‘Dat waren nog eens tijden’ [ 23 ]

champagne

In de column ‘Dat waren nog eens tijden’ blikt verhalenverteller, organist en orgelliefhebber Bert Rebergen zo nu en dan terug op de orgelwereld van enkele decennia geleden. In deze aflevering van de column: ‘Januari’.

Text Example

advertentie



Een maand die de gemiddelde orgelliefhebber er niet vrolijker op maakt. Met de kerstconcerten en nieuwjaarsconcerten achter de rug, blijven de toch al koude en grote kerken gesloten voor concerten en begint het lange wachten op Pasen, als de eerste series weer voorzichtig beginnen.

In vroeger tijden stond in de agenda vrijwel ieder weekend een bezoek aan een concert genoteerd. Op Tweede Kerstdag ging je zelfs twee keer, want je moest er uit halen wat er nog in zat! In januari sloeg vervolgens de verveling toe.
Dit weemoedige gevoel verdween in de loop der jaren. Als het om het bezoeken van orgelconcerten gaat, sloeg daar de secularisatie eveneens toe.
Dit rijden van kerk naar kerk maakte plaats voor het thuis beluisteren van de in de loop der jaren opgebouwde discotheek, waarin – mijn verontschuldigingen! – het orgel haar prominente plek soms moet afstaan aan andere muziek.

Zacht mee neuriënd lees ik in de krant de jaarlijkse beoordelingen van oliebollenverkopers. Het blijft knap dat je onder deze eenvoudige baksels zoveel kwaliteitsverschil kunt ontdekken. Dit jaar blijkt ons gezin vlakbij en precies tussen een heel slechte en een zeer goede verkoper te wonen. Vermoedelijk hoor ik echter tot die Nederlanders die, niet zonder leedvermaak, de komische en soms bikkelharde kritieken op de knoeiers onder de bollenboeren lezen: ‘Met het beetje geld dat Gerritsen er nog mee zal verdienen, moet hij maar snel een bakcursus gaan volgen!’ ‘We kunnen er altijd nog de fietsketting mee smeren!’ ‘Er komt heel wat ambacht bij kijken om een dergelijk monster te creëren!’

Die messcherpe commentaren kenden we vroeger ook in de orgelwereld. Ongezouten kritiek werd toen niet ‘veilig’ geuit via de social media, aan een beperkte groep volgers. Nee, het stond overduidelijk gedrukt in kranten en orgeltijdschriften. Daar was dikwijls geen woord Spaans bij. Het onderlinge bekvechten ging vooral over (elektronische) orgelbouw. Rekkelijken en preciezen vlogen elkaar continue in de haren, waarbij de ene groep altijd de andere van onkunde en onbenulligheid betichtte.

Helemaal leuk werd het als beroemde en regelmatig bekritiseerde organisten als adviseur bij nieuwbouw en opknapwerk werden aangetrokken. Boze en nogal zure criticasters kropen direct in de pen en brandden het gebouwde of gerestaureerde instrument af tot op de vloeren van de kerk. De verslaggeving van de ingebruikname werd een heuse satire, waarbij zelfs de dienstdoende predikant het soms moest ontgelden.

Een paar van die kostelijke schrijfsels bewaar ik in mijn archief, maar als je dat nu terugleest komt het allemaal erg ongenuanceerd en weinig tactvol over. We zijn dan ook wat aardiger geworden voor elkaar en zijn die scherpe toon (6 – 8 sterk) niet meer zo gewend. Nog maar zelden komen we dit ‘in het openbaar afkatten van elkaar’ tegen. Eén van de laatste keren dat een orgel-oorlogje werd uitgevochten was toen een organist uit het kamp der puristen plaats moest maken voor een rekkelijke collega en zijn ongenoegen uitte over het spel van zijn concurrent in een landelijke krant.

Thans levert ‘Liederenkeuze in de eredienst’ de nodige opwekk…uhh…opwinding op. De boodschap die de vertoornde schrijver meestal wil overbrengen is: ‘Ik heb hier dus wél verstand van!’, maar bijna altijd zie je dat het aangevallen kamp op positievere reacties kan rekenen. Al te vriendelijk kan men ook zijn. Mijn vader las vroeger De Waarheidsvriend, het lijfblad van de Gereformeerde Bond binnen de Nederlands Hervormde Kerk. Helemaal achterin stond regelmatig een cd- recensie. Het was de enige bijdrage die ik in dit ‘orgaan’ las. Zonder uitzondering waren die commentaren positief en ze eindigden niet zelden met: ‘Een aanrader!’

Bijzonder vriendelijk, maar heel stiekem zou je in zo’n cd-recensie een opmerking willen lezen als: ‘Met de opbrengst van deze orgel-cd zou de organist mooi wat orgellessen kunnen bekostigen!’ Eerlijk is eerlijk: Je mist somtijds zo’n pittige recensie, of zo’n gepeperd stuk, al schallen in de social media, bij tijd en wijle, best wel enkele ‘military trumpets’! Natuurlijk is het zeker zo netjes om iemand een duidelijke mening recht in het gezicht te zeggen. Dat deed een orgel-collega van me toen de predikant hem in het keukentje van de kerk meedeelde: ‘Ik hoor de laatste tijd veel klachten over je.’ Hij reageerde direct met: ‘Ik ook over u. Daar moet je je niks van aantrekken, dominee.’

Het is 2017. Organisten en hun publiek lijken wat zachtzinniger met elkaar om te gaan. Men accepteert elkanders eigen…aardigheden wat gemakkelijker en wacht even met het gooien van olie op het vuur. ‘Waar zou ’m dat in zitten?’, dacht ik, al schrijvende. Nu is het orgel vooral een kerkelijk instrument en de verschillende kerken liggen minder vaak met elkaar overhoop. Dat komt – vermoed ik – omdat het aantal kerkbezoekers afneemt en kerken steeds meer tot het besef komen, dat men elkaar juist nodig heeft. Ook het aantal orgelliefhebbers is tanende en zij die volhouden zijn blij dat er nog lotgenoten rondwandelen met wie ze hun plezier in deze bijzondere hobby kunnen delen. Daar moet je zuinig op wezen!

En zo zitten ook dit jaar de jongen, die vindt dat er na 1800 geen fatsoenlijke orgelmuziek meer is geschreven, én de ultieme fan van de Hollandse koraalkunst tezamen aan de oliebollen. Ze zitten vermoedelijk te Spijkenisse, waar de beste oliebollenbakker van 2016 is gevestigd. Laat het orgel van de Dorpskerk aldaar nou in gebruik genomen zijn door een beroemd en berucht organist en laten ze in 1975 de ‘Scherp’ van het orgel hebben gehaald…?

Een mooi orgeljaar toegewenst!

 


Bert Rebergen (*1969) is vooral onderwijsman en verhalenverteller, maar orgelmuziek mag zich in zijn grote belangstelling verheugen, niet alleen passief maar ook in de praktijk. In 1988 werd hij organist in Veenendaal. Daar en daarbuiten bespeelt hij, tot de dag van vandaag, menig instrument. Sinds 2009 treedt hij als verteller en presentator op in het gehele land.

 

© 2016 beeld archief ORGELNIEUWS