Reconstructie Gents retabelorgel voor Nationaal Orgelmuseum

Gents retabelorgel Orgelmuseum Elburg

Het Nationaal Orgelmuseum te Elburg heeft een reconstructie van het ‘Gents retabelorgel’ aan zijn collectie toegevoegd. Het door Orgelmakerij Van der Putten gebouwde portatief werd zaterdag 13 mei in Stapelmoor (D) gepresenteerd.

Text Example

advertentie



Het Orgelmuseum gaf de opdracht voor de bouw van het instrument zoals dat is afgebeeld op de beroemde altaarretabel ‘De aanbidding van het Lam Gods’ door Hubert en Jan van Eyck uit 1432 in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Het altaarstuk intrigeert velen niet alleen vanwege de nog steeds onvoltooide zoektocht naar een verdwenen paneel, maar ook vanwege het op een wél bewaard gebleven paneel afgebeelde orgel.

‘Orgelpaneel’ uit het retabel ‘De aanbidding van het Lam Gods’ – Gebr. Van Eyck

In de afgelopen decennia is al een aantal malen een poging ondernomen om het messcherp afgebeelde orgel te reconstrueren. Over de mogelijke constructie en de samenstelling van het portatief is in de afgelopen jaren ook flink gediscussieerd.

Op instigatie van ir. Wim S. Ros, die momenteel een proefschrift voorbereidt over de architectonische en vormgevingsaspecten van het orgel in de vijftiende eeuw in Europa, is nu een reconstructie gemaakt, waarvoor het Orgelmuseum de uiteindelijke opdrachtgever is. Bij de bouw door Orgelmakerij Van der Putten onder leiding van Ingrid Noack-Kirschner waren de adviseurs Koos van de Linde en, namens het museum, Cees van der Poel betrokken.

Van der Putten heeft al eerder soortgelijke portatieven gereconstrueerd, zoals het zgn. ‘Rutlandorgel’ op basis van een afbeelding in het dertiende-eeuwse Rutland Psalter. Recent nog maakte hij voor Liuwe Tamminga een reconstructie van een vijftiende-eeuws orgel op basis van een afbeelding in het koor van de San Petroniobasiliek in Bologna.

Over het gereconstrueerde instrument
Zoals ook op het schilderij is te zien, werd de gereconstrueerde kas gemaakt van eiken wagenschot. Dat geldt ook voor bijna alle andere houten onderdelen. Het enigszins excentrisch geplaatste klavier werd vervaardigd door Tomas Flegr. Alle toetsen zijn van buxus, waarbij de zwarte boventoetsen naar een oud recept zwart zijn gekookt. Het snijwerk aan de kas is van de hand van Tico Top. De windvoorziening bestaat uit twee meervouwige smidsbalgen aan de achterzijde van het orgel. De winddruk bedraagt 36 mm waterkolom.

Het gaat hier om een klein blokwerkorgel met twee ‘registers’: vooraan staat de Principaal [6 voet], daarachter de Positie (Hintersatz). Deze Positie is met een klein vast te zetten toetsje links onder het klavier via een afsluitventiel in de achterste windkas uit te schakelen.

Waar meer ruimte op de lade aanwezig is, zijn bij de Positie verdubbelingen toegepast. De samenstelling is daardoor als volgt: op G: Octaaf 3′ – Quint 2′ – Superoctaaf 1 ½’; op pijp c wordt de Superoctaaf verdubbeld, op f de Quint en op c1 de Octaaf. Op deze wijze neemt de klank naar boven toe in intensiteit.

De toonomvang van het asymmetrisch geplaatste klavier is als volgt:

Het orgel klinkt een quint hoger; daarbij gaat de toon uit van de klinkende a op 465 Hz [toets d]. De temperatuur is pythagoreisch (wolf tussen e en h).

Het zichtbare pijpwerk aan voorzijde (Principaal) en achterzijde (Positie) is vervaardig uit 98% tin, het binnenpijpwerk van de Positie is vervaardigd uit bijna 100% lood. Al het metaal is in eigen werkplaats op een zandbed gegoten en daarna gehamerd. De tinnen pijpen zijn bovendien gepolijst, maar tonen nog steeds hamersporen.

Gepresenteerd
Het ‘altaarorgel’ is op 13 mei gepresenteerd in Stapelmoor, waar ook het atelier van Orgelmakerij Van der Putten is gevestigd. Dat gebeurde tijdens een concert in de Kreuzkirche door leden van het Ensemble Super Librum. Catalina Vicens bespeelde zowel het Gents altaarorgel als een portatief en  slagwerk, Jankees Braaksma bespeelde portatief en blokfluiten en Marian van der Heide werkte mee als sopraan. Op het programma stonden onder andere werken van Guillaume de Machaut, Rudolph Agricola, Francesco Landini, een anoniem manuscript uit Gent, uit de Faenza Codex en de Winsumer tabulatuur.

Het orgel krijgt een standplaats in het museum in Elburg.

 

Gegevens met dank aan Victor Timmer. De foto is gemaakt tijdens het ingebruiknemingsconcert in Stapelmoor. Foto boven: links Jankees Braaksma (met een Van der Putten-portatief), rechts Catalina Vicens voor het altaarorgel; achter het orgel balgheffer Winold van der Putten. De afgebeelde orgelkruk is geen reconstructie.

 

©  2017 beeld: Cees Bom, Nieuwolda / ORGELNIEUWS