Thierry Escaich – Le Dernier Évangile [RECENSIE]

Text Example

advertentie



Thierry Escaich – Le Dernier Évangile

Sur un récitatief de Nathalie Nabert. Ensemble Orchestral de

Paris, Choeur Britten, direction Nicole Corti, Olivier Latry

orgue Cavaillé-Coll. Direction: John Nelson. MSNDP Editions Hortus 024.

De organist/componist Thierry Escaich (1965) slaagde in de periode 1983-1990 voor verschillende vakken aan het Conservatoire de Paris; onder meer voor orgel, compositie en orkestratie. Op zijn 27ste jaar werd hij aan hetzelfde instituut compositiedocent. Ook volgde hij Maurice Duruflé op als organist, verbonden aan de St. Etienne du Mont te Parijs. Ook Olivier Latry heeft een indrukwekkende staat van dienst: zijn benoeming op 23-jarige leeftijd aan de Notre Dame te Parijs, werd het startpunt voor een rijke internationale carrière. Bij de uitvoering van dit grote werk in de Parijse Notre Dame verzorgde hij de orgelpartij. Op het inmense Cavaillé-Coll-orgel heeft Escaich ook vier improvisaties op deze CD vastgelegd.

“Le Dernier Évangile” voor solisten, dubbelkoor, orkest en orgel is gebaseerd op een gedicht van Nathalie Nabert, dichteres en specialiste in taal en literatuur uit de Middeleeuwen. De compositie is geschreven op verzoek van het “Festival de Musique Sacrée” in de de kathedraal in Saint Malo. Uitgaande van het Johannes-evangelie koos Escaich vijf “thema’s”, waaruit de compositie bestaat: Genesis, Licht, Gebed, Doop en Lofprijzing (Hymne de Gloire). Naast het gedicht van Nathalie Nabert, werden ook teksten uit het Oude Testament en de liturgie gebruikt voor dit werk. Naast het gebruik van het Frans, wat de overwegende taal is in dit werk, kregen ook Hebreeuws, Latijn en Duits als taal een plaats. “Gelijkwaardig aan een gebrandschilderd raam, een ‘wervelend” roosvenster”, aldus Escaich.

Speciale thematische elementen onderstrepen de symbolische intenties die aan de compositie ten grondslag liggen. Ook het gregoriaans en zelfs Bachkoralen, waaronder ”Wie schön leuchtet der Morgenstern” spelen hierin een duidelijke rol. Het orgel heeft in dit werk geen dominant-solistische functie, maar functioneert als een uitbreiding en inkleuring van het orkest.

Het is hier verder niet de plaats nog dieper op allerlei facetten in te gaan. Dat de compositie niet extreem modern is geschreven, wil niet zeggen dat de artistieke waarde twijfelachtig zou zijn. Integendeel! We worden geconfronteerd met een bijzonder expressieve en vaak zeer spannende compositie. Zeker in het begin kunnen we genieten van een subtiel orgelgebruik en een suggestieve instrumentatie en veelal fraai toegepaste klankkleuren. Over de hele linie trouwens wordt het orgel zorgvuldig gedoseerd in de totale muziek. Ook het koor en de solisten weten uitstekend raad met hun muzikaal aandeel. De compositiestijl heeft soms referenties naar de Zwitserse componist Frank Martin (1890-1974) en zijn Franse collega Arthur Honegger (1892-1955).

Het werk is de moeite waard en verdient meer uitvoeringen in de toekomst.

Een punt van kritiek: Het ware te wensen, dat Escaich’s orgelimprovisaties hetzelfde niveau vertoonden als zijn compositorisch werk. Het is wel erg doorzichtig om zijn verrichtingen de titel: “Trois danses improvisées” mee te geven. Directe associaties met Jehan Alain liggen voor de hand. Zo kennen we bij “Première danse” langzamerhand wel de kleurcliché’s in de trant van Langlais/Litaize, uitlopend op een banaal en oppervlakkig virtuozendom, dat eigenlijk zichzelf ook heeft overleefd. Daarentegen is de tweede dans, ondanks nogal voorspelbare harmoniek, meer overwogen en wordt het “verhaal” meer in proporties gehouden. Jammer helaas, dat, ondanks ook goede en muzikale momenten, de laatste twee improvisaties: “Troisième danse”en “Poème symphonique” allerminst vrij zijn van de eerder gesignaleerde banaliteiten. De weg van muzikaliteit naar virtuositeit is, zeker bij improvisaties, maar al te vaak een glibberig-dubieuze weg gebleken.

Tóch is deze cd een aanrader. Vanwege de compositie van waaruit we zeker mogen hopen op meer werk van de hand van Escaich.

[KEES WEGGELAAR]

© 2006 www.orgelnieuws.nl

Klik hier om dit artikel te bestellen