwerkkas van Hinsz.

Het instrument kreeg 20 stemmen verdeeld over Hoofdwerk, Zwelwerk en Pedaal. De windladen voor Hoofd- en Zwelwerk, de grote magazijnbalg en de mechanieken voor het Hoofd- en Zwelwerk werden door de orgelmakers zelf gemaakt. Het pijpwerk, de kegellade voor het pedaal, de registerwippers en toebehoren werden besteld in Duitsland.

Het is bij de laatste grote restauratie duidelijk geworden dat de Bakker en Timmenga destijds niet erg vertrouwd waren met het Duits-romantische orgeltype; zelf bouwden ze hun orgels in de late negentiende-eeuwse Friese orgeltraditie. Zo heeft bijvoorbeeld de zwelkast, ook toen geen typisch fenomeen in het werk van de Friese orgelmakers, nooit goed gefunctioneerd omdat de wanden te dun werden gemaakt en de isolatie minimaal was.

De winddruk werd vastgesteld op 75 mm waterdruk, gebruikelijk in het oeuvre van Bakker & Timmenga, maar te laag voor het Duitse pijpwerk.

Het pijpwerk uit Duitsland was duidelijk voor een veel hogere winddruk gemaakt; het orgel heeft dan ook nooit echt goed geklonken. Vooral de strijkers misten hun karakter, de fluiten waren wat onbeduidend, de prestanten week, de typische duitse Cornet-Mixtuur (een niet repeterende mixtuur met een tertskoor) ‘groezelig’, en de Trompet klonk erg ‘neuzelig’.

In 1949 werd het orgel onderhanden genomen door de firma Pannekoek & Van der Meulen, die de Gemshoorn 4’ opschoof naar 2 2/3’-ligging en de winddruk verlaagde. Uiteraard kwamen deze ingrepen het instrument bepaald niet ten goede. In deze gewijzigde vorm heeft het orgel dienst gedaan tot 1995. In dat jaar werd de Sixtuskerk behandeld tegen de ‘Bonte Knaagkever’ volgens de methode-Wijhe. De kerk werd echter veel warm gestookt dan deze behandelmethode toestond, met als gevolg dat het kerkmeubilair zwaar beschadigd raakte en het orgel totaal onbespeelbaar werd.

In 2006 werd op initiatief van de organist van de kerk, Gerrit de Vries, de Stichting Behoud Kerkorgel Sixtuskerk Sexbierum opgericht met als doel het onbespeelbare orgel te restaureren. Als adviseur werd dr. Hans Fidom aangesteld.

Nadat het orgel in het voorjaar van 2009 leeg was gehaald werd achter het orgel een nieuwe geïsoleerde achterwand opgetrokken, zodat het hele instrument met de magazijnbalg en windmotor in de verwarmde kerk kwam te staan. In de bestaande achterwand werden links en rechts van het orgel grote openingen in gotische vorm gemaakt.

Het orgel is gerestaureerd door Mense Ruiter Orgelbouw uit Zuidwolde en onderaannemer Harm Kirchner Orgelbau uit Stapelmoor, Duitsland.

Er werd een kleine dispostiewijziging uitgevoerd; oorspronkelijk had het orgel drie viervoets registers op het Hoofdwerk: een Octaaf 4’ een Fluit Harm. 4’ en een Gemshoorn 4’. De in 1949 tot Quint verschoven Gemshoorn 4’ werd weer teruggeschoven, maar nu naar achtvoets ligging, waarmee een meer logische opbouw van het achtvoetsensemble op het Hoofdwerk is ontstaan.

De Zwelkast werd beter geïsoleerd waardoor deze nu veel beter werkt.

Het pedaal dat in 1923 was voorzien van slechts twee stemmen (Subbas 16’ en Cello 8’) werd op wens van de plaatselijke orgelcommissie uitgebreid met drie registers: . Het was een wens in Sexbierum om het pedaal uit te breiden met een Contrabas 16’ een Fluitbas 8’ en een Bazuin 16’. Deze stemmen werden gemaakt door de Mecklenburger Orgelbau uit Plau am See, Duitsland.

Deze registers, van grenenhout, werden geplaatst boven op de balgenkas achter het orgel tegen de nieuwe achterwand. De Bazuin kreeg de volle bekerlengte. De mensuren van deze drie registers werden genomen van het Sauer-orgel uit 1922 in het Orgelpark te Amsterdam, en voor verdere oriëntatie werden ook de mensuren opgenomen van de gelijknamige stemmen in het Sauer-orgel uit 1930 in de Pfarrkirche in Güstrow, Mecklenburg-Vorpommern.

Tenslotte werd de winddruk van het gehele orgel vastgesteld op 92,5 mm waterdruk. [GERRIT DE VRIES]

Het orgel werd kerkelijke in gebruik genomen op 7 november 2010. De officiële ingebruikname zal op 19 maart 2011 plaatsvinden.


Dispositie

Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16
Prestant 8
Viola di Gamba 8
Gemshoorn 8’
Holpijp 8
Octaaf 4
Fluit Harm. 4
Octaaf 2
Cornet-Mixtuur III
Trompet 8

Zwelwerk C-f3
Salicionaal 8’
Aeoline 8
Voix-Celeste 8
Gedekt 8
Salicet 4
Roerfluit 4
Spitsfluit 2
Vox-Humana 8

Pedaal C-d’
Contrabas 16
Subbas 16
Cello 8
Fluitbas 8
Bazuin 16

Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
Pedaalkoppel
Tremulant Zwelwerk


Koororgel

In oktober 2010 werd tevens een groter koororgel geplaatst ter vervanging van een kleiner Verschueren-koororgel uit 1966. Het drie stemmen stemmen tellende positief (Bourdon 8’, Roerfluit 4’, Prestant 2’) werd verkocht aan de RK. Kerk te St. Annaparochie.

Het ‘nieuwe’ koororgel werd geschonken door de Christelijke Gereformeerde Kerk (Ichthuskerk) te Harlingen. Deze gemeente is samengegaan met de plaatselijke Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk ‘De Haven’. De Ichthuskerk werd verkocht, het orgel uit 1967 van Bernard Pels & Zoon werd door Mense Ruiter in Sexbierum geplaatst. Het instrument heeft zes stemmen op 1 klavier en vrij pedaal.

Dispositie

Manuaal C-g3
Roerfluit 8
Prestant 4
Gedekte fluit 4
Fluit 2
Mixtuur IV (hoogste koor in Sexbierum afgedekt)

Pedaal C-f
Subbas 16’

Pedaalkoppel

© 2011 fotografie www.betlehem.nl