In het weekend van 5 tot 7 april 2024 werd het Assendelft-orgel in de Zuiderkapel van de Stevenskerk in Nijmegen opnieuw in gebruik genomen na een grondige restauratie door het orgelmakerscollectief Elbertse, Van Vulpen & Verschueren.
Het orgel werd vervaardigd door de Leidse orgelmaker Pieter Assendelft (1714-1766), Hij maakte een aantal kleinere orgels voor schuilkerken, maar dit orgel lijkt als huisorgel gebouwd te zijn. Na een reeks van omzwervingen, waaronder ’s-Hertogenbosch en Ommeren, werd het in 1966 aangekocht voor plaatsing in de Zuiderkapel van de Stevenskerk. Destijds had het orgel al verschillende wijzigingen ondergaan en was de orgelkast ingekort. In 1967/1968 werd het gerestaureerd door de firma De Koff te Utrecht.
Een paar jaar geleden bleek dat uitgebreide restauratiewerkzaamheden noodzakelijk waren. Dit leidde tot een grondig onderzoek naar de originele technische opzet, klank en meubel van het instrument. Op basis van een restauratierapport van Rogér van Dijk, werd de restauratie uitgevoerd door het orgelmakerscollectief Elbertse, Van Vulpen & Verschueren, dat eerder al was geselecteerd voor de restauratie van het König-orgel in de Stevenskerk.
De restauratie van het Assendelft-orgel liep daardoor vooruit. De betrokken orgelmakers hebben ook ervaring met de restauratie van Assendelft-orgels in onder andere Ittervoort, Nootdorp en Sittard.
Proporties hersteld
De stijlen, panelen en deuren van de orgelkast zijn verlengd, waarbij de proporties en afmetingen gebaseerd zijn op het nauw verwante orgel dat zich in de Margarethakerk in Ittervoort bevindt.
De frontpijpen van de middentoren zijn verlengd en de tussenvelden gedeeld. Daarnaast zijn ook de pijpjes in de bovenste tussenvelden bijgemaakt.
Ontbrekend snijwerk, zoals de consoles onder de zijtorens en de bekroning op de middentoren, zijn vervaardigd door Gert van den Dikkenberg uit Veenendaal. De orgelkast is opnieuw geschilderd door de firma Wolters Ovink uit Deventer, die tevens verantwoordelijk was voor het vergulden van de ornamenten.
Windlade en windvoorziening
De windlade is volledig gerestaureerd. Het cancellenraam is vervaardigd uit een massief blok, waarin de cancellen zijn uitgekapt. Het leer van de pulpeten is vernieuwd en de dichtingsringen, die in 1968 zijn aangebracht, zijn vervangen door nieuwe exemplaren van liegelindt. De historische pijpstokken en pijproosters zijn hersteld, en er zijn nieuwe in stijl bijgemaakt.
De windvoorziening is vervangen door een nieuwe meervouws spaanbalg, gemodelleerd naar het historische exemplaar in het Keerman-orgel uit Lathum. Deze balg wordt van wind voorzien door een ventilator, maar kan ook worden gevuld met een voetpompinstallatie. Zowel de windkanalen als de conducten zijn nieuw vervaardigd.
Het wellenbord, met messing walsjes, is nagezien en indien nodig hersteld. De historische onderdelen van de registermechaniek zijn hersteld, terwijl nieuwe onderdelen zijn vervaardigd om de dispositie te herstellen.
Klaviatuur
Het historische klavier is schoongemaakt en nagezien, waarbij overmatige speling is verholpen. Het hout van de bakstukken, klavierlijsten, enzovoort is gereinigd en behandeld met schellak. De registerknoppen en het nieuwe notenhouten bankje zijn naar analogie vervaardigd, waarbij het model van de registerknoppen is afgeleid van het historische voorbeeld in Nootdorp.
Toonhoogteherstel
Als onderdeel van het toonhoogteherstel moesten alle metalen pijpen worden verlengd. Het houten pijpwerk uit de negentiende eeuw – de bas Holpijp 8’ en de Fluit 4’ – is vervangen door nieuwe pijpen naar voorbeeld van andere Assendelft-orgels. De Sexqualter en de Prestant 8’ (discant) zijn volledig nieuw vervaardigd. De mensuren van ontbrekende pijpen zijn afgeleid van die van referentieorgels, waaronder die in Sittard en Ittervoort.
Alle pijpen zijn vervaardigd uit orgelmetaal met een zeer hoog loodgehalte. Gelukkig was er nauwelijks sprake van loodoxidatie. De frontpijpen zijn bekleed met tinfolie en de labia zijn verguld met bladgoud.
Ingebruikname
Het Assendelft-orgel is opnieuw in gebruik genomen tijdens het weekend van 5 tot 7 april 2024, met bespelingen door Jetty Podt. Daarnaast verleende het HOT-trio zijn medewerking.
Dispositie
(volgorde conform de opstelling op de windlade):
Manuaal C- c3
Prestant 4 – C-fis1: front, vervolg op lade
Octaaf 2 – C-gis, cis1-e1 en b1: nieuw bijgemaakt
Fluit 4 – C-gis gedekt, vervolg met roeren, c2, d2, e2, f2 en a2 nieuw
Prestant 8 – discant (vanaf cis1), nieuw
Holpijp 8 – geheel metaal, gedekt. C-d, f, c1, dis1, gis1 g2 en a2 nieuw
Sexqualter II – discant (vanaf cis1), samenstelling: 2 2/3’ + 1 3/5’, nieuw
Werktuiglijke registers
Tremulant – opliggend
Ventil – bedient de motorschakelaar
Toonhoogte: a1 = 415 Hz bij 22° C
Temperatuur: naar J.H. Lambert (1774)
Winddruk: 58 mm waterkolom
Gegevens en fotografie met dank aan Johan Zoutendijk / Elbertsen & Van Vulpen Orgelmakers & Verschueren Orgelbouw