TERUGWERK XIV – Wat vond u ervan?

La promenade du critique influent (Honoré Daumier, 1865) | beeld National Gallery of Art, Washington / bew. Orgelnieuws.nl

In TerugWerk blikt Bert Rebergen terug in kranten en artikelen uit het verleden, op zoek naar orgelnieuws. Wat speelde destijds? Wat hield de orgelgemoederen bezig en hoe kijken we daar nu verrast, met een glimlach, hoofdschuddend, met instemming knikkend, of met enige weemoed op terug? Deel XIV: Wat vond u ervan?

Text Example

advertentie



Misschien herkent u deze kleine ergernis ook: zodra je op de een of andere manier gebruik hebt gemaakt van iemand die diensten verleent via het internet, dan verschijnt al snel een e-mail in het postvak waarin ons wordt gevraagd hoe we het hebben gevonden.

Hoeveel sterren geeft u onze dienstverlening? Hoe goed hebben we u geholpen? Hoe zou u onze service willen beoordelen? Hoe groot is de kans dat u ons bij anderen aanbeveelt?

Toen laatst weer zo’n e-mail in mijn brievenbus verscheen, schoot me, juist voordat ik het bericht onbeantwoord verwijderde – er was geen cadeaubon te winnen – de orgelwereld door het hoofd.

Stel, dat u dit gaat overkomen na het bezoek aan een orgelconcert, of na de aanschaf van een cd. Men stopt u een vragenlijst in de handen, of men bestookt uw mailbox en u mag zeggen wat u ervan vond.

Dit wordt en werd vooral overgelaten aan de recensent. En wie de moeite neemt om eens in de archieven te duiken, die zal zien dat het er in vroeger tijden niet zachtzinnig aan toe ging.

De eerste de beste recensie die ik, zo’n beetje op de gok, trof was kort én krachtig. En dat bij een organiste van formaat, Michelle Leclerc.

Goed, ik weet dat er destijds wel vrij gemakkelijk werd geroepen dat haar niveau en spel te vergelijken waren met dat van Franz Liszt, ze schotelde ons in die jaren wel programma’s voor die je in Nederland niet iedere dag te horen kreeg. 

Zo herinner ik mij dat ze in de Oude Kerk van Ede een genoteerde improvisatie van Pierre Cochereau vertolkte, waarin een deel bestaat dat om vijf klavieren vraagt, maar met de twee beschikbare manualen en het (niet in twee delen te splitsen) pedaal, lukte het haar ook.

Misschien had de toen 29-jarige organiste haar dag niet, maar deze terugblik op haar concert is niet mals. In vroeger tijden was de pen van de recensent dikwijls scherper dan wij nu gewend zijn. Ook op deze site kan een kritische noot worden gekraakt. Toch wordt altijd gezocht naar redenen om een cd alsnog aan te schaffen. Van dit concert wordt evenwel weinig heel gelaten. 

Rity heeft genoten en wil dat in een ingezonden brief, zo’n twee weken later, graag laten weten.

Opmerkelijk is ook dat het orgelcollega Ewald Kooiman was die deze feedback (Trouw, 25 juli 1969) gaf en daarmee nog maar eens onderstreept dat het lastig is om de / jouw waarheid te delen, zonder daarbij onaangenaam te worden.

Wellicht een gevoelige kwestie: een organist het spel van een collega te laten beoordelen. Aan de andere kant: die weet wel van de hoed en de rand. Er zijn genoeg stukjesschrijvers en critici die zelf amper een toonladder, zonder het schaamrood op de kaken, ten gehore durven brengen. Men mag elkaar, ook als collega’s, genadig de waarheid blijven vertellen, zou ik zeggen.

In deze krant lezen we dat het beroemde trio astronauten van de maanlanding in 1969 geen beste landing had gemaakt in zee. Daar heeft nu niemand het meer over. ‘Het nieuws van alle kanten!’ roepen ze heden ten dage.

Of moeten we het commentaar uitsluitend overlaten aan de bezoekers? Het orgelspel was uiteindelijk voor hen bedoeld. Rity heeft genoten. Haar aantal sterren kunnen we raden. 

Maar zitten we daarop te wachten? Op (online) enquêteformulieren na afloop? Er moet toch een zich vervelende ambtenaar op het ministerie van OCW te vinden zijn die zich maar al te graag op standaard evaluatieformulieren wil storten, mits de overuren worden vergoed: 

(Op de meeste vragen kan met matig/voldoende/goed/te overdadig worden gereageerd.)

  • Was het programma voldoende toegespitst op dit instrument?
  • Gaf de organist een persoonlijke toelichting vooraf?
  • Gaf de registratiekeuze blijk van een gedegen voorbereiding?
  • Hoe was het gebruik van de tremulant? 
  • Waarin kan de organist zijn spel verbeteren? (gelukkig slechts drie regeltjes beschikbaar)
  • Nam de organist de tijd voor zijn/haar publiek rond dit concert?
  • Gunde de organist ook de tijd aan bezoekers die nu eens niet bij ieder concert om hem/haar heen zwermen?
  • Hoorde u technisch verzorgd spel?
  • Zou u dit programma, mits u daartoe in staat bent, ook zo hebben samengesteld en gespeeld? 
  • Hoe goed was de kerk verwarmd?
  • Hoe goed was het instrument gestemd?
  • Werd u vriendelijk ontvangen door de concertcommissie?
  • Was de entreeprijs overeenkomstig het geboden spel?
  • Kreeg u een, op duurzame wijze gemaakt, programmaboekje uitgereikt?
  • Moest u hiervoor apart betalen?
  • Waren de verrichtingen van de muzikant via grote beeldschermen te volgen?
  • Indien ja, kwam dit de beleving ten goede?
  • Zou u deze organist onder de lezers van Orgelnieuws aanbevelen (op een schaal van 1 tot 10)
  • Werden u rond en/of tijdens het concert kwalitatief goede dranken en/of versnaperingen aangeboden? (op een schaal voor satéstokjes).

Laat dit een moment bezinken. Zit u erop te wachten? Onder de inzenders worden wel vrijkaartjes voor het Orgelmuseum in het Duitse Borgentreich verloot (reis/logies en ontbijt zelf te betalen).

Het gaat ‘m niet worden, hè? 

Blijven we gewoon gezellig mopperen over elkaar in de social media …

Vroeger had je nog bikkelharde recensenten! Nu zijn het verzuurde betweters op Facebook geworden.

Met Rity ben en blijf ik in al die groot- en ‘feedbekken’ enigszins teleurgesteld.

Bert Rebergen (*1969) is ruim dertig jaar actief in het onderwijs en treedt op als spreker en verhalenverteller. Orgelmuziek mag zich in zijn belangstelling verheugen. Dit als luisteraar en als bespeler van menig instrument. Hij schrijft sinds 2006 voor ORGELNIEUWS als columnist en recensent.