Orgel Lutherkerk Bodegraven weer in gebruik genomen

orgel lutherse kerk bodegraven

Op 19 november jongstleden werd het Adema-orgel van de Lutherkerk in Bodegraven weer in gebruik genomen. Het orgel onderging een deelrestauratie door de orgelmakers Gebr. van Vulpen te Utrecht onder advies van Peter van Dijk.

Text Example

advertentie



Het kerkgebouw, in rondboogstijl, dateert uit 1871. Het vervangt een in 1870 door brand verloren gegaan kerkgebouw, met een Hess-orgel uit 1771. In de nieuwe kerk werd in 1872 eerst een bestaand kabinetorgel geplaatst. Op 24 september 1876 werd een nieuw kerkorgel in gebruik genomen, gebouwd door de orgelmaker P.J. (Piet) Adema te Amsterdam.

De orgelkast – grenen, geschilderd in een donkere eikenimitatie – werd vervaardigd door zijn broer Epke uit Franeker. De aanneemsom bedroeg 2.500 gulden. Het kabinetorgel werd verkocht.

In het bewaard gebleven bouwcontract staat de volgende dispositie opgetekend:

Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16 Discant (gereserveerd)
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Quint 3
Octaaf 2
Mixtuur II-IV
Trompet 8 (gereserveerd)

Nevenwerk C-f3
Roerfluit 8
Holpijp 8
Viola di Gamba  8
Fluit 4
Piccolo  2

Pedaal C-c1
Aangehangen

Manuaalkoppel

Het orgelfront heeft een voor de Gebroeders Adema typerende vormgeving op basis van een vijfledige indeling, met drie geronde torens en vlakke, gedeelde tussenvelden. Een dergelijke indeling was in de negentiende eeuw zeer gebruikelijk, maar met name in de vormgeving van de tussenvelden – en uiteraard de ornamentiek – toonde het huis Adema een ‘eigen gezicht’. Dit betreft met name de tussenvelden, waarvan de onderste door een gebogen lijst worden afgesloten en de bovenste (met loze frontpijpen) een geringe hoogte hebben. Bijzonder in het Bodegraafse front zijn de engelenkopjes in de bovenkappen van de torens.

In 1937 werd het instrument van een elektrische windmotor voorzien.

Restauratie 1948
De firma G. van Leeuwen & Zonen te Leiderdorp voerde in 1948 een restauratie uit. Daarbij werden op het Nevenwerk twee registers vervangen door andere, en op het Hoofdwerk twee registers toegevoegd, op de in 1876 niet ingevulde windladeplaatsen. Tevens werd een pneumatisch aangestuurde kegellade gemaakt ten behoeve van het basgedeelte van de Bourdon 16, per transmissie apart speelbaar op het Pedaal. Daartoe werden de toetsmechanieken aangepast, onder meer door het aanbrengen van een pedaalkoppeling naar het hoofdwerk. Voorts werd de intonatie gewijzigd.

Bij herstelwerkzaamheden in 1968 door de firma Pels & van Leeuwen te Alkmaar is de orgelkast herschilderd in een witte basiskleur.

Eerste fase integrale restauratie
In 2000 werd de eerste fase van een integrale restauratie uitgevoerd door de orgelmakers Gebr. van Vulpen, onder advies van Jaap den Hertog. Daarbij werden de manuaalwindladen en het pijpwerk uit 1876 – inclusief intonatie – hersteld. De orgelkast werd in een lichte eikenimitatie geschilderd.

Adema-orgel Lutherkerk Bodegraven
De lichte eikenimitatie werd bij de eerste fase van de restauratie in 2000 aangebracht.

Tweede fase
Door onzekerheid over de toekomst van zowel de Lutherse gemeente als van het kerkgebouw, was de tweede fase van de orgelrestauratie vervolgens vooralsnog niet aan de orde. Inmiddels is de Lutherse gemeente opgegaan in de Protestantse Emmaüsgemeente Bodegraven, maar is de Lutherkerk gelukkig in gebruik gebleven, voor avonddiensten en bijzondere vieringen, alsmede voor culturele activiteiten.

Desondanks bleek het financieel noodzakelijk – kerk en orgel genieten jammer genoeg geen rijksbescherming in het kader van de monumentenwet – de tweede fase van de orgelrestauratie op te splitsen. Thans zijn de windvoorziening en de mechanieken hersteld, bovendien is de intonatie van de Hobo 8 uit 1948 geoptimaliseerd. De baslade van de bourdon/subbas-combinatie bleek nog in zodanig goede staat te verkeren dat kon worden volstaan met klein onderhoud.

Handhaven
Wat betreft de nu nog openstaande fase van het dispositieherstel is na uitgebreid overleg besloten om drie van de vier registers uit 1948 te handhaven; deze passen voldoende goed in het klankbeeld-1876. De Voix Celeste zal echter weer worden vervangen door een Piccolo 2 in Adema-stijl.

 

Huidige dispositie

Hoofdwerk – I – C-f3
Bourdon 16 – 1948
Praestant 8 – 1876
Holpijp 8 – 1876
Octaaf 4 – 1876
Quint 2 2/3 – 1876
Octaaf 2 – 1876
Mixtuur II-IV – 1876
Hobo 8 – 1948

Nevenwerk – II – C-f3
Roerfluit 8 – 1876
Viola di Gamba 8 – 1876
Voix Celeste 8 – af c; 1948
Fluit 4 – 1876
Nasard 2 2/3 – 1948

Pedaal C-d1
Subbas 16 – transmissie

Werktuiglijke registers
Tremulant – 1948
Manuaalkoppel – trede
Koppel Pedaal – I – trede

Magazijnbalg – 1876
Windmotor – 2016

 

 

© 2016 fotografie Peter van Dijk