Improviseren volgens de beste Franse tradities [RECENSIE]

Deze cd is bedoeld als klankportret van het nieuwe orgel van de kerk St.-Pothin in Lyon, dat in 2004 door de firma Kern uit Straatsburg werd voltooid.

Text Example

advertentie



De stijl waarin het instrument is gemaakt, is die van de grote symfonische orgels van de late 19de eeuw. Het heeft 44 stemmen, verdeeld over drie manualen en pedaal. Het Positif en het Récit beschikken beide over een zwelkast. De omvang van manualen en pedaal is royaal: respectievelijk 61 en 32 tonen. Bij de bouw is gebruik gemaakt van pijpwerk uit het vorige orgel van deze kerk, dat in 1876 door Merklin was gebouwd.

Bovenstaande informatie valt nog te destilleren uit het zeer summiere booklet dat deze schijf vergezelt. Meer details, zoals de dispositie, foto’s en korte geïmproviseerde geluidsdemonstraties van elk afzonderlijk register (!) zijn te vinden op www.orgue-stpothin.com.

Meer dan tien jaar voorbereiding gingen aan het gereedkomen van dit orgel vooraf. Een belangrijk aandeel in het ontwerp had de titulaire, Loïc Mallié. Deze 59-jarige organist heeft een stevige reputatie: als leerling van o.a. Henriette Roget en Olivier Messiaen verwierf hij in de zeventiger jaren aan het conservatorium in Parijs eerste prijzen voor harmonie, fuga, contrapunt, improvisatie en voor orgel. In 1982 behaalde hij de eerste prijs voor improvisatie op het prestigieuze concours in Chartres. Behalve als organist is hij actief als componist. Er staan werken voor orgel, piano, orkest, koor en kamermuziek op zijn naam.

In negen improvisaties, in tijdsduur variërend van ruim drie tot bijna twaalf minuten, etaleert hij op deze cd de diverse registergroepen, solostemmen en karakteristieke combinaties van het Kern-orgel. Hij doet dat op een ongekend boeiende manier. Mallié houdt de aandacht vast met een virtuoos gebruik van het instrument, een enorme beheersing van de harmonische, ritmische en vormtechnische kenmerken van de erfenis van o.a. Vierne, Duruflé en Messiaen en een grote rijkdom aan goede muzikale ideeën. Meteen al bij de eerste improvisatie, Dialogue de Flûtes, weet Mallié de luisteraar voor zich te winnen en dat duurt vervolgens bijna een uur, tot het laatste extatische Délires alleluïatique. Wat ik ook belangrijk vind: bij Mallié is ook de stilte muziek. Weinig is zo vervelend als muziek die maar doordendert of doorzeurt, maar op de cd kom je dat gelukkig niet tegen.

Veel valt er bovendien te genieten van de fraaie klanken van het Kern-orgel en als luisteraar begrijp je dan ook dat het niet toevallig is dat deze orgelbouwer opdrachten in de wacht sleept voor bijvoorbeeld de Marienkirche in Berlijn en de Frauenkirche in Dresden. Geslaagd is ook de evenwichtige opname, die mooie de ruimtelijke werking van het orgel laat horen, maar tevens de duidelijkheid niet in het gedrang brengt.

Als orgelportret, visitekaartje van Loïc Mallié en gewoon als boeiende orgel-cd is deze productie ruimschoots geslaagd.

Improvisations. Loïc Mallié op het Kern-orgel in de kerk St.-Pothin te Lyon.

Dialogue de Flûtes; Autour des Principaux; Quand les Pleins-Jeux s’emmêlent; Les anches “solo”; Dialogue de Cornets, Clarinette et Hautbois; Avanti: crescendo du pp au fff; Le doux délire des mélanges creux; Un Cor Anglais bien “français” et une Voix bien humaine; Délires alleluïatique.

Label: Hortus 026.
Tijdsduur: 56’55.
Booklet: 4 pag., F.