‘Dat waren nog eens tijden’ [ 27 ] – Herr Rebergen

In de column ‘Dat waren nog eens tijden’ blikt verhalenverteller, organist en orgelliefhebber Bert Rebergen zo nu en dan terug op de orgelwereld van enkele decennia geleden. In deze aflevering van de column: ‘Herr Rebergen’.

Text Example

advertentie



We blijven nog even in Parijs:

In de Saint-Sulpice was het Marcel Dupré die orgelliefhebbers al de gelegenheid bood om op zondag het orgel te bezoeken. Om vijf over twaalf, na de Hoogmis, de ‘Audition’ en het ‘Entree’, bij het deurtje wachten en dan naar boven.

U zult – terecht! – uw columnist voor een volslagen idioot uitmaken, maar toen wij voor de eerste keer, dankzij de hulp van een vriendelijke priester, die trappen mochten bestijgen, gingen wij enkele treden op onze knieën. In dit Lutherjaar wilde ik u deze bizarre daad niet onthouden.

Vele malen mocht ik die trappen opgaan. Meestal zat Daniël Roth achter de klavieren, soms zijn eveneens sympathieke collega’s Sophie-Véronique Cauchefer-Choplin en Gérard Letellier. Iedereen die dit ook deed, kent die opgang naar het orgel. Dat zoemende geluid, terwijl je langs muren vol historische informatie wandelt en door een rozetraam de kerk in kunt kijken. Het passeren van de balgtreden en de Salon Widor. Je kunt het dromen.

In vroeger jaren stond er een handjevol mensen bij het orgel te kijken. Je moest maar net weten dat je bij dat beruchte deurtje kon wachten op al dat heerlijks. In mijn woonplaats woont er een man die ik ongeveer eens in de vijf jaar ontmoet en iedere keer weer bedankt hij me voor de tip die ik hem jaren geleden gaf: 12.05 uur bij het deurtje! Hij voegt aan die dankwoorden altijd toe: ‘Ik noemde je naam bij de organist en hij wist het direct! Wat ben jij een beroemdheid!’

Nuchter als ik ben, weet ik vrijwel zeker dat dit laatste niet klopt. Vele malen werd ik door Daniel Roth begroet, maar het enige dat hij, met zijn typische hoge fluisterstem, altijd zei was: ‘Aaah! Hollande!’ Vrijwel geen land ter wereld, behalve Nederland, kent orgelliefhebbers van boven de één meter negentig …

Enkele jaren geleden werd iedere zondag op de gedrukte liturgie vermeld dat je welkom was bij het orgel en stond er sindsdien, helaas, een flinke rij nieuwsgierigen te wachten. Ik heb weleens begrepen dat het dankzij die onverstandige zet nu lastiger geworden is om boven te komen …

In die tijd waren Roths vrouw Odile – ze overleed in 2015 – en Roths assistent altijd van de partij. De naar zweet en knoflook riekende Hervé Lussigny had vooral als taak aan Roth door te geven dat het Offertoire en de Communion op hun eind liepen en hij drukte bij iedere orgelsolo op de REC-knop van zijn portable cassetterecorder. Hij was eveneens de poortwachter bij het hierboven genoemde deurtje.

Na het gespeelde Sortie klonken altijd zijn dankwoorden: ‘Merci Aristide, merci Daniel!’ en plaatste hij vervolgens de beschermende kap over de manualen van de indrukwekkende console. Soms was er beroemd bezoek uit het buitenland en een enkele keer troffen we er de zelden vrolijk kijkende Suzanne Chaisemartin. Eén van de weinige, nog in leven zijnde, Dupré-leerlingen overleed kortgeleden.

Op een zondag werden we na afloop snel naar beneden gebonjourd, want de oude dame moest studeren voor een cd-opname. Ze was toen de tachtig al gepasseerd. Eenmaal beneden startte ze de finale uit de ‘Symphonie-Passion’ van Dupré. Wat hoorden wij? Vooral gestuntel. Niet zonder een cynische ondertoon zeiden wij: ‘Die cd hoeven we in ieder geval niet.’

Een half jaar later kwam de cd uit.

Die hoef ik in ieder geval niet … maar een redactielid van deze website had al fragmenten gehoord en zei: ‘Bert …. kopen!’
Ik kocht ’m, nog voordat deze in de winkels lag, rechtstreeks bij de Duitse producent.
Hij staat nog steeds in mijn top tien.

Een paar dagen na ontvangst liep ik met een orgelkameraad in Kevelaer.
Bij de kerk stond een man cd’s te verkopen en tussen de cd’s lag de cd van Chaisemartin. Een Duitser pakte de cd van de tafel en bekeek deze aandachtig. ‘Diese CD sollten Sie unbedingt kaufen!’, zei ik vol overtuiging.
De verkoper keek mij aan en zei: ‘Dann sind Sie Herr Rebergen.’

Mijn medereiziger keek vol ongeloof van hem naar mij.
Ik wist ook niet wat me overkwam.
Het bleek de producent van de cd te zijn en hij zei: ‘U bent de enige persoon waarvan ik weet dat hij deze cd heeft besteld, dus dat kon niet missen …’

We liepen de Basilika in en daar verscheen Wolfgang Seifen in het gangpad die mij enthousiast om de nek vloog.
Opnieuw stond mijn medereiziger me verbaasd aan te staren.
Glimlachend reageerde ik: ‘Ja, dat krijg je als je met een beroemdheid op pad gaat.’

Dus toch …

 


Bert Rebergen (*1969) is vooral onderwijsman en verhalenverteller, maar orgelmuziek mag zich in zijn grote belangstelling verheugen, niet alleen passief maar ook in de praktijk. In 1988 werd hij organist in Veenendaal. Daar en daarbuiten bespeelt hij, tot de dag van vandaag, menig instrument. Sinds 2009 treedt hij als verteller en presentator op in het gehele land.

 

© 2017 beeld ORGELNIEUWS