David Schlaffke bespeelt het Reubke-Orgel in Niederdorla

Rond 1860 was de firma Reubke & Sohn een van de toonaangevende orgelmakers in Midden-Duitsland. Vader Adolph begon het bedrijf rond 1840 en bouwde orgels in de streek rond Maagdenburg, ten noorden van de Harz. In Maagdenburg bouwde hij het domorgel uit tot het grootste (81/IVPII) van Pruisen. In 1872 zette zijn zoon Emil de zaak voort, en breidde het werkterrein uit naar Thüringen, ten zuiden van de Harz. Zodoende kwam er een Reubke-orgel te staan in de Johanneskerk van Niederdorla, een dorp onder de rook van Mühlhausen.

Text Example

advertentie



Het orgel in Niederdorla werd opgeleverd in 1874. Boven het bestek uit (26/IIP), werd het voorzien van een derde manuaal met vijf stemmen. Met veertien achtvoetslabialen, drie doorslaande tongwerken, een magazijnbalg, mechanische kegelladen en aan Töpfer (1834) ontleende mensuren, was het een eigentijds instrument. Door een Quarte 2?’u.2′ en twee repeterende Mixturen bleef het verbonden met het verleden.

Verval en herstel
Het orgel is de tijd niet ongeschonden doorgekomen. In 1899 werd, door de Thüringse firma Knauf, de speeltafel vernieuwd, de mechaniek gepneumatiseerd, en het derde manuaal in een zwelkast gezet. Gelukkig bleef het pijpwerk, afgezien van in 1917 geconfisceerde frontpijpen, in originele toestand bewaard.

Tegen het eind van de jaren zeventig raakte het instrument zo in verval dat het onbespeelbaar werd. In 2010 werd echter een Freundeskreis Alte Orgel Niederdorla opgericht, die € 130.000 bij elkaar zamelde waadoor het instrument kon worden gerestaureerd. Dit gebeurde vanaf 2013 door de firma Brode uit Heiligenstad. Daardoor kwam het orgel in 2016, na bijna veertig jaar te hebben gezwegen, weer tot leven.

Klanken
Ter gelegenheid van de restauratie heeft David Schlaffke de klanken van dit Reubke-orgel op een cd gezet. Schlaffke, organist van de Sloterkerk in Amsterdam, komt uit Mühlhausen, maar heeft het Niederdorlaer orgel slechts in desolate toestand gekend.

Op de cd laat hij muziek horen van Bach/Gottschalg (Präludium und Fuge über BACH), Liszt/Winterberger (‘Weinen, Klagen…’), Wagner/Gottschalg (Vorspiel zu ‘Tristan und Isolde’) – en van Julius Reubke natuurlijk, de twee jaar oudere boer van orgelmaker Emil. Behalve de heftige Sonate over de 94ste Psalm, is van hem een vriendelijk Trio te horen.

Al met al muziek waardoor het orgel met z’n dikke, wollige, strijkende, versluierde geluiden en platte plenum, prima uit de verf komt. Vooral indrukwekkend klinken de doorslaande tongwerken Trompete en Oboe: de één blèrt als een accordeon, de ander (een Physharmonica) neuzelt als een harmonium.

Schlaffke
Schlaffke, een leerling van Fagius, voert de werken netjes uit. Jammer is wel dat hij nogal ‘barok’ articuleert; door meer te binden en te kneden zou de muziek aan zeggingskracht hebben gewonnen. Desalniettemin geeft hij, door fraaie, afwisselende registraties, een prima indruk van het Reubke-orgel dat in Niederdorla – overigens de geboorteplaats van Weckmann – herboren is.

Ritter
De Maagdenburger Domorganist, A.G. Ritter, schreef in 1874 in zijn keuringsrapport over het instrument: ‘Die Wirkung der vollen Orgel ist kräftig … Bei aller Frische der Ansprache ist jede Härte und unangenehme Schärfe vermieden… In den 8- und 4-fußigen Stimmen [stellen sich] die charakteristischen Klangfarben von den volleren zu den zarteren übergehend wohl unterschieden und in schöner Ausfuhrung dar.’  Het is een treffende beschrijving. Luister maar.

 


Reubke-Orgel Niederdorla

David Schlaffke – Orgel
Werke von Liszt • Bach • Wagner • Reubke

Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen (Franz Liszt); Präludium und Fuge über B.A.C.H. naar BWV 898 (Johann Sebastian Bach, arr. Gottschalg); Vorspiel zu ‘Tristan und Isolde’ (Richard Wagner, arr. Gottschalg); Trio Es-Dur (Julius Reubke); Der 94. Psalm. Sonate (Julius Reubke)

Label: Querstand
Nummer: VKJK 1618
Speelduur: 54’51
Booklet: 31 pagina’s (DU/EN), digipack
Prijs: € 19,90