RECENSIE Splendour & Fantasy: Noord-Duitse orgeltraditie op het Edskes-orgel in Dübendorf

splendour and fantasy

Onlangs overleed op 81-jarige leeftijd een van de meest spraakmakende orgelbouwers van de afgelopen tijd, Bernhardt Edskes. Als Groninger vertrokken naar Zwitserland bleef hij desondanks zijn geboortegrond trouw. Gepokt en gemazeld als hij was met Schnitger en Hinsz hoorde je dat eigenlijk in al zijn creaties terug. Opvallend genoeg kwam hij daar eigenlijk pas echt mee in het vizier op een leeftijd dat anderen vaak besluiten om het wat rustiger aan te gaan doen. Edskes zette echter in de afgelopen twintig jaar nog een indrukwekkend oeuvre neer.

Text Example

advertentie



In eigen land getuigen onder andere Ommen, Dordrecht, Moerkapelle en Groningen daarvan. Als restaurateur heeft hij in Uithuizen een indrukwekkende handtekening gezet. Iedereen die daar weleens gespeeld heeft zal de synthese van klank en tractuur bijblijven. De voltooiing van het koororgel in de Joriskerk is een dankbare afsluiter. Velen zullen hem herinneren als een fijnzinnige orgelbouwer en naar verluid ook iemand die buitengewoon plezierig, loyaal en royaal was in de omgang.

Ook in zijn eigen omgeving liet hij van zich horen. Onder andere in het Zwitserse Dübendorf bouwde hij in 2014 voor zijn doen een fors instrument van 37 stemmen. Ook hier stond de Noord-Duitse traditie centraal. Dan hebben we het wel over de binnenkant van het instrument, want met de twee losse orgelkassen en de vrijstaande speeltafel zien we vooral gelijkenis met de Zuid-Duitse school. Sietze de Vries speelde er kort na de ingebruikname al een cd op in. 

Lees ook
Sietze de Vries in Dübendorf

Dit keer was het de beurt aan trotste vaste bespeler van dit instrument, Dirk Trüten, om een zilveren schijf vol te spelen. Hoe kan het ook anders, de Noord-Duitse barok staat centraal. Met componisten als Hieronymus Praetorius en Christoph Wolfgang Druckenmüller wordt vrijwel deze hele orgelperiode omspannen. Daartussen klinken Weckmann, Tunder, Leyding, Hanff, Bruhns en uiteraard Buxtehude. Het aardige is dat er ook wat minder bekend Noord-Duits goud op staat. Zo horen we de pinkersterfantasie van Tunder maar zelden. Ook zullen namen als Leyding en Druckenmüller niet bij iedereen direct herkenning oproepen. 

Over Tunder gesproken, interessant is dat Trüten aangeeft dat deze muziek is geschreven voor zakenlieden die verpozen in de Lübecker Sankt Marien. Hij doet dit in navolging van Sietze de Vries die onlangs ook betoogde dat grote Noord-Duitse koraalfantasieën doorgaans voor concertant gebruik waren bedoeld. Niet iedereen zal dat met hen eens zijn.is het fantastische muziek om kunnen en klank te demonstreren.

Van Druckenmüller klinkt een aanstekelijk Concerto in G-dur dat doet denken aan de concerti van Walther. Echter in dit geval gaat het (vermoedelijk) niet om bewerkingen maar om originele composities. Nog niet zo heel lang geleden dook er in Husum een orgelboek uit 1758 op met deels anonieme concerti en andere vrije werken. Een ideale bundel als je maar weinig tijd hebt om iets nieuws in te studeren maar toch verfrissende muziek wilt laten horen. Druckenmüller was een van de componisten van deze verzameling.

Leyding heeft ons een bescheiden en wellicht niet zo’n opzienbarend oeuvre nagelaten, maar hoort er wel helemaal bij. Trüten laat in zijn koraalvariaties ons de poëtische kant van het orgel horen.

Het spel van Trüten is aangenaam om naar te luisteren. Hij kiest mooie tempi en besteedt veel aandacht aan zijn registraties. De a-moll van Buxtehude mist aan het begin een beetje de spirit die het nodig heeft, waardoor het nogal clean klinkt. Het stralende slot vergoedt veel. Wat heeft Edskes hier een mooie klankkroon gerealiseerd. Groots klinkt de G-dur van Bruhns waarmee het programma wordt afgesloten. Mede door de minder bekende werken en de afwisseling is het een aangenaam orgelconcert om vanuit je stoel naar te luisteren.

Een mooi visitekaartje van Trüten en Dübendorf, maar vooral een indrukwekkend eerbetoon aan de meesterorgelmaker Bernhardt Edskes.

Splendour & Fantasy – The North German Organ Tradition

Praetorius: Magnificat primi toni; Weckmann: Fantasia in D, Ach wir armen Sünder, Canzon in C; Tunder: Komm, Heiliger Geist, Herre Gott, Buxtehude: Praeludium in a BuxWV 153, Von Gott will ich nicht lassen BuxWV 220 en BuxWV 221; Leyding: Von Gott will ich nicht lassen (6 verzen); Druckenmüller: Concerto in G; Hanff: Von Gott will ich nicht lassen; Bruhns: Praeludium in G.

Dirk Trüten, Edskes-orgel, katholische Kirche Maria Frieden, Dübendorf (CH)

Evidence Classics – EVCD092, TT 68’33, opname juni/juli 2021; booklet 20 p. (EN/DU); prijs € 19,00 | evidenceclassics.com