RECENSIE Gerald Finzi – Choir of Trinity College Cambridge

En nog is de stroom cd’s met Engelse koormuziek niet opgedroogd. Britse labels als Hyperion, Regent en in mindere mate ook nog steeds Priory, brengen nog regelmatig nieuwe uitgaven op de markt. Niet alleen jonge componisten krijgen zo een podium, ook aan gevestigde namen van soms al lang overleden componisten wordt ruim aandacht besteed.

Text Example

advertentie



Neem Gerald Finzi (1901-1956). We kennen hem vooral van twee grote koorwerken. God has gone up en Lo, the full, final sacrifice behoren tot het vaste repertoire van Engelse kathedraalkoren.  Maar hij heeft nog veel meer geschreven, blijkt uit de cd van Hyperion die onlangs verscheen. De schijf is geheel gevuld met werk van Finzi, op een na, gezongen door het koor van Trinity College in Cambridge onder leiding van Stephen Layton.

Gerald Finzi

Finzi, zijn muziek klinkt zeer Engels, maar zijn achternaam niet. Zijn voorouders emigreerden rond 1760 vanuit Italië naar Londen. De familie was Joods, maar Gerald Finzi hield dat deel van zijn afkomst voor zich, mogelijk mede uit angst voor een nazi-invasie op het eiland Brittanië. Hij voelde zich niet Joods en ook niet christelijk en hij voelde zich dus ook geen christen. In dat laatste opzicht lijkt hij op zijn collega Herbert Howells, van wie onlangs een cd verscheen van The Choir of King’s College in Cambridge.

Nog een overeenkomst tussen Howells en Finzi is, dat ze allebei in hun leven met de dood werden geconfronteerd. Howells verloor een jong kind, Finzi wist al vroeg in zijn leven dat hij niet oud zou worden. Maar waar bij Howells de verontwaardiging de boventoon voert, is bij Finzi weinig van boosheid te merken. Hij ziet zichzelf als ambachtsman die zo goed mogelijk de gevoelens van te tekst in muziek om moet zetten.

Het Willis-orgel van Hereford maakt elk superlatief waar

Het is een goed plan van het koor van Trinity College Cambridge geweest om voor de opnamen naar de kathedraal van Hereford af te reizen. Het is wel een stukkie reizen – een kleine 250 kilometer naar het westen – maar dan zing je wel bij een heel goed, zeg maar gerust roemrucht Willis-orgel (67/IVP) uit 1892.

Wie het orgel niet kent, moet deze schijf maar eens horen – ook al zingt er een koor doorheen. Maar waarschijnlijk juist door dat koor hoor je dit orgel in volle glorie, van verstild tot het tutti. Het instrument maakt elk superlatief waar en de opname van Hyperion is ronduit subliem.

Magnificat

De cd opent met een robuuste orgelinzet van het Magnificat. Meestal heeft in de anglicaanse traditie dit danklied van Maria een kort voorspel. Maar Finzi wijkt daarvan af. Want het werk is niet geschreven voor de dagelijkse anglicaanse evensongliturgie, maar voor een kerstviering op een college in de Amerikaanse staat Massachussets. Dat is ook de reden dat aan het eind van het stuk het Gloria ontbreekt.

Een bijzonder moment is merkwaardige toonzetting van de woorden ‘Abraham and his seed forever’. Het woord Abraham wordt steeds luider herhaald, gevolgd door een genoegzaam klinkend forever. Voor zover ik weet heeft geen enkele componist dat zo gedaan. Waarom? Ik denk dat Finzi wil laten horen dat hij toch best trots is op zijn Joodse afkomst, met Abraham als stamvader.

Nunc dimittis

Bij een Magnificat hoort een Nunc Dimittis. Maar bij dit Magnificat ontbreekt het. Toch staat op de cd het Nunc Dimittis dat Finzi nooit heeft geschreven. Het is een geschreven in onvervalste Finzi-stijl door componist David Bednall (1979). Je zou zweren dat het Finzi is. Bednall heeft ook een Gloria meegecomponeerd dat ook kan worden ingevoegd bij het Magnificat. Op die manier kan de set ‘Mag and Nunc’ nu dus ook in de evensongs worden gezongen.

In a triumphant shout

Onder kerkmuziekkenners is het werk ‘God is gone up’ (in a triumphant shout), geschreven in 1951,  bekend en geliefd als een muziekstuk met een belangrijke rol voor de tuba’s van het orgel. Dirigent Stephan Layton heeft voor de gelegenheid de orgeltuba’s vervangen door Trinity Brass, een negenkoppig koperensemble. Van het effect kreeg ik kippenvel, te meer omdat Layton de rest van de muziek lardeert met koperlijntjes.

Meesterwerk

Na acht a-capellawerken besluit de cd met Finzi’s vijftien minuten durende meesterwerk Lo, the full final sacrifice, gecomponeerd in 1946 op een gedicht van de zeventiende-eeuwer Richard Crashaw. Qua structuur en uitwerking lijkt het werk op dat van Blessed City, heavenly Salem van Edward Bairstow. Elk woord en elke sfeer in de tekst krijgt een verklanking in de muziek, van bijna stilstaand pianissimo tot krachtige draaikolken. Koor en orgel werken gebroederlijk samen. De organisten (organ scholars) Alexander Hamilton en Asher Oliver spelen uitmuntend.

Hemels-serene amens

Mooist van de cd: de hemels-serene verstilde amens die een paar keer opduiken en niet lijken te stoppen, ogenschijnlijk los van de muziek die ervoor heeft geklonken. Dat je dat kunt componeren!

 

 


Gerald Finzi

Choir of Trinity College Cambridge | Stephen Layton

Trinity Brass | Alexander Hamilton & Asher Oliver, organ Hereford Cathedral

Magnificat, Op. 36; Welcome sweet and sacred feast, Op. 27 No. 3; My lovely one, Op. 27 No. 1; God is gone up, Op. 27 No 2, Nunc dimittis (David Bednall); White-flowering days, Op. 37; All this night, Op. 33; Seven poems of Robert Bridges, Op. 17; Lo, the full, final sacrifice, Op. 26

Hyperion Records – CDA6822, TT 74’22, booklet 16 p. EN, prijs vanaf £ 8.99 (mp3) | Bestel hier!

 

Lees ook
Stanford Choral Works - Trinity College Choir, Cambridge