Hommage à Pierre Cochereau [RECENSIE]

De Franse televisie nam ooit een orgelles op van Pierre Cochereau op. Studente Carole Parlanti krijgt onderricht over het Choral uit de Tweede Symfonie van Louis Vierne en Maurice Clerc krijgt improvisatieles. Delen van deze les zijn te zien op de dvd “Cochereau, l‘organiste de Notre-Dame (Solstice, SODVD 01).

Text Example

advertentie



Nog maar kort geleden zette ik een punt achter een recensie van een cd met getranscribeerde Cochereau-improvisaties (door François Lombard – Motette CD MOT 13471) of de volgende ligt al weer voor mijn neus. Het Nederlandse label Festivo bracht de cd ‘Hommage à Pierre Cochereau Improvisateur’ uit met Maurice Clerc op zijn eigen orgel in de kathedraal van Dijon. Deze keer dus een leerling van Cochereau, een man die de maître zelf bezig heeft gezien en van hem het improviseren mocht leren. Dat roept verwachtingen op en – laat ik direct met de deur in huis vallen – die worden niet helemaal waargemaakt.

Onmiddellijk en opnieuw rijst de vraag: “Waarom deze enorme improvisaties transcriberen en herhaaldelijk opnemen terwijl we veel prima opnamen van Cochereau zelf hebben?” Net zoals Lombard dat doet, zo geeft ook Clerc een aantal argumenten in het booklet om het opnieuw spelen van deze stukken te verdedigen. Zijn eerste argument is niet sterk. Hij wijst op improvisaties van Charles Tournemire en Louis Vierne die werden genoteerd door Maurice Duruflé en die nu nog steeds gespeeld kunnen worden. Clerc vergeet dan echter te melden dat er van genoemde componisten vrijwel geen opnamen bestaan die ons een goed beeld kunnen geven van de improvisatiekwaliteiten van deze organisten. Het tweede argument van Clerc is sterker. Dankzij het noteren van deze improvisaties kunnen we de improvisatietechniek van organisten als Cochereau beter bevatten. Oké, maar of al die cd’s die nu in de schappen verschijnen zo wenselijk zijn, blijft de vraag. Ze worden door anderen gespeeld op andere orgels dan dat van de Notre-Dame en dan wordt het al heel moeilijk om deze nieuwe opnames te prefereren boven de – soms matig opgenomen – authentieke uitvoeringen van Cochereau.

Los van deze opmerkingen werpen we een blik op de gespeelde werken.

Clerc begint met de in 1977 gespeelde improvisatie ‘Variations sur un Noël’ die we terugvinden op FYCD 059. Clerc nam deze improvisatie al een keer op en dan ook nog eens op het zelfde orgel, voor het label IFO (IFO 00025). Op die cd gaat het om een live-opname die op mij een veel betere indruk maakt dan deze cd-opname voor Festivo. Deze uitvoering mist de ‘spirit’ van een live uitvoering, al hebben we hier wel met een betere geluidskwaliteit te maken.

Ook in 1977 nam Cochereau de ‘Evocation de l’instrument, des origines au XVIIème siècle’ op. Op de cd van Clerc is overigens sprake van de 18e eeuw. Clerc speelt de delen soms langzamer en dan weer sneller dan zijn leermeester. Overigens, het orgel in Dijon is wellicht beter geschikt voor dit type repertoire dan het al snel brutaal wordende Notre-Dame-orgel.

Voor Philips (454-656-2) nam Cochereau in mei 1973 een hommage op aan zijn voorganger Louis Vierne en gebruikte daarvoor het thema uit het slaapliedje ‘Berceuse’ uit de Pièces en Style Libre. Al herkennen we improvisaties van Cochereau dikwijls aan een stevige dosis vuurwerk, juist in de verstilde passages toonde Cochereau zich vaak de meester. Die dromerige, bijna mystieke sfeer, gecreëerd door heerlijke harmonisaties, modulaties en een afwisselend samenspel tussen strijkers, tongwerken en de cornet, komt op deze cd uitstekend tot zijn recht. Clerc speelt de transcriptie die Frédéric Blanc maakte en niet de versie van David Briggs. Een improvisatie die zeker het niveau heeft van een compositie en notatie dus verdient!

Clerc vertelt ons in het booklet dat hij het opnemen van het Scherzo-symphonique (10 februari 1974) – ooit door Jeremy Fillsell opgenomen op een elektronisch orgel – niet kon laten. Had hij dat maar wel gedaan. Dit is zo’n improvisatie die zó op de ‘harde schijf’ van menig Cochereau-liefhebber is gebrand dat iedere afwijking direct opvalt. Alleen al qua tempo (anderhalve minuut langzamer!) is dit onvergelijkbaar met Cochereaus oeruitvoering. Hier hoort gewoon het Notre-Dame orgel uit de jaren ‘70 te klinken en bovendien missen we de vaardige handen van de meester zelf. De onverwachte tutti-uitbarsting aan het eind, waarmee ik al menig orgelvriend hier thuis heb kunnen laten schrikken, valt volledig in het water bij deze opname. Even zag ik de zwoegende student weer voor me uit de documentaire met Cochereau zelf. De verleiding om deze zelf getranscribeerde improvisatie op cd te zetten had Clerc dus moeten weerstaan.

Als organist van de Notre-Dame moest Cochereau regelmatig voor muzikale opvulling zorgen. Op diverse momenten in de liturgie werd vaak een kleine improvisatie verwacht. In deze ‘versets’ kon Cochereau alle mogelijkheden van het immense orgel benutten. Deze dertien improvisaties nam Cochereau op voor Philips in december 1963 toen het orgel van de Notre-Dame nog niet alle veranderingen had ondergaan die Cochereau liet uitvoeren. Dat levert enerzijds een aardig historisch klankbeeld op, maar anderzijds ook de klank van een orgel op dat hard aan restauratie toe was. Met het origineel in het achterhoofd klinkt deze uitvoering in Dijon absoluut niet verkeerd en horen we een geïnspireerde uitvoering, tijdens een concert in oktober 2004 in Dijon.

De opname van STH is goed, ook de live-opname mag er wezen. In het booklet treffen we interessante en nog onbekende foto’s van Pierre Cochereau aan, waarschijnlijk uit de verzameling van Clerc. Maurice Clerc heeft zijn enorme bril inmiddels niet meer (pag. 11) en over hem vinden we verder een duidelijke biografie. Het booklet bevat verder een verantwoording door Clerc zelf in vier talen (En, Fr, Du, Nl). Van het orgel wordt slechts de dispositie vermeld. Iets meer informatie was welkom geweest, ook over de improvisaties.

Clerc vraagt zich terecht af of Cochereau al deze transcripties en opnamen wel zou hebben gewaardeerd. Eerlijk gezegd vermoed ik dat Cochereau zijn hand na het stellen van die vraag zou leggen op de speelgrage handen van al zijn adepten, ze zachtjes opzij zou schuiven naar de hoek van de bank en zou zeggen: “Nu is het wel genoeg geweest, laat mij maar even.”

Hommage à Pierre Cochereau improvisateur

Maurice Clerc au grand-orgue de la cathédrale de Dijon

Variations sur un Noël A la venue de Noël (1977), reconstitution François Lombard; Suite Française – Evocation de l’instrument des origines au XVIIIe siècle (1977), reconstitution Jeanne Joulain; Berceuse à la mémoire de Louis Vierne (1973), reconstitution Frédéric Blanc; Scherzo (1974), reconstitution Maurice Clerc; Treize versets de Vêpres (1963), reconstitution: Jeanne Joulain

Label: Festivo
Bestelnummer: 6962152
Speelduur: 78’17”
Prijs: € 19,75

Muzikale interpretatie: * * * / * * * *
Programmakeuze: * * *
Keuze van het instrument: * * * *
Kwaliteit van de opname: * * * *
Informatie in het booklet: * * / * * *
Grafische vormgeving: * *

© 2007 www.orgelnieuws.nl