BLOG Restauratie Van Hagerbeer / Schnitger-orgel Alkmaar [ 9 ]

Het wereldberoemde Van Hagerbeer/Schnitger-orgel in de Alkmaarse Grote Kerk wordt gerestaureerd. Begin 2015 is het werk gereed en kan het prachtige instrument zijn klanken weer laten horen. In dit blog doet Jan Zwart, bestuurslid van de Alkmaarse Stichting Vrienden van het Orgel, voor de lezers van Orgelnieuws verslag van de voortgang van de restauratie. Hij wordt bijgestaan door de organisten Pieter van Dijk (stadsorganist) en Frank van Wijk, Erik Winkel, adjunct-directeur van Flentrop Orgelbouw en Hans Steketee, bestuurslid en webmaster van Orgelfestival Holland/Alkmaar Orgelstad.

Text Example

advertentie



 

De lege kerk is een compositie op zich
De lege kerk is een compositie op zich

 

Uniek orgelfront – ontwerper: Jacob van Campen (1596–1657)

Eén aspect van het orgel is in dit blog nog niet belicht: het orgelfront! Wat maakt het frontontwerp van het Alkmaarse orgel zo uniek? Jan Jongepier maakt dat duidelijk in zijn boek ter gelegenheid van de in de jaren 80 afgesloten orgelrestauratie [1], pag. 11-13.

 

De Alkmaarse orgelkas is de laatste in een serie van drie 24-voets orgelkassen in de eerste helft van de ]zeventiende eeuw. De oudste is die van de St. Jan in ’s-Hertogenbosch (1617-1620), de tweede die van de Pieterskerk in Leiden (Rugpositief 1626, Hoofdkas 1639-1643).

 

Jongepier: “Ligt bij de orgelkassen van ’s-Hertogenbosch en Leiden het accent op de traditie van het meubel, in Alkmaar overheerst de bouworde van de architectuur…Het grote verschil is dit: een meubel kan men op een galerij opstellen of niet, altijd blijft het meubel echter een zelfstandig object, dat als zodanig ontworpen en gemaakt is.

 

In Alkmaar moet men Van Campens ontwerp als architectuur zien, daarom begint de vormgeving op het zelfde punt als waar de mens, de beschouwer en gebruiker staat: op de begane grond”. (pag. 12).

 

Jongepier citeert dan vervolgens J.H. Kluiver die schrijft: “Het orgel in de St. Laurenskerk te Alkmaar mag zeker een meesterwerk van classicistische orgelarchitectuur worden genoemd. Van Campen is er in geslaagd de vormen en bouwprincipes van de klassieke architectuur toe te passen op een object dat de oudheid niet had gekend”. Jacob van Campen heeft met zijn orgelontwerpen (naast die van Alkmaar ook die van de Nieuwe Kerk in Amsterdam) een trend gezet die in Holland tot ver in de achttiende eeuw is nagevolgd. “Het Hollands classicistisch orgelfront is dan ook een unieke verschijning in de Europese cultuur”.

 

De zuilen worden gestreeld door de middagzon
De zuilen worden gestreeld door de middagzon

 

Gesamtkunstwerk

Nu de banken niet meer teruggeplaatst worden is het mogelijk het totaalontwerp van Jacob van Campen in één oogopslag te zien (al zal nog wel regelmatig een podium op die plek worden opgebouwd in verband met concerten).

 

In dat totaalontwerp zitten allerlei details die door de aanwezigheid van de steiger van dichtbij te bewonderen waren. Details die door een groot aantal verschillende kunstenaars zijn gemaakt. Daarom is het denk ik niet te boud gezegd dat het Van Hagerbeer/Schnitger-orgel een Gesamtkunstwerk is: een samenspel van de verschillende kunsten. Hierna probeer ik van beneden tot boven van diverse kunstenaars een of meer onderdelen te laten zien. De informatie komt uit bovengenoemd boek.

 

Het basement van het orgel
Het basement van het orgel

 

De zuilen en de balustrade – Anthonie Dionysz. Kelck

De vier gecanneleerde (geplooide) zuilen met Ionische kapitelen en de zes pilasters (de iets uitspringende “halve” pilaren in de muur) werden in 1642 gehouwen door Mr. Anthonie Dionysz. Kelck, afkomstig uit Dordrecht. Een van de belangrijkste onderdelen, want wil het orgel dreunen moet het eerst ergens op steunen! Die ranke zuilen – ik vind het een wonder dat iemand uit steen zo iets moois kan maken.

 

De zuilen dragen een brede architraaf (het blok dat direct op de zuilen rust) met vlak daarboven de fries waarop een spreuk is aangebracht: AD SOLIVS DEI GLORIAM, wat betekent: GLORIE AAN GOD ALLEEN. Met deze spreuk gaf de stad Alkmaar een statement het nieuwe orgel nadrukkelijk ook als kerkelijk instrument te zien, in tegenstelling met wat diverse Calvinistische theologen van die tijd zoals Voetius beweerden. Alkmaar volgde daarmee de lijn van Constantijn Huygens en ging daarin zo ver dat het nieuwe grote orgel aanvankelijk alleen op zondag mocht worden gebruikt, overigens tot ongenoegen van de eerste organist Jacob Crabbe. Later veranderde dat. Op deze balustrade staat ook het Rugpositief. De balustrade doet tevens dienst als ondergrond voor de vier geplooide zuilen, nu met composietkapitelen, die de tweede verdieping (het Hoofdwerk) dragen.

 

De Latijnse spreuk was een statement van de stad (foto uit 2011)
De Latijnse spreuk was een statement van de stad (foto uit 2011)

 

Ajourwerk op de galerij, dat vanwege de rugwerkluiken vanuit de kerk slechts gedeeltelijk is te zien
Ajourwerk op de galerij, dat vanwege de rugwerkluiken vanuit de kerk slechts gedeeltelijk is te zien

 

De decoraties boven de linker deur
De decoraties boven de linker deur

 

Rechter zuil vanaf de galerij
Rechter zuil vanaf de galerij (vanaf boven gezien)

 

Bekroning met composietkapiteel van de rechter zuil
Bekroning met composietkapiteel van de rechter zuil

 

Rugpositief – Dirk Thomasz

De kas van het Rugpositief werd in 1641 in de werkplaats van Van Hagerbeer te Leiden vervaardigd door Dirk Thomasz, knecht van de orgelbouwer Germer van Hagerbeer.

 

Van het soffiet, de sierafwerking onder het Rugpositief, wordt de maker niet bij name genoemd. Volgens Jongepier verschijnt dit element hiermee voor het eerst in de Hollandse orgelhistorie. De naakte rondborstige vrouwenfiguren zijn – evenals het merendeel van het orgelfront – in 1782 donkerbruin geverfd. Bij de restauratie van 1987 kregen ze hun vleeskleur weer terug. Sindsdien zijn ze een van de meest gefotografeerde onderdelen van het orgel!

 

Het door Jacob van Campen bedachte soffiet onder het Rugpositief vond veelvuldig navolging
Het door Jacob van Campen bedachte soffiet onder het Rugpositief vond veelvuldig navolging

 

Muziekinstrumenten flankeren het Rugpositief
Muziekinstrumenten flankeren het Rugpositief

 

Muziekinstrumenten flankeren het Rugpositief
Muziekinstrumenten flankeren het Rugpositief

 

Snijwerk aan het Rugpositief
Snijwerk aan het Rugpositief

 

Papegaaien in het Rugpositief
Papegaaien in het Rugpositief

 

De beeldengroep – Jan Karstijnsz.

Jan Karstijnsz. uit Haarlem maakte de beeldengroep op het Rugpositief. De slang die zichzelf in zijn staart bijt is symbool voor de eeuwigheid. In combinatie met de zeven pijlen symboliseert de slang de ‘eeuwigdurende’ eenheid van de zeven Provinciën. De naakte jongetjes geven aan dit tafereel een jolig en enigszins wulps accent.

 

De beeldengroep van Jan Karstijnsz (foto uit 2006)
De beeldengroep van Jan Karstijnsz (foto uit 2006)

 

Detail van de beeldengroep
Detail van de beeldengroep

 

Beeldengroep en klaviatuur van bovenaf gezien
Beeldengroep en klaviatuur van bovenaf gezien

 

De hoofdwerkkas – Jacob Jansz. Turk

De hoofdwerkkas is in de kerk zelf gemaakt door de kistenmaker Jacob Jansz. Turk, door een kroniekschrijver ‘de groote Turk’ genoemd. Het snijwerk was van de hand van Pieter Matthijsz. Jacob Cornelisz. Wielmaker leverde het “gedraaijt Hout werk”, en de geelgieter Hendrik Lucasz verwerkte voor Fl 8:16 aan materiaal. Met name het uitbundige blinderingssnijwerk is vanuit de kerk moeilijk te zien. Door er dichtbij te kunnen komen vallen je de prachtige details op. Pieter van Dijk maakt in bijgaande reportage van RTV Noord-Holland een mooie vergelijking met het orgelspel: evenals de kunstenaars die dit orgel decoreerden proberen organisten vaak de verfijningen van de orgelmuziek te laten klinken, iets wat luisteraars niet altijd opmerken.

 

De hoofdwerkkas wordt bekroond door een groot timpaan, een van de architectonische toepassingen van Jacob van Campen. In het midden het wapen van Alkmaar, door twee putti vastgehouden.

 

De hoofdkas is vervaardigd door Jacob Jansz. Turk. De beschilderingen van Van Horstok op de binnenzijde van de orgelluiken zijn goed te zien
De hoofdkas is vervaardigd door Jacob Jansz. Turk. De beschilderingen van Van Horstok op de binnenzijde van de orgelluiken zijn goed te zien

 

Blinderingssnijwerk in de hoofdwerk kas van Pieter Matthijsz
Blinderingssnijwerk in de hoofdwerk kas van Pieter Matthijsz

 

Blinderingssnijwerk in de hoofdwerk kas van Pieter Matthijsz
Blinderingssnijwerk in de hoofdwerk kas van Pieter Matthijsz

 

Paradijselijk plezier hoog in het orgel
Paradijselijk plezier hoog in het orgel

 

Paradijselijk plezier hoog in het orgel
Paradijselijk plezier hoog in het orgel

 

– Pieter van Dijk, Erik Winkel en Frank van Wijk tijdens de reportage van NH Leeft
Pieter van Dijk, Erik Winkel en Frank van Wijk tijdens de reportage van NH Leeft

 

De putti met wapen van Alkmaar bovenop het timpaan
De putti met wapen van Alkmaar bovenop het timpaan

 

De putti met wapen van Alkmaar bovenop het timpaan
De putti met wapen van Alkmaar bovenop het timpaan

 

De putti met wapen van Alkmaar bovenop het timpaan
De putti met wapen van Alkmaar bovenop het timpaan

 

Orgelluiken

Evenals het Leidse werd het Alkmaarse Van Hagerbeer-orgel van luiken voorzien. Dit had niet alleen een beschermende maar ook een optische functie, gezien de grote hoogte met betrekking tot de geringe breedte van deze orgels. De luiken van het rugpositief zijn in 1782 verwijderd. In 1987 zijn de luiken opnieuw aangebracht. De orgeldeuren van de hoofdkas zijn waarschijnlijk de grootste bewaard gebleven orgelluiken ter wereld. Aan de buitenzijde van de luiken is een enorme schildering door Ceasar Boëtius van Everdingen (1617-1678) aangebracht met als thema ‘De triomf van Saul na de overwinning van David op Goliath’. Eigenlijk is het jammer dat je dit prachtige tafereel sporadisch kunt zien. Het is een enorm schilderij met een boeiende symboliek en prachtige details.

 

De binnenzijde van de luiken werden in 1782 met een donkerbruine verflaag overtrokken. Daarmee zijn de 17e eeuwse houtimitatie van Jacob Pinas en de engelen van Hendrick Gerbrandtsz. onzichtbaar geworden. Johannes Peter van Horstok bracht nieuwe decoraties aan, medaillons die worden vastgehouden door zwevende engelen. Het linker luik laat “De Vroomheid” zien, het rechter luik toont David met de harp.

 

De Triomf van Saul en David, geschilderd door Ceasar van Everdingen op de buitenzijde van de orgelluiken (foto uit 2011)
De Triomf van Saul en David, geschilderd door Ceasar van Everdingen op de buitenzijde van de orgelluiken (foto uit 2011)

 

In het snijwerk zijn inkepingen aangebracht om de orgelluiken zonder problemen te kunnen sluiten
In het snijwerk zijn inkepingen aangebracht om de orgelluiken zonder problemen te kunnen sluiten

 

Schildering boven het orgel

Zo, en dan denk je dat je het hebt gehad. Nee dus! Want op de achterwand boven het orgel is nog een enorme allegorische schildering te zien uit 1693 van Romeyn de Hooghe. Dankzij de aanwezigheid van de steiger kon ook dit kunstwerk worden hersteld en bijgekleurd door Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink. Verder waren grote stukken pleisterwerk van de muur naast het orgel losgekomen. Daarom is ook de muur hersteld. De restauratie is nu dus compleet. Wat een blij vooruitzicht dat mij streelt: oog en oor kunnen weer genieten van de schoonheid van dit unieke instrument!

 

De allegorische voorstelling boven het orgel van Romeyn de Hooghe
De allegorische voorstelling boven het orgel van Romeyn de Hooghe

 

Willem Haakma Wagenaar (voorgrond) en Edwin van den Brink restaureren de schildering boven het orgel
Willem Haakma Wagenaar (voorgrond) en Edwin van den Brink restaureren de schildering boven het orgel

 

Uw blogschrijver, tamelijk bevreesd . . .
Uw blogschrijver, tamelijk bevreesd . . .

 

. . . door dit uitzicht . . .
. . . door dit uitzicht . . .

 

Muziek voor de koning der instrumenten

Het herstelde Van Hagerbeer/Schnitgerorgel wordt op zaterdag 11 april 2015, 16.30 uur opnieuw in gebruik genomen. Toegang gratis. Onder de titel ‘Muziek voor de koning der instrumenten’ zullen stadsorganist Pieter van Dijk en organist Frank van Wijk solo en vierhandig composities van Johann Sebastian Bach, Nicolaus Bruhns, Louis Marchand, Jean Adam Guilain en Dietrich Buxtehude ten gehore brengen. Informatie: Alkmaar Orgelstad.

 

Meer foto’s: zie Alkmaar Grote Kerk – Van Hagerbeer/Schnitgerorgel

 

© Fotografie Jan Zwart, tenzij anders vermeld

 


 

[1] Het Van Hagerbeer/Schnitger-orgel in de Grote- of St. Laurenskerk te Alkmaar / Jan Jongepier ; met bijdragen van Jan van Biezen, Gijs van Hilten, Piet Kee, Sandra de Vries ; eindredactie Arjen C.M. Luteijn. Alkmaar, Kerkvoogdij Hervormde Gemeente te Alkmaar, 1987. 208 pag. : ill., foto’s.

1 Comment

  1. Verslaafd aan Helmut z’n Bachwerken, vind ik dit orgel eindeloos mooi en gaaf! Laat vooral begaafde organisten toe. Schrijf er een wedstrijd voor uit. Van mij mag Alkmaar die roem naar zich toehalen. Bavo is toch echt niet beter, wat klankkleur betreft. Alkmaar bezit het mooist en meest gerespecteerde orgel. Wees daar trots op.

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.