Popmuzikant brengt ode aan Feike Asma en zijn orgel

De Rotterdamse popband The Amazing Stroopwafels verraste onlangs op zijn nieuwste album ‘Hiero’ met het nummer ‘Maassluis’. Het gezelschap brengt daarin een ode aan de stad, en dan in het bijzonder aan het beroemde orgel van de stad en zijn even zo beroemde bespeler van weleer: Feike Asma.

Text Example

advertentie



The Amazing Stroopwafels zijn nauwelijks weg te denken uit het Rotterdamse culturele leven. Legendarisch zijn de optredens op de Lijnbaan, waar de formatie tot 2006 veelvuldig het winkelend publiek vermaakte. Daarna maakte strengere regelgeving optreden in het openbaar minder makkelijk en minder aantrekkelijk.

De liedjes van de band getuigen van taalkundig en muzikaal vakmanschap. Humor en nostalgie zijn wezenlijke kenmerken. Tot de bekendste nummers behoren Ome KobusOude Maasweg en de Reus van Rotterdam.

ORGELNIEUWS-redacteur én Stroopwafelliefhebber Joost van Beek ging in gesprek met oprichter en liedjesschrijver Wim Kerkhof (Rotterdam, *1953).

Vertel eens over je kennismaking met het orgel?
Ik kom uit een gereformeerd nest. Het orgel was in die hoek natuurlijk een bekend verschijnsel. Toen ik zes was, kochten mijn ouders een elektronisch orgel. Vervolgens heb ik een paar jaar orgelles gehad, maar ik vond het leuker om dingen na te spelen die ik op de radio hoorde. Na een tijdje ben ik daarom met de lessen gestopt. Op de middelbare school waarop ik zat, het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen, hadden we een echt pijporgel tot onze beschikking. Daar konden we elke avond terecht, ik heb er destijds veel op gespeeld. Leuke avonden waren dat, compleet met vloeistofdia’s en dansende meisjes van de MMS [Middelbare Meisjesschool, red.]. Het waren de jaren zestig hè, vrijheid blijheid.

Wat spreekt je zo aan in het kerkorgel?
Ik ben een enorme liefhebber van het kerkorgel. Voor mij steekt dat instrument in de klassieke muziek met kop en schouders boven de rest uit. Een organist is in die wereld bij uitstek de muzikant die het in zijn eentje opknapt. Alles doet mee: armen, handen, benen, voeten. Daarnaast is het kerkorgel onlosmakelijk verbonden met improvisatie. Op die manier creatief bezig zijn spreekt mij erg aan. Ik vind dat eerlijk gezegd interessanter dan het reproduceren van andermans muziek. Klassieke componisten die mij boeien zijn vooral Johann Sebastian Bach en Georg Friedrich Händel. Dat zit hem vooral in de strakke structuren die zij hanteren. Met romantische muziek heb ik over het algemeen niet zo veel omdat die strakke vormen daar steeds meer worden losgelaten. Verder is het bij mij voornamelijk countrymuziek wat de klok slaat. Ik vergelijk in dat kader de pedalsteel [een soort gitaar, red.] graag met het kerkorgel: ook op de pedalsteel musiceer je met je hele lijf en kun je akkoorden mooi in elkaar laten overgaan.

Vanwaar de hommage aan het orgel van Maassluis en Feike Asma?
Begin jaren 70 studeerde ik geschiedenis in Leiden. Mijn ouders woonden toen in Maassluis. Op zondag ging ik regelmatig naar de Groote Kerk, niet voor de preek (ik had het geloof inmiddels afgezworen) maar voor het orgelspel van Feike Asma. Ook bezocht ik regelmatig concerten van hem. Dat laatste ben ik blijven doen tot aan het begin van de jaren 80.

Je moet weten dat ik een liefhebber ben, geen kenner. Het is daarom lastig uit te leggen waarom Asma mij zo in zijn greep had. Evenmin kan ik je uitleggen waarom mijn moeder meer van Piet van Egmond hield. Laat ik het erop houden dat Asma voor mij een persoonlijkheid was die het instrument op weergaloze wijze het vuur na aan de schenen wist te leggen. En het is natuurlijk ook een fantastisch orgel, hè.

Aan de muzikale basis van jullie eerbetoon ligt de beroemde Cantilene van Josef Rheinberger. Welk verhaal zit daarachter?
Wij hadden thuis een 78-toerenplaat waarop dit stuk stond, gespeeld door Feike Asma, een opname uit de jaren 50. Overigens niet vanuit Maassluis [maar vanuit Amsterdam, red.]. Ons liedje Maassluis is getoonzet op een verkorte versie van de Cantilene. Het aardige is dat Asma op de bewuste plaat ook deze kortere versie speelt. Zo zijn die opname van Asma en ons liedje mooi met elkaar verweven. Gezien de betekenis van het woord is het ook aardig dat de Cantilene voor de verandering eens echt gezongen wordt.

Het liedje ademt een weemoedige sfeer. Hoe zie jij de toekomst van het kerkorgel?
Enerzijds ben ik hoopvol. Daarom eindigt het liedje ook met de ‘Het orgel zal je blijven horen in de Groote Kerk’. Anderzijds kun je er niet omheen dat het aantal kerkgangers blijft afnemen. Dat betekent dat de instandhouding van onze kerkorgels in steeds grotere mate afhankelijk zal zijn van subsidies en andere vormen van financiële steun door overheden en fondsen. Ik vind het belangrijk dat die steun er komt en blijft. Laat de genres die zelf hun broek kunnen ophouden, dat ook doen. Film, cartoon en popmuziek zijn destijds zonder enige vorm van subsidie opgekomen. Ik erger me er mateloos aan dat er op die terreinen zoveel subsidie wordt verstrekt, vaak puur en alleen vanwege handige subsidieadviseurs. Laat dat geld naar de klassieke muziek en het kerkorgel gaan, daar is het ook echt nodig!

 


‘Hiero’ – The Amazing Stroopwafels

Prijs: € 18

Meer informatie en bestellen: www.amazingstroopwafels.nl

 

© 2017 Jelle Gunneweg

2 Comments

  1. Wat een leuke verrassing. Natuurlijk ken ik Wim nog van de Lijnbaan, met zijn legendarische groen en roze geschilderde contrabas, zijn brilletje en sluike haar.
    Daar moest je wel naar kijken en luisteren! Wat mij betreft wordt hij de ambassadeur van het orgel in de Randstad. Eens afspreken Wim? Het verklaart ook wel dat zijn zoon Merlijn (Alles begint met Bach) muziekjournalist is geworden.

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.