Text Example

advertentie

“Het gaat er niet om dat je als musicus iets voorstelt maar dat je iets voortbrengt”. Zo vatte stadsorganist Geert Bierling de discussie samen die werd gevoerd tijdens het symposium waarmee de ROtterDAmse Orgeldagen op vrijdag 30 mei begonnen.

Zo’n twintig geïnteresseerden waren afgekomen op het symposium, dat vanwege een gering aantal aanmeldingen was teruggebracht – “geïntensiveerd”, zoals de organisatie het eufemistisch uitdrukte – tot één middag. “Beleving”, “performance”, “authenticiteit” en “passie” waren sleutelwoorden die na de inleiding van Marlite Halbertsma (bijzonder hoogleraar kunst- en cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit) opdoken. Enkele citaten:

“Context en beleving gaan hand in hand. Je gaat nooit ergens heen zonder verwachtingen” (Cynthia Wilson, gespreksleider). Als voorbeeld noemde zij het nieuwe, gelijkvloerse Bach-orgel in de Grote Kerk van Dordrecht, waar het publiek de organist kan zíen spelen.

“Er zijn ook veel orgelliefhebbers die niet zonodig naar een groot scherm willen kijken” (Cor Ardesch, stadsorganist Dordrecht).

“Van André Rieu kunnen we nog veel leren” (André Heuvelman, stadsblazer van Rotterdam). En: “Er is een verschil tussen vertolking en performance. Op het conservatorium wordt genoeg aandacht besteed aan uitvoering en interpretatie, maar het element ‘performance’ wordt nog onvoldoende belicht.”

Stadsorganist Geert Bierling haalde de in orgelkringen eveneens verguisde Feike Asma aan: “Hij had veel en ook veel niet. Maar uit de manier waarop hij, gekleed in bretels en met onafscheidelijke sigaar, al zwoegend, muziek maakte op het orgel sprak een enorme passie die overkwam bij het publiek.”

Als inleiding op de discussie speelden jazz-organist Carlo de Wijs en trompettist André Heuvelman een compositie van Claudio Monteverdi en improviseerden daaromheen.

Een uitgebreider verslag zal te lezen zijn in het juli/augustusnummer van de Orgelvriend.