Het St.-Bavo-orgel piept, knarst en dondert niet

Text Example

advertentie



De Nederlander Chiel Jan van Hofwegen en de in Oostenrijk woonachtige Hongaar Robert Kovács hebben samen het 46ste Internationaal Orgelimprovisatieconcours te Haarlem gewonnen. Voor het eerst in de geschiedenis van deze wedstrijd werd de prijs tussen twee finalisten gedeeld. Geen van de vier finalisten had namelijk voldoende kwaliteit, aldus juryvoorzitter Ewald Kooiman.

Inderdaad waren de verrichtingen van de vier finalisten in het thema van Hans Kox ronduit teleurstellend. Het niet uitreiken van de prijs was dan ook heel denkbaar geweest. Uiteraard is het Salomonsoordeel dat uiteindelijk viel, een voor de kandidaten elegantere oplossing.

Daarbij heeft de jury, bestaande uit David Briggs, Piet Kee, Karl-Bernhardin Kropf, Daniel Roth en Klaas de Vries, de prestaties van de winnaars in de twee voorronden laten meewegen. Van hen had Chiel Jan van Hofwegen dinsdag en woensdag gemiddeld het best gescoord. Zijn spel onderscheidde zich van dat van zijn negen mededingers door vormbesef en rust. Tegelijk ontbraken in zijn voorzichtige aanpak nog de humor en het onverwachte.

Met een improvisatie die getuigde van poëzie overtuigde Robert Kovács in de finale meer dan Van Hofwegen, maar ook hij bereikte niet het niveau dat van een winnaar verwacht mag worden. Beide andere finalisten, de Duitser David Franke en de Fin Jukka Aro, hadden moeite om tot aanstekelijk musiceren te komen. Aro had wel leuke ideeën, maar werkte deze onvoldoende uit. Dat was een teleurstelling na de tweede ronde, waarin hij de kandidaat was die als beste originaliteit aan vormbesef wist te koppelen.

Heel anders was Franke, die woensdag een klassieke partita met afgebakende variaties op het gegeven thema (een 16de-eeuws ’Souterliedeke’) had laten horen.

Dat hij de eerste ronde overleefd had, was trouwens verbazingwekkend. Daarin was de onervaren Duitser verstrikt geraakt in een veel te lange finale op het thema van Wim de Ruiter. Dat hij desondanks door mocht, moet komen doordat de jury de uitbundige en traditionele improvisaties van de Franse virtuoos Jean-Baptiste Dupont en van de Amerikaan Steven Ball, alsmede het stugge spel van de Duitser Thorsten Maus op stilistische gronden heeft afgekeurd.

Met fantasierijk spel, maar met weinig gevoel voor grote lijnen, had de Fransman Noel Hazebroucq het tot in de halve finale uitgehouden. Daarin sneuvelde eveneens de Nederlander Gerben Mourik. Hij was zichtbaar aangeslagen, nadat hij in het vorige concours wél finalist was en inmiddels ook het concours van Saint Albans had gewonnen.

Mourik profileerde zich als een organist met grote contrapuntische vaardigheden, getuige zijn dubbelfuga woensdag. Toch kon ik mij voorstellen dat de jury zijn zware behandeling van het dansante Souterliedeke niet in dank afnam.

Opvallend van dit concours was dat het idioom van alle deelnemers behoudend was. Opeens lijkt het tijdperk waarin men in Haarlem het orgel liet piepen, knarsen en donderen in avant-gardistische experimenten – jarenlang Haarlemse handelswaar – wel heel ver weg. [CHRISTO LELIE]

Internationaal Orgel Improvisatieconcours Haarlem. Gehoord: 4, 5 en 6 juli in de Grote of St.-Bavokerk te Haarlem.

[met toestemming overgenomen uit Dagblad Trouw van zaterdag 8 juli 2006]

© 2006 www.orgelnieuws.nl