18e-eeuws orgel Lutherse Kerk Nijmegen gereconstrueerd

Orgel Lutherse Kerk Nijmegen | © foto Marlies Smits Ketelaars

Het orgel van de Lutherse Kerk te Nijmegen is eind oktober na een restauratie door Henk van Eeken opnieuw in gebruik genomen. Het in 1940 ingrijpend omgebouwde orgel van Van Deventer en Heyneman werd grotendeels naar 18e eeuwse situatie gereconstrueerd.

Text Example

advertentie



Het orgel van de Nijmeegse lutheranen vindt zijn oorsprong waarschijnlijk in 1726. Joachim Hess schrijft in zijn ’Dispostien der merkwaardigste Kerk-orgelen’ dat het orgel is gemaakt door ’M. van Deventer, in het jaar 1726, (…) met 10 Stemmen en 3 Blaasbalgen’. Het zou dan het vroegst bekende orgel van Matthijs van Deventer moeten zijn.

 

Verplaatst

Na een uitbreiding van het kerkgebouw aan de Grotestraat in 1756/58 werd het orgel verplaatst naar de tweede galerij boven de ingang. Het orgel werd voorzien van een nieuwe windlade, nieuwe mechaniek en een vierde balg. In juli 1758 werd het in gebruik genomen. De werkzaamheden werden waarschijnlijk afgerond door de zoon van de in mei 1757 overleden Matthijs van Deventer, Sweer van Deventer.

In 1781 volgden ingrijpende herstelwerkzaamheden door orgelmaker A.F.G. Heyneman, die tevens lid van de Lutherse Gemeente was. Hij vernieuwde pijp- en regeerwerk van het orgel en plaatste nieuwe tinnen frontpijpen.

Orgelmaker A.A. Kuerten uit Huissen herstelde en wijzigde het orgel in 1836. Waarschijnlijk werd toen de Quintadena 8’ vervangen door een Bourdon 16’ en werd de Cornet verwijderd. In 1910 werd een nieuw klavier geplaatst door G. van Druten uit Hemmen. Zeven jaar later verving J.H. van den Brink uit Hemmen de vier spaanbalgen door een magazijnbalg.

In 1924 betrok de Lutherse Gemeente het huidige kerkgebouw aan de Prins Hendrikstraat, een voormalig verenigingsgebouw van de Hervormde Gemeente uit 1898. De firma J. de Koff en Zn. te Utrecht verzorgde de overplaatsing van het orgel en verving de Viola di Gamba 8’ discant door een nieuw Viola 8’ vanaf c0; de Trompet 8’ werd vervangen door een nieuwe Hobo 8’.

 

Ombouw

In 1940 werd het orgel door G. van Leeuwen te Leiderdorp ingrijpend omgebouwd tot tweeklaviers orgel met zelfstandig pedaal, pneumatische kegelladen en een vrijstaande speeltafel. De oude windladen, tractuur en grote delen van de orgelkas gingen verloren. De toonhoogte werd verhoogd, waarvoor pijpwerk werd ingekort.

 

Restauratieplannen

In de jaren 80 begon het orgel steeds meer storingen te vertonen, waarna zich de eerste restauratieplannen aandienden. In 1997 stelde adviseur Hans van Nieuwkoop een rapport en restauratieplan op waarin herstel van de situatie van 1781 het uitgangspunt werd. In 1997 werd de restauratie aanbesteed aan orgelmaker Henk van Eeken te Herwijnen. In 1998 volgde oprichting van Stichting Van Deventer-Heyneman-orgel als begeleider en fondsenwerver voor het project. Nadat er in 2008 zicht kwam op rijkssubsidie konden de plannen worden uitgevoerd. Inmiddels was het adviseurschap van Van Nieuwkoop wegens ziekte overgedragen aan Jan Jongepier, dan na zijn pensionering in 2008 werd opgevolgd door Aart van Beek. In november 2012 nam Harald Vogel het advieswerk van Van Beek over. Namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed trad Wim Diepenhorst als orgeldeskundige op.

 

Reconstructie

Bij de jongste restauratie door Van Eeken werd de orgelkast gereconstrueerd naar de situatie van 1924. Het schilder- en verguldwerk werd uitgevoerd door restauratieschilder Leo Scholte te Huissen. De windvoorziening werd nieuw gemaakt met twee spaanbalgen en trapinrichting. Windladen, speel- en registertractuur werden eveneens nieuw gemaakt. Dispositie en pijpwerk werden hersteld naar de situatie van 1781. Daarvoor dienden diverse instrumenten van Van Deventer, Heyneman en Verhofstadt als voorbeeld. De oorspronkelijke toonhoogte van a1= 409 Hz werd uit het Heyneman-frontpijpwerk uit 1781 afgeleid. Deze toonhoogte bleek overeen te komen met die van fluiten van de achttiende-eeuwse Nijmeegse fluitbouwer Robbert Wyne.

 

Ingebruikname

Het orgel werd kerkelijk in gebruik genomen op zondag 27 oktober. Het orgel werd bespeeld door Joost Langeveld; Heiko ter Schegget bespeelde daarbij enkele van zijn naar Wyne-voorbeeld gemaakte blokfluiten. Harald Vogel verzorgde de officiële presentatie op 31 oktober.

 

Dispositie

 

Manuaal C-c3

Prestant 8 – 1781

Quintadena 8 – 1758/2013

Viola di Gamba 8 discant – 2013

Cornet IV discant – 2013

Holpijp 8 – 1758/1781

Octaaf 4 1758/1781

Quint 3 – 1758

Superoctaaf 2 – 1758

Sesquialter II discant – 1758

Fluit 4 – 1758/19e eeuw

Mixtuur IV- 1758/2013

Trompet 8 – 2013

 

Pedaal C-g

Aangehangen

 

Werktuiglijke registers

Tremulant

Ventiel

 

Toonhoogte: a1 = 409 Hz

Temperatuur: Kellner-Bach

Winddruk: 68 mm wk

 

© 2013 fotografie Marlies Smits Ketelaars