Van Dam-orgel Oude Kerk Ede gerestaureerd

Van Dam-orgel Oude Kerk Ede | © foto Van Braak Fotografie

Op donderdag 29 april vindt de presentatie plaats van het gerestaureerde Van Dam-orgel van de Oude Kerk te Ede. Het orgel werd in de afgelopen driekwart jaar door de Orgelmakers Gebr. Van Vulpen hersteld. Daarbij is ook de dispositie voor een belangrijk deel teruggebracht naar het oorspronkelijke concept van 1877.

Text Example

advertentie



Het orgel werd in 1877 door de firma L. van Dam en Zonen te Leeuwarden gebouwd voor de Hervormde Kerk van Nieuwe Niedorp. Het neogotische kerkgebouw, dat een laat-middeleeuwse kruiskerk verving, was eveneens in dat jaar gebruik genomen. Het orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal had de volgende dispositie:

Hoofdwerk C-g3
Prestant 16
Bourdon 16 discant
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2
Cornet III discant
Mixtuur II-III
Trompet 8 bas/discant

Bovenwerk C-g3
Viola di Gamba 8
Salicionaal 8
Roerfluit 8
Fluittravers 4
Salicet 4
Quintfluit 2 2/3
Gemshoorn 2
Klarinet 8

Pedaal
Aangehangen

Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
Pedaalkoppel Hoofdwerk
Tremulant Bovenwerk

Het Van Dam-orgel in de Hervormde Kerk van Nieuwe Niedorp

Zowel de kerk als het orgel hebben in Nieuwe Niedorp nauwelijks een eeuw dienst gedaan. In 1963 werd de kerk gesloopt vanwege ‘bouwvalligheid’. Naast de behouden gebleven laat-middeleeuwse toren verrees in 1966 een kleiner modern kerkgebouw, de huidige Fenixkerk. De firma B. Pels & Zn. te Alkmaar kocht het Van Dam-orgel in 1962 en stelde het op in haar werkplaats.

De werkplaats van de firma Pels te Alkmaar met op de achtergrond het Van Dam-orgel uit Nieuw Niedorp

In Ede werd de Oude Kerk in de periode 1963-1967 gerestaureerd en uitgebreid met een noorderzijbeuk. Het in 1845 door Schwarze te Anholt (D) gebouwde orgel (oorspronkelijk op de afscheiding van koor en schip, later op de westgalerij) werd vervangen door het Van Dam-orgel uit Nieuw Niedorp.

De plaatsing werd in 1967 uitgevoerd door de firma Pels & Van Leeuwen. Het orgel kreeg een uitbreiding met een zelfstandig pedaal op chromatische laden achter de linker zijtoren. De Prestant 16 van het manuaal werd nu op het pedaal gedisponeerd: hiervoor werden de gedekte pijpen voor C-Fis vervangen door open houten pijpen.

De manuaaldispositie werd eveneens uitgebreid en gewijzigd. Op het Bovenwerk werd de Quintfluit 3 verschoven tot Nasard 1 1/3, de Viola di Gamba werd vervangen door een Prestant 8 (C-H uit Roerfluit). Op de plaats van de Klarinet kwam een Scherp en voor de drie nieuwe tongwerken werd een lade aan het Bovenwerk toegevoegd. Op het Hoofdwerk onderging de Bourdon 16 discant een transformatie naar Quintadena 16 discant. Een nieuwe Mixtuur werd op een verhoogde bank geplaatst waardoor ook ruimte kwam voor een Tertiaan II.

De vervanging van klaviatuur, tractuur, windvoorziening en aanpassing van de windladen werd uitgevoerd met moderne materialen.

Adviseur bij de plaatsing en ombouw was Feike Asma. De ingebruikname vond plaats op 18 december 1967 waarbij het orgel werd bespeeld door Wim van der Panne.

Dispositie 1967

Hoofdwerk C-g3
Quintadena 16 discant
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2
Cornet III discant
Tertiaan II
Mixtuur IV-VI
Trompet 8 bas/discant

Bovenwerk C-g3
Prestant 8
Salicionaal 8
Roerfluit 8
Prestant 4
Nachthoorn 4
Gemshoorn 2
Nasard 1 1/3
Scherp III-V
Fagot 16
Dulciaan 8
Trompet 4

Pedaal C-f1
Prestant 16
Subbas 16
Octaaf 8
Roerquint 5 1/3
Octaaf 4
Mixtuur III-V
Bazuin 16
Trompet 8
Klaroen 4

Werktuiglijke registers: Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaalkoppel Hoofdwerk, Pedaalkoppel Bovenwerk, Tremulant Hoofdwerk, Tremulant Bovenwerk

Na ruim een halve eeuw was het orgel aan uitgebreid hersteld toe. Een plan hiervoor werd gemaakt door orgeladviseur Cees van der Poel. Naast technisch herstel was er in het plan ook ruimte voor terugkeer naar het dispositieconcept van 1877 met behoud van elementen uit 1967.

De uitvoering van het werk werd gegund aan de Orgelmakers Gebr. Van Vulpen te Utrecht. Begin september vorig jaar is het orgel gedemonteerd. Medio april 2021 zijn de werkzaamheden afgerond.

Werkzaamheden 2020/2021

De werkzaamheden betroffen de orgelkas, de windvoorziening, de windladen en het pijpwerk. Het orgel kreeg een nieuwe magazijnbalg in plaats van de ladebalgen van 1967. De windladen zijn ontdaan van het verende sleepsysteem uit hetzelfde jaar.

Een belangrijk element uit het concept van Van Dam is hersteld met het terugplaatsen van de Prestant 16’ van het Pedaal naar het Hoofdwerk.Het pijpwerk van de discant was nog in het front aanwezig en is opnieuw aangesloten. De in 1967 naar Quintadena 16′ omgewerkte Bourdon 16′ discant is weer in ere hersteld.

De Mixtuur van het Hoofdwerk uit 1967 is vervangen door een nieuw exemplaar in stijl van Van Dam. Door middel van een tweede knop kan de speler aan de Mixtuur enkele hoge koren toevoegen die daardoor neoklassiek kleurt, zoals in 1967.

Op het Bovenwerk is de Scherp vervangen door een ‘nieuwe’ Nasard 1? en Terts 1?, samengesteld uit pijpwerk van de vulstemmen van 1967. Door het terugschuiven van pijpwerk kregen de Salicionaal, Salicet (1967: Prestant 4) en Quintfluit (1967: Nasard 1?) van het Bovenwerk hun oude karakter terug.

De klank van het orgel is herzien op basis van de nieuwe winddruk van 70 mm, waarbij met name de druk van het Hoofdwerk is verhoogd (was 56 mm). Het pijpwerk uit 1967 is waar nodig passend gemaakt bij de registers van Van Dam. De drie tongwerken van het Bovenwerk zijn wel enigszins in klankkarakter aangepast, het budget liet het niet toe gewenst ingrijpender maatregelen te nemen.

Het balkon, de orgelkas en ornamentiek zijn door De Jongh Schildersbedrijf BV uit Waardenburg opnieuw in de originele roomwitte kleurstelling geschilderd. Biezen en snijwerk zijn van nieuwe vergulding voorzien.

Het orgel na de restauratie van 2020/2021
Presentatie

Het orgel wordt op donderdag 29 april om 19.30 uur gepresenteerd. Vanwege de coronamaatregelen zal dit in besloten kring plaatsvinden. In beeld en geluid is de presentatie voor het publiek te volgen via kerkdienstgemist.nl, kerkomroep.nl en YouTube

Adviseur Cees van der Poel en Adjan Smitsman (directeur Van Vulpen) geven een toelichting op de uitgevoerde werkzaamheden en dragen het instrument officieel over aan de kerkrentmeesters. Cees van der Poel en de beide organisten van de kerk, Leander van der Steen en René van Maastricht, geven een korte orgelbespeling verzorgen. Ds J.M. Molenaar, predikant van de hervormde wijkgemeente Oude Kerk, houdt een meditatie.

Dispositie

• registers van 1967 en later

Hoofdwerk C-g3
Prestant 16
Bourdon 16 discant
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2
Cornet III discant
• Mixtuur III-IV / IV-VI
Trompet 8 bas/discant

Bovenwerk C-g3
• Prestant 8
Salicionaal 8
Roerfluit 8
Salicet 4
Fluittravers 4
Quintfluit 2 2/3
Gemshoorn 2
• Terts 1 3/5
• Nasard 1 1/3
• Fagot 16
• Dulciaan 8
• Trompet 4

Pedaal C-f1
• Subbas 16
• Octaaf 8
• Roerquint 5 1/3
• Octaaf 4
• Bazuin 16
• Trompet 8
• Klaroen 4

Werktuiglijke registers
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk
Pedaalkoppel Hoofdwerk
Pedaalkoppel Bovenwerk
Tremulant Hoofdwerk
Tremulant Bovenwerk

Samenstelling Mixtuur

C21 1/312/3
c2 2/321 1/312/3
c142 2/3221 1/31
c242 2/3221 1/31
c342 2/3221 1/31 1/3

De Mixtuur heeft twee registertrekkers. De in zwart weergegeven koren klinken bij het inschakelen van Mixtuur III-IV. Bij het openen van Mixtuur IV-VI spreken ook de in rood weergegeven koren. De knop Mixtuur III-IV schakelt dan automatisch mee.

Winddruk: 70 mm wk
Toonhoogte: a1 = 432 Hz
Stemming: evenredig zwevend